
B A R B A R E A P R A E O O X R. Br.
Vroege Barbarea.
Hoogduitsch: Früher Hederich.
Engelsch: Early winter Cress; Belle Isle Cress.
Bloeit: April—Mei. $
Stelsel van Linnaeus. Cl. XV. O. Tetradynamia Siliquosa.
Natuurlijk stelsel. Vasculares Dicotyledoneae. O. Cruciferae.
Geslachtskenmerken. Zie Deel XIV, N°, 1013.
Soortelijke kenmerken. Foliis inferioribus pinnatopartito-lyratis, jugis 5—8 sursum accrescentibus, lobo
terminali ovato vel suborbiculato, foliorum superiorum lobis lateralibus oblongis linearibusve integerrimis,
terminali oblongo, racemo sub anthesi laxo pedicellis patulis. Siliquis erecto-patulis.
Onderste bladen vindeelig-liervormig, met 5—8 paar vinblaadjes, naar boven in grootte toenemend; eindlob
eirond of min of meer schijfvormig; zijlobben der bovenste bladen langwerpig of lijnvormig, gaaf, eindlob
langwerpig; bloemtros gedurende den bloei los; bloem steeltjes uitgespreid; hauwen opgerigt-uitgespreid.
Erysimum vemum Mill. E . praecox Sm. — Barbarea vema (Mill) Ascherson.
Deze soort onderscheidt zich van B. stricta Flor. Bat. N°. 1013 voornamelijk door den vorm der bladen
en de lossere bloeiwijze. Ook zijn de bloembladen 2 maal langer dan de kelk en bij B. stricta 1 | maal.
Verklaring der afbeelding, n. bloem; b. id ., doorsnede; c. hauw; d. id. doorsnede; e. zaad.
Groeiplaats. Op vochtige plaatsen, langs rivieroevers, in bouwlanden, heggen, wijngaarden, enz.
In Duitschland, volgens Wirtgen, het meest aan den linker Rijnoever, zeldzaam naar het Oosten; volgens
Koch ook in Oostenrijk, maar twijfel ach tig in Zwitserland; volgens Bertoloni in Italië, maar slechts hier
en daar; door Boissier niet in zijne Flora orientalis opgegeven; in midden-Frankrijk vrij algemeen (Boreau).
Volgens Crépin komt zij in België hier en daar uit tuinen verwilderd voor; evenzoo in Gt Brittannië
volgens Watson. — Voor Denemarken en Zuidelijk Zweden is zij opgegeven door Fries, voor zuidelijk
Rusland en Oost-Siberië door Ledebour. — Volgens Drummond en Richardson is zij in Canada zeer talrijk
aan de oevers der rivieren tot 68°. ■— Uit deze opgaven komt het mij voor dat zij welligt oorspronkelijk uit
Noord-Amerika en door cultuur in Europa hier en daar verwilderd is.
Nederland. Op vochtige plaatsen. Duin bij Overveen, "Werkendam. Prodr. Flor. Bat. Bij Maastricht.
Dr. H. de Vries. Het hier afgebeelde exemplaar ontving ik van wijlen den Heer N. van Aken, uit de omstreken
van Breda, in 1875. — De plant is dus hier te lande zeldzaam.