A N A S , 'Ki f f ra .
A N A S N I G R a.
ZWAR T E ZEE-EEND,
W I G S T A ART.
H e t Eenden-Gellsgt pronkt in ’t algemeen met cene groóte verfchddenhetd van Kltmn
die in veelen wonderbaarlyk gefchakeerd zyn en met een fchitterende gloed afíteekén. ü l
meesten zyn, op deVlerken , met een groenen Spiegel verfierd, gelykdit dagelyks blykt, níet
alleen:iri. de tamme of hok-Eenden- maar; zelfs in de Wilden, die te koop Ieggen of hangén.
Pe B'erg-Eend, waar van wy vporheen Man en Wyfin afbeelding bragten, ftrekt tot een uit"
muntepd voorbéeld van de eerften, de .Spiegel-Eend en de Smient van de laatften (*). De
Wilde Ganzen zelfs, .hoewel dit optooizel misfende, hebben niettemin in ’t zwarte ofgraenwe,
dat hunne hoofdkleur js , een fchakeering of teken van wit,_dat hun benmerkt en in fommigen
eemg fieraad byzet, gelyk wy dit in de Riet- Kol- en Ringel-Gans, ja ook in de Brandgans
hebben aangetóond ®; Zelfs fe 'Bruine Zee-Eend, die naast aanons tegenwoordig Voorwerp
komt, heéft op de Vieken een witte Vlak of Streep en roode Pooten: daar de Z w a r t e
- Z e e - E e n d , die ik thans gaa befchryven, dit alies mist, en dus teregt van den Ridder is voor-
gefteld onder de bepaaling van Eend, met het L y f geheel, ofhet geheele Lyf, ofgeheelzwart (§).
Men vindtze derhalve ook, door den Heer Brisson, onder den naam van Anas nigrá, dat ís'
Z w a r t e E e n d , befchreven, met aanduiding, dat het de Macreufe der Franfchen zy, die by
de Engelfchen Scoter of black Diver, dat is , Z w a r t e D u ik e r heet, en dus voorkomt by de
hedendaagfe Autheuren. Men vindt ’er geen gewag van by de Ouden, wiens Anas nigra de
voorgemelde Bruine Zee-Eend was.
B E S C H R Y V I N G.
Ons Voorwerp mist evenwel, behalve zyne zwarte Kleur, die het eenigermaate aflchuwlyk
maakt, ook alie Kenmerken niet van onderícheiding. De puntigheid van de Staart, zovreemd
ónder
i (•) Zie pl. 99, i o o , 109, 1 12 , bladz. 191, 2x1, 215, hier vopr.
(t) Op Pl. 98, 102, 105, 107.
(5) Anas Corpore toco nigro. Syft. Nat. XII. Gen, 67. Sp. 7.
P p p p ai