R A L L U S
P O R Z A N A.
KLEIN WATERHOEN.
I n de befchryving van ’t Riethennetje, Rallus ¿iquaticus, hebbe gewag gemaakt (*) van een
andere foort , die den bynaam vari Porzana voert, welke van A ld r o v a n d u s is ontleend.
Het tegenwöordige, dat wy naderhand bekomen hebben , fchynt daar toe te behooren. Iai-
mers het komt, in de meeste opzigten, volmaakt overeenmet het K l e i n e W a t e r i i o e n , de
Maruelte der Franfchen, volgens de beicbryving'van den Heer B r i s s q n , welke by F r i s c h ,
zo hy aanmerkt , zeer wel aigebeeld is, onder den naam van V.lakkig JVaterhoentje, en
zal dus de Wynkernel der Duitfcheren zyn. G e s n p r Ipreekt’er van, als een tiende Soprt
van Waterhoentjes, waar aan hy den bynaam van Ocbra gegeven hadt, wegens de bruin
Okerachtige Kleur. Dit alles doet blyken, dat ons Voorwerp tot de gedagte Soort behoore,
of het een Mannetje dan een Wyfje z y , is my niet bekend.
B E S C H R y " -V I N G.
Dit Waterhoentje is dünner van Lighaam en ftaat hooger op de Pooten dan de voomgen.
Het heeft omtrent de grootte van den. gewoonen Lyster of Kramsvogel. De langte, over
de Rüg gemeten, bedraagt ruim agt Duimen, die van den Bek drie ICwartiers Duims. De
Pooten, waar van het bovenile deel gevedert is, haalen derdhalf Duim. Van de Vingers
zyn de middelften vyf Kwartier,, de zydelinglen 66a Duim lang en de agter-Vingertjes vyf
Linien. Deeze laatften zyn ¿enledig, en ftaan hooger dan de anderen, die drieledig zyn.
Allen hebben zy kleine kromme Nagekjes, over ’t geheele L yf is de Vogel Olyfkleurig
graauw, van boven met Ruitachtige zwarte Vlakken gefchakeerd, en met eemge witte Streep.
jes»
(•) In ’t HL Deel van dit Vogelcn-Werk, bla dz.
V v v v i