
TILLAEA MUSCOSA. L.
Mosachtige Tillaea.
DuiUch. Moosartige Tillaea.
Engelsch. Mossy Tillaea.
Bloeit: Mei — Junij 0 .
Stelsel van L innaeüs : Cl. IV. Tetrandria. O. Tetragynia.
Stelsel van Be Candolle: Vasculares dicotyledoneae. O. Crassulaceae.
Gteslachts-kenmerken. Calix 3—4 partitus. Corolla 3—4 petalis libris. Stamina 3—4. Carpella
3—4. disperma.
Kelk met 3—4 blaadjes. Bloemkroon met 3—4 vrije blaadjes. Meeldraden 3—4. Vruchtjes ieder
met twee zaadjes.
Soorteltjke kenmebken. Caulibus basi decumbentibus. Floribus axillaribus sessilibus trifldis.
De takjes zijn 2—6 centimeters lang, glad en gewoonlijk van onderen tot boven bezet met
bloemen. Bloempjes wit. De kelk i s ' dikwijls gekleurd. Blaadjes glad, tegenoverstaand, hol,
eirond, gespitst.
Groeiplaatsen. De Flora van van Ha ll geeft de Tillaea op als gevonden te Hees bij Nijmegen
door den Heer Gr. J. B roers. Het exemplaar van de plaat is afkomstig van een pad
op de buitenplaats Dennenburg bij Driebergen. Te dezer plaatse werd onze soort ontdekt door
dhr. Mr. G. A. Six, onzen ijverigen entomoloog. Ik vond hier de plant altijd zonder bloem of
vrucht. De analyse van onze afbeelding is dan ook overgenomen uit R abenhokst’s „Plantae
Criticae” .
Aan de Middellandsche Zee vond ik de Tillaea in menigte. Ze is daar standvastig rood gekleurd
en veel meer gedrongen dan hier te lande. In Duitschland is ze tamelijk zeldzaam.