aanvankelijk al met moeijelijkheden te kampen geliad, die
gemaakt hebben, dat mijne eerste afleveringen veel te wen-
schen overlieten, in den laatsten tijd ben ik over de uitvoering
vrij wel tevreden geweest.
Overigens moet ik tot mijn leedwezen erkennen,, voor de
Flora Batava niet datgene te hebben kunnen zijn, wat ik wel
wenschen zou te wezen. Ziekte en gedwongen Verblijf in het
buitenland waren ook hier weder lastige hinderpalen. Ja,
ware de welwillendheid van goede vrienden mij niet te hulp
gekomen, 'het zou mij onmogelijk geweest zijn, voor de Flora
Batava ook maar het geringste te doen. Ik kan dan ook niet
nalaten, hier mijn warmen dank te bréngen aan de HH.
F. J. L. Schroeder van der Kolk, J. G. Mezger en
F. W. van E èden, voor hetgeen zij,-ieder op zijne wijze,
tot het welslagen van mijne pogingen hebben bijgedragen.
" Vooral gevoel ik mij verpligt jegens mijn achtenswaar-
digen voorganger, Dr. J. E. van der Trappen, die, na een
geruimen tijd lang een der steunpilaren van onze inland-
eche botanie geweest te zijn, later eene andere rigting heeft
gekozen, maar die mij toch op het overtuigendst van zijne
voortdurende belangstelling in de botanie en hare jeugdige
beoefenaars heeft doen blijken.
Wat nu de uitvoering van dit deel betreft, is er hierin
iets goeds, dan geldt zulks zeker in de eerste plaats van
de planten. Enkele uitgezonderd heb ik deze alle te danken
aan de bemoeijingen van den Heer.P. W. van de Weijer,
Steendrukker te Utrecht. Van dezen Heer ondervond ik
eene welwillendheid en onbaatzuchtigheid, dié mij de hoogste
bewondering afdwingen.
De analytische afbeeldingen van de mossen zijn vervaardigd
door den in onze wetenschappelijke wereld gunstig bekenden
Heer Kouwels te Leiden een man wiens teekentalent misschien
slechts door zijn botanischen blik geëvenaard wordt.
Met eene zoodanige medewerking dan is het mij mogelijk
geweest, de laatste afleveringen van de Flora Batava
in een dragelijk kleed te doen voor den dag komen en,
heb ik al beneden de eischen moeten blijven, welke ik
mij zelven gesteld had, ik meen toch te mogen zeggen
dat niemand zich zal behoeven te schamen, als mijn opvolger
dienst te doen.
Cannes 18 Februarij 1865.
pour la Flore Batave ce que j ’aurais désiré. La maladie et
le séjour involontaire & l’étranger, ont été pour moi des obstacles
considérables. J e reconnais aussi que sans la bienveillance
de quelques amis sincères, qui sont venus a mon secours, il m aurait
été impossible de fa ir e la moindre des choses en fa v eu r de la
Flora Batave. J e saisis aussi avec empressement l’occasion de témoigner
ma vive et profonde reconnaissance à M.. J. G. Mjezger
$ Amsterdam, M. F. J. L. Schroeder vas der Kolk. d’ TJtrecht
et M. F. W. van Eeden de Eaarlem pour le concours qu’ils m’ont
prêté, chacun a sa manière, et j e n’oublierai pas surtout tout ce
que je dois à mon vénérable prédécesseur M; J. E. van derTrap-
pen de Naaldwijk, qui apres avoir été pendant longtemps un des
plus puissants appuis de la botanique dans notre pays, a pris plus
tard une autre direction, niais l ia pas laissé que de prouver hautement
et toujours l’intérêt qu'il ne cesse de prendre à la botanique
et à ceux qui la cultivent. Quant à ce qui regarde l’exécution
matérielle de ce volume— et c’est des planches surtout-que je
veux parler — ces éloges reviennent en grande partie à M. P. W. van
de Weijer, lithographe d’Utrecht, a qui y<? suis heureux ici de
.rendre hommage pour la bienveillance 'et le desintéressement parfa it
dont il a f a i t preuve envers moi. t
Les planches analytiques des mousses ont été fa ite s p a r M. Kou-
wels de Leide, avantageusement connu dans notre monde scientifique
et dont le talent de dessinateur est peut-être égalé seulement par
son oeil botanique. Avec de pareils collaborateurs, il m a été permis
de présenter les dernières livraisons sous une forme convenable
et si f a i été obligé de rester au deçà du programmeque j e m ’étais
trace j e crois cependant pouvoir dire que personne n’aura à rougir
de me succéder.
Cannes, 18 Février 1865, F. A . H A R T SF N .
F. A. HARTSEN.
L I J S T VAM DE P L A IV T E IV,
die afgebeeld en beschreven zijn, in Deel XII der FLORA BATAVA, naar tijd van
uitgaaf gerangschikt.
N°.
881.
882.
883.
884.
885.
886.
‘887.
888.
889.
890.
891. -
892.
893.
894.
895.
896.
897.
898.
899.
900.
HONDERD VIJF EN ZEVENTIGSTE AFLEVERING.
Linaria arvensis P. Veld Leeuwenbek.................... . . XVI.
) 1. Dicranum spurium, Hedw. t l Bleekblaauwe Gaffeltand . . . XXIV.
*2. Bryum spurium, Dicks. ' 2 Basterd Gaffeltand...........
Adonis autumnalis. Eenjarige Adonis.................... . . XIII.
Equisetum silvaticum. Bosch Paardenstaart.............. . XXIV.
Asplenium Adianthum nigrum. Streepvaren................... . . XXIV.
HONDERD ZES EN ZEVENTIGSTE AFLEVERING.
f l Hypnum triquetrum. f l Driekantig Dekmos. . . . . . XXIV.
*2 „ squarrosum. 1-2 Rappig Dekmos...............
Clematis. Vitalba. Hegge Clematis......................
Malva Alcea. Vijfdeelige Malowe.................
Borago officinalis. Gewone Bernagie.................... V.
Adianthum Capillus Veneris. Vrouwenhaar............................ . XXIV.
HONDERD ZEVEN EN ZEVENTIGSTE AFLEVERING.
Helminthia Echioides Gärt. Ruwe Dubbelkelk.................... . XVIII.
Ervum gracile, Dec. Tengere Linze. .......................
Lychnis Coronaria. Gekroonde Koekoeksbloem . . . X.
|1 Chordaria flagelliformis, Ag. 1 Zweepvormig Zeekoord. . . . XXIV.
|2 Conferva rupestris, Linn. 2 Rots Brondraad..............
[ 3 n linum. 3 Vlas Brondraad..............
(1 Griffithsia corallina, Ag. 1 Koraal GriffUhsie.............. . XXIV.
*2 Zygnema quininum, Ag. 2 Schoone Ladderdraad. . .
HONDERD ACHT EN ZEVENTIGSTE AFLEVERING.
Rubus odoratus.
Sempervivum tectorum.
Ribes alpinum.
Boletus luridus.
f l Zostera marina Roth.
'2 „ nana „
Breedbladerige Braambes........... XII.
Gemeen Dakenlook . .................... xi.
Alpische Aalbes............................ v.
Pijpzwam.........................................XXIV.
»1 Gemeen Zeelint . . . . . . . . XXL
12 Klein Zeelint......................... XXI.