A & A R I C U S V A O C I I Ï Ï S Pers.
Koeijen-plaatzwam.
Hoogduitsch: Kuh-Blatterschzwamm.
Engdsch: Cow Agaricus,
October.
S t e l s e l v a n L in n a e u s : Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
N a t u u r l i jk S t e l s e l : Cellulares Mycetes. O. I. Hymenomycetes.
Trib. I. Agaricini.
G e s l a c h t s k e n m e r k e n . Zie Deel X. N°. 725. Ondergeslacht Tricholoma Fries.
S o o r t e l i jk e k e n m e r k e n . Pileo carnoso campanulato-ezpanso umbonato sicco, squamis üoceosis squarroso,
margine involute tomentoso , stipite cavo aequali flbrilloso , lamellië adfixis subdistant.bus ex albe rufescentibus.
Hoed vleezig, klokvormig-uitgespreid, g e v e ld droog, door vlokkige schubben rapp.g met «lt.gen omgebogen
rand; steel hol, gelijk, vezelachtig; plaatjes tegen den steel aangehecht, min of meer wijdstandig,
eerst w it, daarna rosachtig. i § , _
Onderscheidt zich van A. imbricatus Fries, op .welke soort zij veel gehjkt, door e rappige meer op
schubben, en vooral door den hollen en van buiten meer met vezels bekleeden steel. Syn. A. rufua Pers.
Gr o e ip l a a t s , In naaldbosschen, op min of meer vochtige plaatsen,
. N e d e r l a n d . De exemplaren, op onze afbeelding voorgesteld, zijn door mij verzameld op de door dennen,
sparren, en eiken beschaduwde duinheuvels van Lindenheuvel en Dninendaal bij Bloemendaal, in October
1872. Tot dusver is mijns wetens deze soort hier te lapde nergens elders aangetroffen,