Ilí
I
Pag. iq
B E S G H R Y V I N G
V A N D E
S I.
. E PRU IM -BO OM word genoemt i n ’t Latynfch,
Prunus. Prunus inermis, foliis lanceolato-ovatis.
Linn. Gen. iß Spec. Royen, Prodr. Franfch, Pru-
iner. Hoogduitfcb, Pflaum-baum. Engelfcb , PIumme-Tree.
Deenfcb, Kreige-Trce. Zweedfch, Plomon-Trai.
D e Vru gt zelfs heet in ’t Nederduitfch Pruim; in ’t Franfch
P rune; in 't Hoogduitfcb Pflaume; i n ’t Engelfcb Plummc; in
’t Deenfcb Kre ig e ; Ziveefcb Plomon.
D e Pruim-boom bemint de warme Climaten, en daar woD
den vele zeer geurige fmakelyke Zoorten van gevonden, in*
zonderheid in de zuidelyke Landen, als i n ’t zuiderdecl van
Frankryk, in Italien en Spanjen, maar waar van de meeflen
Iiier te lande niet wel ryp wo rden, o f maar een weinig aan
de Z o n s 'zyd e , en niet door en d o o r , gevolgelyk haare aangename
gear niet verkrygen; daar zyn ’er zelfs die omtrent
Parys haar behoorlyke rypte niet verkrygen, zo veel te minder
hier te lande, ten ware aan 't Espalier en in goede Jaers-
faifocmn, dienende haar in ’c bezondere de Ooßer- cn Z n id .
Ooßer Expofitie-, dewy] z e o p de Zuider- en Zmd-Wcßer E x .
poßtie, zeer ligt verbranden, dikhuidig en taai, in plaats van
ryp en gen rig , worden. Daar is nogtans ook onderfcheid
án de Zo orten, aangaande de Stand-plaats,.willende zommige
liever op Stam, en nictgaarnc aank Espalier aarten; andere
op beydc v iy zc , dog ze willen aan het Espalier doorgaans
niet w e l dragen, we lk veroorzaakt wo rd, d o o r ’c fnoeijen#
dat men genoodzaakt is aan het Espalier meet te doen als aan
Stam-bomen, om ’t Fatzoen te bewa ren, en verwildering d ci
Takken te weren,
5 3.
Om de goede Iloedanigheid van cen Pruim te hepaleil j
z o moot ze z y n , niet vaft van V le e fc h , nog ook te w e ek , maar
datfmeltend, vol-fappig, n ietta a l, hog meclig is , en wyders
een aangename, zuikeragtige, verhevene fmaak h e e f t : Did
zodanige Pruimen in zyn Tuin h e eft, kan zeggen dat h y waC
lekkers h e e f t, om op te diffchen: Daar zyn vele die diergelyke
Pruimen de rang boven dc Apidcofcn, en zelfs Perfiken,
en niet zonder reden, geven. Het is aan de Pruimen eigen
gelyk aan de Pcrßken, dat dc grootfte op dezelfde Boom doorgaans
dc fniakelykfte zyn.
$ T '
D e Prtim-bomea bcgercn'een goede v erfch e, vrugtbare#
onbemefte, liever Zand- als Kleyagtige Grond, om dat de
Vrugten in de eerfte ryper eii fmakelyker worden. Z e gaan
met hare Wortels niet diep in de Aarde, maar die lopen meeft
even onder de Boven-grond voort, cli maken vele fyne W ortels.
Meft moet men ’cr niet b y brengen, inzonderheid geen
Paarde-meft; en nog minder verfche , want dc Bomen daar
G 2, door
'10m
la
i lV ,