
Blaas kersachtige (!) Nicandra.
Hoogduitsch. Schluttenartige Nicandra.
Bloeit Augustus en September. 0 .
Natuurlijke Familie der Nachtschadigen (Solanaceae).
Stelsel van L in n a e u s . Cl. V. Ord. L Pentandria Monogynia.
G e s la ch t s -k e nm e r k en . Calyx 5-partitus, 5-angulatus, inflatus, angulis compressis, laciniis
sagittatis. Corolla campanulata. Stamina 5 conniventia, filamentis basi dilatatis, antheris ovatis,
longitudinaliter^ dehiscentibus. Fruotus bacciformis sed exsuccus, calyce vesicario inclusus, 3—5-
locularis. Semina plurima, reniïbrmia, compressa. — Kelk 5-deelig, 5-hoekig, opgeblazen, met
zamengedrukte hoeken en pijl vormige slippen. Bloemkroon klokvormig. Meeldraden 5, naar
elkander toegebogen, met aan den voet verbreede helmdraden en eironde, overlangs openBpringende
helmknopjes. Vrucht besachtig maar saploos, besloten binnen den vliezig-opgeblazen kelk,
3—5-hokkig. Zaden talrijk, niervormig, zamengedrukt.
Soortelijke kenmerken. Foliis ovato-oblongis, sinuato-angulatis, glabris; pedunculis brevi-
bus, unifloris; fructibus cernuis, subglobosis, calyce membranaceo reticulato-venoso tectis — Met
eirond- langwerpige, bogtig-hoekige, onbehaarde bladen; korte, éénbloemige bloemstelen; hellende, bijna
kogelronde, door den vliezigen netvormig-geaderden kelk bedekte vruchten, a. Bloeijende tak.
b. Rijpe, door den blijvenden kelk omgevene vrucht, c. Dezelfde, voor een gedeelte van den om-
kleedenden kelk ontdaan. (2).
Op een krachtigen grond wordt dit gewas niet zelden 5 a 6 voet hoog, en is alsdan sterk vertakt en
zeer blad- en bloemrijk. T)e bloemkroon is blaauwachtig paars, met wit van binnen.
G r o e ip l a a t s . Deze plant behoort in Peru te huis, van waar zij over de warme en gematigde
luchtstreken verspreid is , en hier en daar verwilderd voorkomt; zoo werd zij ook bij ons te lande
door Dr. v a n d e n B o sch in weilanden bij Kloetingen (Zuid-Beveland) aangetroffen.
G e b r u ik . Zij moet narcotische eigenschappen bezitten, en in haar vaderland ais een diuretisch
middel in gebruik zijn; ook wordt zij in Michigan [Noord’Amerika) en in Wallachije als eene
plaatsvervangster van den tabak gebezigd. Zij wordt veelvuldig als eene sierplant in de tuinen
gekweekt.
(1) Blaasker&aehtige; aldus vertalen wij den soortnaam »p/ïysalöïdes”; Blaaskersên toch is eene van de Nederlandsche benamingen,
die men gegeven heeft aan de vruchten van de welbekende Physalis Alkekengi L., en het is aan de eelilkenis
harer vruchten met deze, dat Ntcandra hare benaming »physaloides verschuldigd is.
(2) De plaat is verkeerdelijk in de plaats van met 935 met 936 genummerd.