
HFERAOIUM AURICULA L. 1168.
H I E R A C I U I A U R I C U L A L.
Aurikcl-Havikskruid.
Hoogduitsch : Aurikel-Habichtskraut.
Engelsch : Umbelled Mouse-éar.
Bloeit : Junij—Julij. 2J.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XIX. O. I. Syngenesia Polygamia Aequalis.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae. O. Composilae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel I. N°. 29.
Soortelijke kenmerken : Rhizomate repente-stolonifero stolonibus prostratis elongatis, caule nudo vel
unifolio apice corymbose 2 —5 cephalo, pedunculis brevibus, foliis glaucis lanceolato-lingulatis glabris basin
versus ciliatis, inferioribus obtisis, capitulus ovalis involucri phyllis nigricantibus dorso breviter setoso-glan-
dulosis lineari-lanceolatis.
Kruipende uitloopers makende wortelstok ; uitloopers nederliggend, verlengd ; stengel naakt of eenbladig,
aan den top tuilachtig met 2—5 bloemhoofdjes ; bloemstelen kort ; bladen zeegroen, lancet-tongvormig, kaal,
naar onder gewimperd; de onderste stomp; bloemhoofdjes ovaal; bladen van het omwindsel zwartachtig,
op den rug met korte borstelachtige klieren bezet, lijn-lancetvormig. H. dubium Smith. H. Lactuceüa Wallr.
Verklaring der Afbeelding : a. gedeelte van den stengel (vergr.) ; b. c. d. bloemhoofdje, vergr. ;
e. bloempje (vergr.) ; f. vruchtje (vergr.)
Groeiplaats. Drooge weiden. Kaukasus, Europeesch-Turkije (Boissier); Europa tot in het hobge Noorden.
Ontbreekt in Groot-Brittannië en Ierland, Corsica en Sardinië. Watson.
Nederland. Drooge, begroeide zand- en heidegronden. Bij Leiden, Harderwijk, t. Apeldoorn en Voorst,
heide bij ’t Loo ; Bemmelsche dijk bij Nijmegen, havendijk bij Goes. Prodr. Flor. Bat.
Het afgebeelde exemplaar is in Julij 187-4 gevonden in het Liesbosch bij Breda, door wijlen den Heer N. van Aken.