
CORISPERMUM MARSCHALLII. Steven.
MarschalTs Vlieszaad.
Duitsch. Marschairs Wanzensame.
JEngelsch. Marschall's Tickseed.
Bloeit: Julij — Augustus ©.
Stelsel van Linnaeus : Cl. I. Monandria. Ord. Digynia.
Stelsel van Be Candolle: Yasculares dicotyledoneae. Subcl. Monochlamideae. Ord. Chenopodeae.
( t 'f.st. a f!TTTR-'Br'RTrM~F.n.'ir'Ri'N' t Berigonium e squamula Jiyalina 1—5 compositum vél nullum. Stamina
1—5. Stigmata 2. Nux compressa, latere anteriore convexa, margine acuta vel membrana
scariosa obsita.
Bloemhulsel bestaande u it 1—5 doorschijnende schubjes. Meeldraden 1—5. Stampers 2.
Nootje zamengedrukt, aan de buitenzijde bol, voorzien van een scherpen rand of omzoomd
met een verdroogd vlies.
Soortelijke kenmerken. Perigonio nullo. Nucibus glabris suborbiculatis, dia denticulata apice
excisa in medio excisurae bimucronata. Bracteis supremis ovato-lanceolatis attenuato-acutis fo-
liisque uninerviis mucronatis.
Bloemhulsel afwezig. Nootjes glad, rondachtig, met een vleugel die van boven is ingekerfd
en midden in de inkerving twee spitsjes heeft. Bovenste schutblaadjes eirond-lancet-
vormig, naar de spits toe versmald, evenals de bladen éénribbig en gespitst.
Groeiplaatsen. In de duinen, vooral op akkers. Bij ons het eerst gevonden te Overveen
door den Heer Stekhoven. Het afgebeeld exemplaar is van de pan achter het Bentveld
bij Zandvoort.