
AMARANTUS RETROFLEXUS L.117Ö,
A M A R A N T H S R E T R O r L E X U S . L.
Harige Kattenstaart.
Hoogduitsch: Rauhhaariger Amarant.
Engelsch: Hairy Amaranth.
Bloat: July—Sept. Q.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXI, O. V. Monoecia Pentandria.
Natuurlijk Stelsel: Yasculares Dicotyledoneae. O. Amarantaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel IX N°. 719.
Soortelijke kenmerken: Caule flexuoso erecto ramisque saepe recurvato-adscendentibus sulcatq-angulatis
pubescentibus, foliis petiolatis subrhombeo-ovatis acuminatis apice ipso obtuso, basi attenuatis nervosis,
glomerulis dense spicatis, spicis pallide viridibus crassis basi ramosis axillaribus terminalibusque apice caulis
versus thyrsoideo-paniculatis; bracteis spinescentibus perigonio 5 phyllo duplo longioribus, phyllis oblongo-
linearibus retusis.
Stengel heen- en weer gebogen, opgerigt; even als de takken dikwijls omgebogen oprijzende, gevoord-
hoekig, zacht behaard; bladen gesteeld, min of meer ruitvormig-ovaal, spits toeloopend, met stompen top;
aan den voet versmald, geaderd; bloemhoopjes in digte aren; aren bleek-groen, dik, aan den voet vertakt;
de zijdelingsche en eindelingsche aan den top spiesachtig-pluimvormig; schutbladen doornvormig, tweemaal
langer dan het 5-bladig bloemdek; bladen van het bloemdek langwerpig lijnvormig, afgeknot.
Verklaring der afbeelding, a. Bloemhoopje; b. mann. bloempje; c. id., doorsnede; d. vrouw, bloempje,
e. id. doorsnede.
Groeiplaats. Op leemachtige gronden, op ruigten, in verwaarloosde tuinen en in de nabijheid van mensche-
lijke woningen, verspreid over Midden- en Zuid-Europa, Westelijk-Azië, Arabië en de Canarische eilanden.
Volgens Alph. De Candolle is zij oorspronkelijk uit Noord-Amerika en niet vóór de 18e eeuw in Europa
gekomen. Zij is het eerst waargenomen bij Venetië in 1735 en had zich in 1778 over Frankrijk verspreid,
sedert 1820 verscheen zij in Zuidelijk Italië en Griekenland; in 1834 is zij door Hohenacker ten oosten van
den Kaukasus gezien. In de laatste jaren breidt zij zich immer meer over Europa uit als een lastig en
moeijelijk te verdelgen onkruid.
Of zy werkelijk' uit Noord-Amerika oorspronkelijk i s , durf ik niet beslissen. Volgens P ursh Flor. Amer.
Sept. wordt zij in Pensylvanië en Virginië in bebouwde gronden en aan wegen gevonden, doch dit zou juist een
bewijs zijn dat zij ook aldaar niet inheemsch is.
Nederland. Ook hier te lande schijnt onze plant zich in de laatste jaren meer en meer uit te breiden.
Volgens Prof. Oudemans (Flor. v. Ned. 2e dr.) is zij tot heden gevonden bij Zeist, Nederlangbroek, Geldorp,
Utrecht, Amsterdam, Cornjum en aan de vestingwerken bij Nijmegen; van Dr. Hu go de Vries ontving
ik een exemplaar, gevonden bij Hattem in 1865. Door wijlen den Heer N. van Aken is zij vroeger gevonden
in de nu gesloopte vestingwerken te Breda.
Ik zelf vond haar in Julij 1875 in de omstreken van het dorp Groot-Zundert tusschen Breda en Antwerpen,
niet ver van de Belgische grenzen. De afbeelding is genomen naar het van daar medegebragt exemplaar.