P I C U S MEDIUS.
M I D D E L S L A G o f
W
KLEINER BONT-SPECHT.
de zeer Vogelkundige No sem an, door wienhet voorfte gedeelte van dit W e r k , tot
'aan den Oijevaar toe, is aan ’t licht gebragt, verhaalc in zyne befchryvinge van den Vogel, dien
hy grooter Bont- Specht noemt, dat hem behalve denzelven, en den veêl grodter Gramm Bont-
Specht daar op volgende, nog twee Soorcen, in onze Provmtiën huishoudende, bekend waren,
naamelyk een Kleiner en een AllerMeinfie (*).' ' Vari den eerstgemelden, by L innæus Picus 'Major
ën b ÿ B risson Picus Varius Major getytejd, die d e Buntfpechtis van F risch,' zou, de ez e
Picus médius of M id d el sla g , B ontsçécijt,' die by. B risson, eenvoudig Picus varius genoemd
'wordt, volgëns dien Autheur-alleenlyk; drie- quart Duims, e n vôlgens G melin maar een half
Duitri in de langte- verichillen. ' Het veriçh'il niettemin van ons Voorwerp met den eerstgemel-
den in langte, fchynt iets meer te bedraagen’, en in het Coloriet is ’t zelve zodanig, dat wy ’er
met de voornaamfte hedendaagfche Autheüren ( f ) , onder de benaaming van M iddelslag of
K leiner B o n t - Sp e c h t , een byzondere lbort van maaken. In Vrankryk noemt men deezen
Epeifche, in Duitschland Elster-Specht, dat is Aakfter-Specht; om dat hy in Kleur naar een
Aakfter zweemt. Dit heeft hy echter met den grooteren gemeen. By de Engellchen wordt
hy Franjche Specht of Hickwall geheten. Volgens de bepaaling van L innæus, zouhy van
den Grooteren voornaamelyk door de roodheid van den Kop verichillen.
BE-
(*) Zie bladz. 41 in het Eerlte Deel van dit Vogelen- Werk.
( t ) .Middle Spocted Wirdpcckcr. Bril. ZM N. 86. T. 37. Ara. Zoll II; p. 278. D. Luth. Sjc. I. 2. p. $6$. N. 13. Pic. carie • Tcte rouge.
Buff. Pl. tnlum N. Cn. Ficus varius minor. Ray. Av. p* 43-
Ssss i