door Iigt van de groei en wel geheel aan ’e quynen raken,
o f de Vru gten, voor dat ze ryp z y t l, afv a lle ii: D o g i o de
Grond uic de natuiir niet vrugtbaar genoeg is , en verbetcring
nodig he eft, (willende deze Bomen in 't bezondere een voed-
zame Grond hebben, om dat ze mild i n ’t bloeijen en vrugt-
dragend zyn , en in een fchrale aarde haar in korten tyd dood
dragen), zo moet men heel oude byna tot aarde gewordene
Koe-tlicfl: gebruiken; dog beter is goede Blad- o f Mout-aarde,
Sttaat-flyk, o f goede lofle Bagger uic Gragten o f V yv ers ;
ze willen tamelyk over een vogte G ro n d , daar ze beter in
groeijen als in droge; dog al te vogt ftaande worden de V ru g ten
onlmakelyk.
§ 5.
D e Zoorten van Pruimen worden hier te lande Voörtgezet
door middel van zuiging o f ocuUering op Struik o f Uitlopers
van Pniirn-bomen-y willende ’/ enicn in de Klove aan deze Bomen
zo wel niet gelukken. T o t het oculeeren moet men heel
jonge dunne Plantzoenen nemen, want oude niet ligt vatteii
w illen , om dat ze te dikke Schors hebben: Ook moet men
Uiclopers verkiezen van vroege Zoorten dewelke draagbaar
z y n , en goed fleuiig Hout-gewas maken: Zommige houden
tot dien einde voor de befte, de Uiclopers van de kleine Res-
pruim, en enkelde Boere witte,
§ 6.
Men kän de Pruimen ook zuigen en oculeeren op Plantzoe«
nen die tot dien einde uit de Stenen gewonnen z y n , welke
Stenen in ’t Voorjaar, na datze te meuken geftaan hebben, ge-
zaaic, en de jonge Plantzoenen i ä z Jaaren oud zyn d e , or-
dentelyk in R y e n , 2\ voeten de R y e n , en i ä i j voeten de
Plantzoenen in de R y van elkander, geplant worden, om daar
vervolgens op te oculeeren-, maar om te zu ig en , moeten z e , als
z e een bekwame dikte verkregen hebben, b y de Bomen geplant
worden, waar van men zuigen w i l ; dog deze Saajing gefchied
we inig, dewyl de Pruimen doorgaans overvloedigUitlopers ma-
k e n , die men rafter en met minder moeite voortzetten kan;
en men ook niet vcrzekert is , dat de op de eerftgemelde Plant.
zotwtTigezogene, oigeocukerdeV,on\Qr\ goede waftelykeBomen
¿ullen Worden; d ew yl ’er iii: de Stenen zeer verfchillige zoorten
voortkomen, die dikwils met ’c Ent geeti genoegzame
natuurlyke overeenkomft hebben: De zoorten die men beft
tot de Saajing hou d, zyn de Boere witte . Rode Eyer.Pruim,
vroege Damas: Zommige willen v erzekeren, dat de Pruimen
op Plantzoenen van Apricoos g e e o t , die uit Stenen van de
Princejfe- o f Kleine ApricoBs gewonnen z y n , vroeger ryp en
fmakelyker worden en zeer wel cieren, ik heb zulks nog niet
zelfs ondervonden, dog twyffele aan de waflelyhheid dier Bornen
, om reden in myn eerße Deel gemeld; maar ik zoude dienftig
oordeelcn, indien men de moeite wilde d oen , om tot
do Enting van yder zoo rt, Plantzoenen te queeken uit de
Steenen van dezelfde Zoorten.
De Bomen nit Steenen voortgekomen, brengen ook zoni-
tyds goed e, fmakelyke en diergelyke Vrugten v oo rt, als daar
ze uit gezaait z y n , zonder verone te worden; gelyk dan daaf
door alle de goede zoorten van Pruimen voortgekomen zyn^
die bekent z y n , dog ze komen b y ons m e e f t , gelyk alle
ander Boom-Vrugten, u i t ’c Saad verflegtert v o o r t, willende
ditin warmer Lugtftreken wat beter gelukken, weshalven
we ons a a n ’t enten moeten houden.
De Pruimen kunnen ook door Uiclopers, ¿onder te verenten
, voortgeteelt worden, gevende dus gelyke zoort van Vrugt
als de Moeder; te weten als de Moeder niec op Cen vreemd
Plantzoen geent is ; dog men höud daar v oo v, dat ze verent
wo rdende, beter en fmakelyker Vrugten voortbrengen; en
dewyl de goede Zoorten hier te lande doorgaans verent worden,
zo vind men ook geen Uitlopers der goede Zoorten.
ft à 3 jarigEnt-gewas, d ew y l de oudere bezwaarlyker aan de
groei raken, en flegter voortgang maken.
De Pruim-Bomen Willen niet veel gefnoeit we zen, inzonderheid
Stam-bomen, dewyl ze daar door minder dragen;
Men fnoeit derhalven alleen het flegte, ondeugende Hout
w e g , als mede de Takken die vcrwavvinge veroorzaken en te
overvloedig z y n , om de overige wat meer aandoening van
de Lugt en Zon te doen genieten.
§ I I .
Deze Boom draagt doorgaans niet zeer v ro e g , inzonder-
lieid als hy fterk groeit, maar wat bejaard geworden zynd e ,
betaalt h y zyn agterftallen rykelyk.
§ 12 .
"Dt Pruimen worden z ow e l rauw , als op verfcheiderhande
w y z e geftooft z yn d e , genuttigt; dog rauw worden ze voor
zeer ongezond gehouden, inzonderheid als ze wat veel
geten worden, want dan kunnen ze Buik-krimpingen, Buik-
en Rode-loop veroorzaken. Hoewel die hooftzakelyk moet
verftaan worden van de fle gte , waterige, laf-zoete zoorten,
als b y v o o rb ., de Ros-prumen, Spillingen, Enkelde Boere
W it t e , en diergelyke; de goede zoorten die wat vaft van
Vleefch en geurig z y n , zullen weinig hinderen, inzonderheid
al ze na de Maaltyt en niet al te overvloedig gegeten
worden: Onder alle zoorten word die voor de gezond.
fte geh ou d en, die men in Hoog-Duicfchland ^uets noemt,
en aldaar veel groeit en zeer aangenaam van fmaak is; dog
die hier te iande niet wel r y p , en dus zo fmakelyk'niet en
wo rd, ten z y met een heel goed Jaars-fliizoen.
§ 13.
D e Pruimen meeft, gelyk de Druiven, met een
D auw u it , dat haar, inzonderheid de blauw e, zeer bevallig
o p ’t oog maakt; weshalven men ze zeer voo rz ig tig , cn met
droge Handen moet plukken en hanteeren, als ze in haar vol-
maakte cierlykheid op de Tafels zullen verfcliynen.
§ 14-
In Duitfchland en Frankryk worden de Pruimen veel gedroogt,
’c z y in een Bakkers- o f in eeu expres daaf toe gemaakte
Droog-oven, om daarna, geftooft zynde, alseenaan-*
gename Spyze te nuctigen; en dus worden zen ie t ongezond
g ea gt, zelfs niet voor zieke Menfchen : Z e maken de Buik
zagtjes lo s , en worden tot dien cinde veeltyds in eenPruira-í
zopje bereid, waar in men, indien’t nodig is , nog een weinig
Senes-bladen (omtrcnt | o f J L o od ), met wat Crémor Tartarí
(i L o o d ) , in een linnen doekje gedaan zyn d e , kan doen
week en, o f een weinig zagtjes latcn met opkoken, daar by
vocgende, zo men w i l , wat Zuiker : O f men kan ’er wat
Manna (ecu paar lood) in het wanne Sop fmelten, ’t welk
een deftlg laxeerend Sopje worden zal voor Hypocondriake,
Scorbudge, en andere met verftoptheit gepynigde Menfchen.
T o t het drogen worden goede, fmakelyke, vleefchige
zoorten gekozen, wordende in Duitfchland de voorgemelde
^uets daar toe veel g eb ruikt, die een byzonder geurig
Geßoofs maken; en in Frankryk worden de Blauwe Damas,
Brignoles, Perdrigons, Diapreés, en St. Catharine daar toe
veel geagt.
Î 15.
D e Prumen worden ook veel geconfyt, zo wel nat als droog.
Om dezelve nat te confytcm zo neemt Prumen die vleefchig
en geu rig, en maar even o f nauwelyks ryp z y n , prikt
ze op een plaats 10 ä 1 2 , ’t welk gedaan w o rd , op dat de
Zuiker beter zoude daar in dringen, legt ze dan een korce
tyt in koud W ate r, daar na doet ze in een Steenen Pan met
ander W a t e r , en laat ze op een Vuur een weinig koken
tot dat ze beginnen te dryven; doet ze dan in het Water
koud worden, en fpoelt zc daarna in ander Water wa t a f , ver-
volgens op een Teems gedaan zynde, laat ' e r ’t water aflek*
ken: Doec ze dan in een dunne geclarificeerde Syroop van
Zuiker (Peer-boom § 12 .) , tot dien eiiide van te voren ge.
reed gemaakt z y n d c , en laat ze daar in langzaam koken tot
dat de Syroop een bequame dikte h e eft; doet de Pruimen
H dan,
!
IÄ
IV