
GE ASSER RUFESCEIVS f r i e s .
Stelsel van L innaels. Cl. Crypiogamia. O. Fungi
Natuurlijk Stelsel van de C andolle. Cl. III. Cellulares. Ord. Fungi, Fam. Gasteromycetes.
Geslachts-kenmekken. Peridium duplex, utrumque persistens; exterius corticatum, stellatim
fissum, discretum ab interiori papyraceo apice dehiscente. Capillitium laxum, peridio undique
adnatum, poridiis inspersis (subpedicellatis). Radiculosi, sessïles, se peridium interius subinde
pedicellaium. Omhulsels twee in getal, beide duurzaam; het buitenste met eene schors bedekt,
stervormig gespleten, afgescheiden van het binnenste dat papierachtig is en zich aan den top
opent. Haarnet los, aan alle kanten met het omhulsel verbonden, de (bijna gesteelde) sporen
insluiteude. Worteldragende ongesteelde zwammen, het inwendige omhulsel nu en dan gesteeld.
■ Soortelijke kenmerken. Peridio exteriori multifido, demum revoluto, interiori sessili nudo,
ore dentato. Het buitenste omhulsel veelspletig, ten slotte omgeworpen, het binnenste ongesteeld
én naakt met eene getande opening.
Be kleur van deze soort is aanvankelijk roodachtig wil, later bruin. Het uitwendige omhulsel is
aan de schors vastgehecht, stevig > duurzaam, minder diep ingesneden dan Geaster Hygrometicus —
met deze wordt zij soms verwisseld 4 ten slotte geheel omgeslagen ; het binnenste aanvankelijk als
in een zak ingesloten, maar ongesteeld, bijna eirond, met eene duidelijk getande opening.
Groeiplaatsen. Op den grond in dennebosschen. Knapenburg bij Heemstede. Thans wegens
verandering van aanleg welligt niet meer aldaar te vinden.