
C AM P A N U L A R A P U N O U L Ï Ï S L.
RaapivorteMg Klokje. lidponce.
Hoogduitsch: Rapunzel Glocke.
Engelsch : Rampion Bell Flower.
Bloeit: Junij—Julij. Sv
Stelsel van Linnaeus. Cl. V. O. L. Pentandria Monogyhia.
Natuurlijk Stelsel. Vasculares Dicotyledoneae.. O. Campanulaceae.
Geslachtskenmerken. Zie Deel III. N°. 203.
Soortelijke kenmerken, Radice fusiformi, caule subsimplici erecto sulcato ; foliis crehulatis plus minusve
undulatis, radicaiibus lanceolatis obovatis in petiolurn decurrentibus, caulinis sessilibus lineari-lancéolatis;
panicula subracemosa, ramulis basi divisis, laciniis calicis subulatis.
Wortel penvormig,; stengel meest onvertakt, opgerigt, gevoord; bladen fijn gekarteld,, meer of min golvend;
de onderste lancetvormig omgekeerd-ovaal, in een bladsteel afloopende; dé bovenste omgekeerd lijndaneetvormig;
bloempluim min of meer trosvormig| met aan den voet verdeelde takjes; kelkslippen priemvorrhig.
Deze soort onderscheidt zich van C. patula voornamelijk door haren dikken, penvormigen, raapachtigen
wortel, door hare trosvormige smalle en opgerigte bloemstelen en ongetande kelkbladen.
Groeiplaats. In velden en boschrijke heuvelachtige streken. Caucasië, Midden-Azië, Zuidelijk Rusland.
Midden-Europa tot Zuidelijk Zweden, waar zij alleen sporadisch voorkomt; voorts langs de MiddellandsGhe
Zee en in Algerië.
Nederland. Zeer algemeen in sommige streken van Gelderland en Noord-Brabant. Zalk, Twello, Arnhem,
Nijmegen , Eindhoven, Hulst. Prodr. Fl. Bat. Beek en Ubbergen, Heusden, Hèrkeloërwaard in Overijssel,
Zuideras, Wageningen, Hunderen, de Poll, Lathmer, Zutphen. Flor. Belg. sept. Door wijlen den Heer van
Aken en later ook door mijzelven zeer talrijk in de omstreken van Breda aangetroffen.
Zij ontbreekt geheel in het noorden en in de zeeduinen en is bepaaldelijk eigen aan drooge vaste gronden.
In ons land overschrijdt zij, evenals de meeste van haar geslacht, de grenzen der diluviale zandgronden niet.
De afgebeelde plant is mij in Julij 1874 uit de omstreken van Breda toegezonden door wijlen den Heer
van Aken aldaar.
Gebruik. Volgens van Hall wordt de wortel soms gegeten en wel tot dit oogmerk in het voorjaar uitgestoken
, voor dat de bladen uitgeloopen zijn, en hier en daar, ofschoon zelden, aangekweekt onder den naam
van Rapuntsel of Raponce. Ook worden in sommige streken van Europa de bladen als salade gegeten.