3 9ö M E R G U S M in u to s . K L E IN E Z A A G B E K , 5 CH E R P B E K .
iflrooken zouden. U r n a » merkt zelfs aan, dat R a t ’er her Wyfje van den N o M r , dien
wy her Nonnetje of Bagyntje, of ook het Weeuvitje noemen, van maakt, her wélke hier te
Lande ook wél voorkomt; geSyk wy vervolgens toonen zullen. Dk is een niet minder grootc
¡misflag, dan dat dit Nonnetje het Wyfje zou zyn van den Duiker-Gans. Hier uit blykt, bo-
'Vendien., in welk een verwarring de Vogelbefchryvers tot nogtoe zyn geweest, omtrent dit Ras
Wan Wilde Vogelern De Kundige Héer Brïsson, van wiens afouitmumtendfte Werk over de
Vogelen in ’t algemeen, ik elders een fchets gegeven heb ,(*) > ^ l v e n opgezet uk het Kabinet
Tan den vermaarden Reaumur, ’t welk in voortrefTelykheid naauwlyks weêrgaa hadt, ten
maauwkeurigfte befchry vende, is díkwils in ’t ónzekere geweéSt, ten opzigt van de Sexe der
Vogelen, gélyk hy fomwylen zelf erkent Dit blykt, inzonderheid, in dit Onderwerp, dat hy
tot een Wyfje maakt van den Non-Duiker, gelyk de Heer Gmelin opmerkt, brengende het-
.¿¿ve hier t’huis ©. Ondertusfchen is’t zonderling, dat zyn Ed., den Merganfer Stellata* van
Brisson hier van afzonderende, de Harle étoiUvm Bueeon daar toe betrekt (§), zo wel als den
Mergus Glaciali* der Ouden, die, door Brisson tot zynen Merganfer Stellata* was t’huis ge-
bragt, en veel met den onzen fchynt t e flrooken. Ook is het vreemd, dat Gmelin een Mer-
■ganfer CrißatuS aanhaalt op deeze Soort, waarvan hy zelf in de befchryving zegt, dat ’er noch
m ’t Mannetje, noch in ’t Wyfje, naauwlyks eenig blyk is van Kam of Kurf (**)• De gele-
genheid, die wy doorgaans hebben, om de frisch gevangen Vogelen tot dit Werk, terwyl zy
ter opzetting worden toebereid , aangaande de Sexe te onderzoeken, brengt ons uit deeze ver-
warringe dikwils in zekerheid, gelyk omtrent de tegenwoordige Onderwerpen.
B E S. C H R Y V I N G.
Het onderfcheid der Sexe is in dezelven niet groot» Beiden verfchillen zy van de Eenden aanmerkelyk
in Geftalte, byzonderlyk door dien het L yf dünner is en de Hals vry langer ; het
Welk
(•) Zie bet I Deel« IV. Stak van royne Natuwlyk Hutoru biadi. 71. enz.
■(f) Merganfer Criftatu» minor fcemina. Briss . At. VI. p. *43. N. 3. T. 24» if- 2.
(§) Deeze heeft dien nasm van een v it Stertetje onder de Oogen, dat in de onzen niet blykbaar lías, en wordt deswegen Gefltrndo Duiktr getyteld.
(**) Criflæ tum in Mare, tum in Tasmint, vefligio vix ullo. Sy/i. Kat, ËJ. XIII. Lipf. 1788. p. 543-
M E 1 G U .S M IH 'T J T U S, ï o e m i a a . 152.