U 'i
in de Bomen ftaan, een g oed e, lofTe, opgevulde Aarde i s ;
a l ’t welk de volraaking der Vrugten begunftigt. Gelukkig
is een Hovenier, die zodanige 6F diergelyke avar.tagle voor
zyne Bomen h e eft; hy zal met weiiiig moeite mcer uitrig-
te n , en meer roem v erwervcn, als ccn andere, die diergelyk
e voordeelen des Gronds en Standplaats niet magcig i s ;
want, gelyk ik meermalen in hec Eerße Dec! gczegt h e b ,
hec niet volkomen in dc magt des Moveniers is , om de Planten
en Vrugten volraaakc te doen worden, hoe goed hy ook
zyn Konft verftaat, als h y niet door gemelde Voordeelen
begunftigt w o rd , en die tot baat heefc.
§ 4.
Uic het gezegde blykc dan o o k , dat men de fyne Peeren,
inzonderheid Uitlandfche Zoorien , om ryp en fraakelyk te
hebben, aan Efpaliers, op een goede Eupoßiie, (op 'x.Zuid-
Ooß o f Ooß') zetten moet: Evenwel moet zulks niet onver-
fchillig met alle Zoorten gefchieden, om d a t ’er eenige zoorten
z y n , die op S tam , in de vrye Luge gegroeit, veel fmakelyker
wo rden, als aan Efpaliers, o f ook beter dragen als
ze v rywilllg opgroeijen.
§ 5.
D e ze Boom boord met zyn Wortels dieper in de Grond
als den Appel-boom, groeid ook doorgaans met regtfcheuti-
ger Kroon-takken o p , en heefc dat eigen, dat de fmakelyk-
fte Vrugten dikvvils (n ie t a ltyd , en meeft van de fynfte
Z oorten) aan quarlagtig o f aan kankerig Hout voortkomen.
S 6.
De bekende Zoorten van Peeren worden alle vermeerdert
d o o r ’t Enten en Oculeeren, en zulks op driederhande Z o orten
van jonge Plantzoenen, als , i . O p zogenaarade wilde, uit
Zaad gewonnen, Pcer-Struik. s . Op Poriugalfche-
^uee-Struik. 3. Op Phage Doorn-Strulk. De eerfte Strui-
ken worden gebruikt tot opgaande o f Stam-bomen. D c
tweede om daar Bouijfons, o f Efpalier-boomen, voor laage
Efpaliers, op te enten i dewyl de ^ e i , van Naiuur niet
groot wordende, die hoedaiiigheid aan de daar op ge-ente
Bomen o verzet; (\ße Deel §. 5 8 1 ) . ’£ Zelfde doet ook de
Doorn-Struik, dog deze zoude ik ten eenemaal afkeuren
alzo de Peeren daar o'p ge-ent, doorgaans fteeiiig en hard
worden, inzonderheid die reeds van Natuur wat Steenig val-
len ; daar en boven berften ze ligt en blyven dikwils klein:
Ook willen z elfs , om deze laatfte reden, zommige Zoorten
van Peeren niet op Quee ge-ent z y n , maar tieren beft op
wilde Plant-zoenen. Men befpeurt o o k , dat de eerfte Vrugten
die aan op ^uec ge-ente jonge Bomen voortkomen, wat
wreed van fmaak z y n , maar die verändert, als de Boom eeni-
ge Jaaren onder geworden is. D e Peere-Struiken worden uij
de Pitcen aangequeekt zo als de Appel-Struiken {Appell. § 4.)
5 7 -
Wegens de ge-ente ^iee-Plantzoenen ftaat nog aan te merk
en, dat ze niet gemakkelyk zoomen willen, weshalven het
oculeeren op Quee beter als ’t enten is , mits dat de Plantzoenen
jong en dun daar toe zyn. Men kan dezelve ook altyt
wat dieper Planten als die op andere Plantzoenen ge-ent z y n ,
het welk zelfs dienftig is , om reden, dat d ew yl de ^ueé van
Natuur uic het Hout wortels fpruit, de Bomen daar door beter
groeijen.
, § 8.
Aangaande á tE niing op wilde Peer-Struik, was meh v oo r
dezen gewenc, dezelve tvveemaal te enten, o f te oculeeren,
te w e e ten , men zette daar op eerft Grauwe ZuikerPeeren,
o f Gczegende Peeren, o f eenige andere vrugtbare en goed
gezond Hout-makcnde Z o o r t; Hier op zette men in het verv
o lg , voor de tweedemaal, allerlei andere zoorten naar begee-
ren ; dog deze manier is meeft uic de Mode geraakt, zeer
waarfchynelyk om dubbcldc moeite, cn tyd , uic te winnen,
hoewel hec te wenfchen w a s , dat ze van dc Entcniers nog
opgevolgt wierd e , inzonderheid aan Peeren die van Natuur
zeer weeldrig Iloutgewas maken , dewyl ze daar door be-
teinpcrdcr groeijen cn vrugtbaardcr worden.
§ 9. D c
§ 9-
D e nwnicr v n n ’t Plantm, Smeijen, & c „ is m
ons Eerße Deel Idmr aangewezen, derhalven zal ik zulks
•hier niet weer heihaien: Alleen zal ik nog lets wegens ’t
Smeljen, dat van belang is , aamnerken, o f weer errinne-
ten ; namelyk, dat men de Peeren nooit veel korten moet,
inzonderheid die van Namer f te r k , weeldrig Houtgewas
maken, e n niet gewillig Vrugten geven; want dewyl de
meefte Peere« doorgaans haare eerfte Vrugt.knoppcn aan de
elnden der Loten voortbrengen, -zo worden door het korten
niet alleen de Vrugten weggefno cit, maar ook veroor-
zaakt zu lk s , dat de Knoppen längs het geheelc L o o t dikw
y ls doorfchietcir en Takken worden, die anders, als het
Lo ot ongckort geblcven was, Spooren, cn binnen kosten
Vrugt-knoppcn zouden zyn geworden; invoegen dat men
door ’t korten der Leten een geheele Boom bederven en on-
vrngtbaar maaken kan, fchoon hy zonder dat dikwils vrugt-
baar genoeg zyn zoude. Maar men zal wel begrypen, dat
dit nalaten van korting hoofdzakelyk verftaan moet worden,
van Bornen die reeds verfcheide Jäten oud z y n , want jon-
ge onlangs ge-ente Bomen, moeten in de eetfte Jaren nood-
zakelyk gekört worden, om haar eeir goed fch ik , en ge-
nocgzame Hout-Takken te doen verkrygen, en wanneer ze
dit hebben, dan begint men ze anders, en gelyk als gezegt
is , te behandelen.
§ 10.
W a t nu het gebruik der Peeren aangaat, zo is het bekent
gen oe g, dat dezelve voor cen aangenam Defert o f Na-fpyze,
om rauw uit de hand te eeten, opgedifcht worden; werdende
dezelve doorgaans voor veel lekkerder, en fmakelyker
geagt, te weten de goede fyne zoorten, als de Appelsi dog
men houd ze niet zo gezond.
Volgens de Rcgels van de S C I IO L A S A L E R N I T A N A ,
Adde pyro potum, iß c . , zouden de Peeren, rauw gegeten
zyn d e , zeer ongczond moeten w e z en , ten ware met een
glas w y n ; dog ik gelove dat zulks alleen plaats heefc, als
ze al te veel gegeten worden, o f dat dezelve Hegt en onfmakelyk,
o f niet wel ryp z y n ; maar dat ze matig, iiizon-
derheid na de maaltydc, gegeten, niet zullen hinderen.
Men gebruikt de Peeren o o k , gelyk de Appels, veel in dq
Keuken , tot Geftoofs en Gebaks, en dan worden z e 'g e zonder
geagt als rauw; inzonderheid als ze met Zuiker en
Kanneei toebereid zyn. O o k worden ze op veel plaatzen
gedroogt, ’t z y gefchilt o f ongefchilt, tot een aangename
Winter-Spyze, op dezelfde wyze als de Appels {Appel-Boom
§ 7 . ) : Zynde de gedroogde ftukken, van goede geurige ge-
fchilde P i i« » zeer zoe t, en even als o f ze waren, zo
dat men ze voor Confyt op T afe l brengen ma g, te meer als men
de koften doen w i l, om ’er b y het drogen altemets wa t zuiker
over te ftrooyen.
§ I I .
D e Peeren worden ook we! in Zuiker o f in Honig geconfy
t : Hec luft m y , en het zal mogelyk niet onaangenaaiq
zyn aan Dames en Jufrowwen die z ig met de Muishouding
bemoeijen, om de manieren van ’t confyten der Peeren, als
ook hier na van andere V ru gten , aan te wy zen.
Om dan de Peeren in Zuiker te confyten, zo neemt goede,
fmakelyke, even rype Peeren, S c h ü t z e , maar de Sreelen
laat men daar aan, o f men fnyd die maar ha lf a f , boort ’et
he tKlo khu is met de Pitcen van boven zagtjes u it, dog zo ze
groot z y n , fnyd ze in vier o f meer ftnkken, werpt ze voorts
in fchoon water, om dat ze anders befmult worden; kookt
ze dan in zuiver water, maar niet al te murv; daarna doet ze
uit het water en laat ze op een Tcems uiclekken ; vervolgens
doet ze in een zu iv ereP an , g ie t ’er geclarificeerde Syroop van
Zuiker o v e r , die g y te voren tot dien einde, gelyk w e
ilraks zullen aanwyzen, bereid hebt, laat ze daar in een
Da g en Nagt lang ftaan; giet dan de Syroop a f , kookt die
op ’t nieuw tot een bequaine dikte, en giet ze daar na weer
over de Peeren; om dat de Syroop door ’c V o g t , dat 1105
in de Peeren is , dünner word; doet dit herkoken van de
de Syroop zo dikw ils , tot dat g y ziet dat dezelve op de
B 2 Peeren