
JUNGERIANNU TOMENTELLA. EHRH. CILIARIS. De Gorter.
Villbladige Jungermannia.
Hoogduitsch. Filzblattige Jungermannie.
Met Vrucht in de Lente. 1f.
Natuurlijk stelsel. Plant. Cryptogam. Cl. III. Chlorophyta. Ordo II. Musci. Formatio II.
Sporangiobrya. Fam. 82. Jungermannia. R e ich .
Stelsel van L innaeus. PI. Cryptog. Sectio II. Ordo II. Desciscens. Musei Hepatici.
G eslachts kenmerken. Dezelfde reeds bij de vorige soorten van dit geslacht beschreven.
S oortelijke kenmerken. Caule erecto bipinnato, foliis stipulisque quadripartitis pinnato-lon-
gissime capillari-multifidis; calyce hirsuto. De steng is opgerigt en dubbeld gevind, de bladen
en steunblaadjes zijn vierdeelig, gevind zeer lang-haarvormig-veelspletig; de kelk is ruig behaard.
a, De plant in natuurlijke grootte, b. Dezelfde met de vrucht vergroot.
Deze plant behoort tot eene der zeldzaamste in ons vaderland, derzelver kleur is witachtig-zeegroen,
zij is viltachtig meer of min doorschijnend, met eene langwerpige bijna cilindervormige kelk. De
zaaddoos is eivormig langwerpig, donker purperkleurig.
G roeiplaats. In den Haarlemmerhout. Meerburgh. Volgens d e Gorter. Bij Nijmegen. De
B e ije r . Zelf vond ik haar op een berg bij Beek, bij Nijmegen.
G ebruik» Onbekend.