
S A X I F R A & A G-RAÏTÏÏI iATA I.~flor. plenis.
KnolMge Steenbreek met gevulde bloemen,
Haarlems Klokkenspel.
. Hoogduitsch: Knolliger Steinbrech.
Engelsch: Grain rooted Saxifrage.
Bloeit: Mei—Junij. >J..
Stelsel van Linnaeus. Cl. X. O. 2 Decandria Digynia.
Natuurlijk Stelsel, Vasculares Dicotyledoneae, O. Saxifrageae.
Geslachtskenmerken. Zie Deel V , N°. 322.
Soortelijke kenmerken. Zie Deel XIY, N°. 1056.
Deze vorm onderscheidt zich van den type door de lagere, minder vertakte stengels, grootere, gevulde
bloemen, en het ontbreken van de gesl ach ts werk tuigen. Reeds in de middeneeuwen werd de S. granulata
voor het gebruik als geneesmiddel tegen den steen enz. in de tuinen van kloosters en kasteelen gehouden.
Toen is welligt de vorm met gevulde bloemen reeds ontstaan en als sierplant gekweekt.
Groeiplaats. — Zie Deel XIY, N°. 1056. ^ Hierbij kan nog gevoegd worden dat de type ook op den
Himalaya, in'Noordwestelijk Azië, in Algerie en op Ijsland gevonden is. —- Watson.
Nederland. — Zie N°. 1056. — Onze verscheidenheid is gevonden bij Leiden (Prodr. Fl. Bat. ) , bij
Leeuwarden en Kornjum (Fl. Fris.), buiten Zierikzee (KK. Arch.) en bij Hoorn. (Fl. Belg. Sept.).
In de omstreken van Haarlem groeit deze vorm op verschillende plaatsen in groot aantal, en wel in den
Haarlemmerhout, op de plaats waar in de middeneeuwen het Klooster der Heeren van St. Jan moet gestaan
hebben, op de hofstede het Klooster (tot omstreeks 1574 het Klooster der Reguliere Kanonniken) , op de
hofstede Elswout achter O verveen (aangelegd in het laatst der 17e eeuw), dus op plaatsen, waar de plant
in ouden tijd zich uit de tuinen heeft kunnen verwilderen. Zonderling echter dat bij die verwildering de type
niet is teruggekeerd. Dezen heb ik op die plaatsen nimmer gevonden; hij komt alleen in meer oostelijke
streken van ons land (Gelderland, Limburg) voor. Zoover ik weet, wordt tegenwoordig de plant niet meer
tot sieraad gekweekt, hoewel zy zulks wegens haren rijken bloei en sneeuwwitte groote bloemen wel verdient.
Het hier afgebeelde exemplaar is in 1868 bij Leiden gevonden.