
SENECIO ERUCIFOLIUS. I>.
Bloeit Julij September.
Stelsel van L innaeus. . Cl. XIX. Syngenesia. Polygamia superfhia.
Nat. stelsel. Vasculares. Cl. I. Dicotyledoneae. Subcl. II. Calyciflorae 0. Compositae. - Subord.
Corymbiferae. Trib. in . Senecionideae.
Geslaohts kenmerken. Involucmm cylindricum vel conicum, foliolis aequalibus uniserialibus,
basi calyculatum foliolis plerumque minoribus. Flores disci hermaphroditi, tubulosi, limbo 5
dentato. Stylus superne glaber. Stigmata semiteretia capitato-truncata, apicem versus densius
puberula. Flores marginales feminei ligulati, rarius omnes hermaphroditi et tubulosi. Achenium
erostratum, exalatum, sulcatum. Pappus pilosus, achêniorum marginajium saepe caducus.
Receptaculum nudum.
Omhulsel spilvormig of kegelvormig, zijne blaadjes onderling gelijk en eenreijig, van onderen bezet
met een kelkje |welks blaadjes meestal kleiner zijn. Schijfbloemen tweeslachtig, buisvormig.
Stempels halfrond, kopvormig-afgeknot, naar de spits toe digt bedonst. Randbloemen vrouwelijk,
tongvormig, zelden alle tweeslachtig en buisvormig. Vrucht ongesnaveld, ongevleugeld, gesleufd.
Pluis haarachtig. Bloemdek naakt.
S oortelijke kenmerken. Foliis pinnipartitis., inferioribus petiolatis, ceteris sessilibus, pinnis
linearïbus dentatis pinnatijidisque, baseos minoribus integerrimis av/riculaeformïbus Corymbo polycephalo
conferto. Calyculo pleiophyllo inVolucrum dimidium aequante Acheniis piloso scabris omnibus
aequaliter papposis, radice repente.
Bladeren vindeelig, de onderste gesteeld, de overige ongesteeld; vinnen lijnvormig getand o f
vinspletig, aan het onderste gedeelte kleiner, volmaakt, gaaf, oorvormig. Bloemtuil veelkoppig,
gedrongen Kelkje veelbladig, half zoo groot als het omhulsel. Vruchten behaard en ruw, alle
op dezelfde wijze gepluisd. "Wortel kruipend.
Groeiplaatsen. In kreupelbosschen, aan beplante dijken en wegen.
De Prodromus florae batavae vermeldt deze soort als gevonden: te Kampen door den Heer
B ondam, te Zeist door den Heer K raèpelien, te Wageningen door Dr. Molkenboer, op Zuid-
Beveland door Dr. van den B osch, te Beuningen door den Heer A beleven. Het boven afge-
beelde specimen is afkomstig van den weg tusschen Utrecht en h et Vossegat.