
L Y S I I A C Ï Ï I A U E Ï Ï O R Ï Ï I L.
Bosch- Wederik.
Hoogduitsch: Waldfriede.
Engelsch: Wood Loose Strife.
Bloeit: Junij—-Sept. 2J,.
Stelsel van Linnaéus. Cl. V. O. 1, Pentandria Monogynia.
Natuurlijk Stelsel. Vasculares Dicotyledoneae. O. Primulaceae.
Geslachtskenmerken. Zie Deel II, N°. 422.
Soortelijke kenmerken. Caule prostrato, foliis oppositis ovatis vel subcordatis acutis glabris, pedunculis
axiüaribus sölitariis folio longioribus, laciniis calicis lineari-subulatis.
Stengel nederliggend; bladen tegenovergesteld , eirond of eenigzins hartvormig, spits , kaal: bloemstelen in
de oksels der bladen, alleenstaande, langer dan het blad; kelkslippen lijn-priemvormig. — Syn. Lerouxia
nemorum Merat.
Verklaring der afbeelding : a. bloem; b. idL, doorsnede; c. kelk en zaaddoos.
Groeiplaats. — In bosschen, op beschaduwde, vochtige plaatsen. — Zuidelijk Noorwegen, Gothland,
Denemarken, Groot-Brittannië, Duitschland , Nederland , België, Westelijk en Midden-Frankrijk, Italië, Noordelijk
en Midden-Spanje. Ontbreekt in Dalmatië (Visiani), in Rusland (Ledebour) en verder in westelijk
Azië. — Talrijk op de Azorische Eilanden , over den geheelen Archipel. Drouet. -^-Kamschatka. — Rudolph.
(Zie, ook Watson Gomp. Cyb. Brit.). — Volgens Watson zou de L. azorica Hook. Bot. Mag. 3273 van onze
soort verschillen; volgens H. Drouet, Flore des lies Aqores, is de eerstgenoemde slechts een kleiner vorm en
komt zoowel als de type talrijk op al de eilanden van dien Archipel voor.
Onze plant heeft dus een zeer merkwaardig gebied. Talrijk op de Azorische eilanden, is zij over Westelijk
Europa schaars verspreid, ontbreekt in Oostelijk Europa, in Azië (uitgenomen Kamschatka) en inAmerika.—
Nadere onderzoekingen zullen echter moeten aantoonen *of de opgave omtrent Kamschatka juist is en of zij
ook in andere streken van Oostelijk Azië groeit. — Hare verspreiding komt dan zeer overeen met eene andere
Primulacee, de Anagaljis tenella (Flor. Bat. XIII, 1428). In Japan is het geslacht Lysimachia door talrijke
soorten vertegenwoordigd, doch in Miquel’s Prol. Flor. Jap. is onze soort niet vermeld. — Evenmin vind ik
haar opgegeven in de werken van Maximowicz en Middendorff over de flora van Oostelijk Siberië.
Nederland. — In Gelderland, op verschillende plaatsen in bosschen, a ls: langs eene beek bij den Oorsprong
bij Arnhem , in ’t voormalig Beekbergerwoud (Prodr. F. B.); Piasmolen bij Nijmegen (Abeleven); Maastricht,
Hoogeveen (Prodr. F. B.) Bij Breda vermeld in de Flor. Belg. Sept. en daar in 1874 in het Liesbosch gevonden
door den Heer N, van Aken , die mij de plant ter afbeelding heeft gezonden. — Volgens de Gorter
is zy ook gevonden by Doesborgh.