
C O R Y D A L I S L U T E A D. 0.
Gele Hehnhloem.
Hoogduitsch: Gelbe Holilwurz.
Engelsch: Yellow CoPydalis,
Bloeit: Mei—September. 2f.
Stelsel van Linnaeus: 01. XVII. O. II. Diadelphia Hexnndria.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoncae. O. Funiunaceaéi . .;n : i .... : :
o*. *■ -'f™'« “ s“ ln’ •!**■
. » « . -
voorzien. Meeldraden tweebroederig. Zaaddoos tweekleppig, zaan,gedrukt, veelzadig. I .
Soortelijke kenmerken. Badice ramoso-fibrosa, foliis ternafo-tripinnatis glaücescentibus, foliohs mtegn
trifidisgue, terminalibus lato-obovaüs, bracleis oblongis cuspidatis denliculatis, capsuhs oblong».«emm =
nitidis subtilissime granulato-rugulosis, caruncula patente granulato-lobata ^nticukita. ^ (le
Wortel takkig-vezelig; bladen drietallig driewerf-gevind, zeegroenaohtig ; blaadjes gaaf en dnesple g ,
eindelingscbe breed-omgekeerd-eirond; schutblaadjes langwerpig, fijn gespitst, ’ “ I n d 1
werpig; zaden glanzend, zeer fijn korrelig-gerimpeld; k.emwratje urtgespreid, korrel,g-lobb,g, getand.
Syn. G. capnoïdes p lutea D. C. Fumaria lutea L. *
Verklaring-der afbeelding, o. Bloem in doorsnede (vergt.), i kelkblaadjes (vergr.);. .. eijerstok (vergr.) ;
d. zaaddoos (vergr.); e. zaad met het kiemwratje (vergr.). -
Groeiplaats In de spleten van rotsen' en oude muren, en ook op.den grond aan den voe van ou e
muren Volgens Host is zij oorspronkelijk op de berghellingen van Zuid-Tyrol, volgens De Candolle in
m ! ' myr “ enz - In Frankrijk, Duitschland, Belgie, Nederland en Engeland wordt zij hier en daar op
Geertruidenberg, Mariaplaats te Utrecht (Prodr. ^ Bat.), St. Maartenskerk te
“ 'e « m n p t e n ! ’op ’ feYfcldding votgesteld, vond ik in Aug. 1872 op een ouden muur bij den Haarlemm
e r h o u t- De het midden afgebeelde plant groeide op den muur, het sterk gewortelde exemplaar ter
linkerzijde vond ik nevens den muur op den grond groetende.