K'
i i i w:m
.
Í >
ì%
k
z y n , dcwyl daar op veel grooter en ook fmaakelyker worden
: DcZaailingen , niet verent wordende , brengen doorgaans
kleine, ilegte Vrngten v o o r t, en komen langzaam aan
’ c draagen.
INIen kan z c ook van Uitloopers queeken , die goede V ru g ten
g e e v en , te weeten , als de Moeder ßruik van goede
z o o r t , cn niet verent is : Anders ent o f zuigt men op deeze
Uitloopers, die men overvloedig kan doen voortkomen
door middel van afkapping aan een oude B o om , omtrent
de grond.
- Om jonge Mifpel-boomen uit ’c Zaad te queeken, zoo
word V Z a a d , zynde de Korls o f zoogenaamde Steemn, die
men in de VYugc v in d , in het Voorjaar, na d a t ’t de Winter
over in vogt Zand te meuken geftaan h e e f t, in kleine
Greppels gelegt , o f op een Bedde gezaait, en wel diep
ondergehakt: Dc jonge opgekoomene Boomtjes worden
vervolgens 2 1 3 Jaaren oud z y n d e , in de Emery op i d-
2 V o et verplant, haar als dan de Pen-wortels ontneemen-
de ; en dus 1 ä 2 Jaaren geftaan hebbende, kan men ze
enten: W il men ze Zuigen , zoo plant men ze by de
oude Boomen, wanneer ze bequaam dik geworden zyn.
: 5.
D e Vrugten o f Mi/pels kunnen niet e e r ft, gelyk bekent
i s , gegeeten.worden, dan na dat ze een tyd lang geleegen
hebben en week geworden z y n ; dan worden ze van zommige
voor een lekkere Vrugt gehouden , en neevens andere
Vrugten voor een Na-geregt o f Banquet opgedifcht; dog
andere houden ze voor weinig fmaakelyk en dus in weinig
w a ard e, te m e e r , om dat z e , als ze week en bequaam om
te eeten z y n , ’t aanzien hebben , als o f ze verrot waaren ;
’t komt ’er zekerlyk hier me ed e, gelyk met allerlei andere
zoorten van Vrugten , op den Liefhebber aan.
Men legt ze gew oonlyk, n a ’t plukken , op o f i n ’t Stroo
te meuken, maar dan moet men op letten , dat zulks verfch
en niet muf o f ftlnkende z y , om dat anders de Mifpels een
ftinkende geur daar van verkrygen : Rlen moet de Mijpels
ook in de Herfft niet te vroeg plukken , maar de eerfte vorft
’er een weinig laaten overgaan, waar door ze fmaakelyker
worden.
5 d.
Het llo u t van deeze Boom is zeer hard en Ma y, en derhalven
veel geagt en g e z o g t , tot Moolen- en andere Werken
die hard Hout vereifchen. Het is ook een goed Brand-
Hout.
Daar zyn nog eenige Meede-zoorten van dit G ew a s , die
zomtyts in de Tuinen gequeekt worden, als volge :
1 . D E L A A G E o f N AN T JE S -M IS P E L , met roode
Vrugten.
Chamtc-Mefpilus Cordi & Cotoneaftet folio rotundo non
ferrato. C. B . Pi». 452.
Cotoneafter. J . Bauh. i . 73.
Chamte-Mefpilus. Lob.
Mefpilus humilis folio mali cydonite rotundo non ferrato.
Plerman. H . L . B . 424.
Blefpilus folio fubrotundo, fru flu rubro. Tournef. h ß .
64a. Boerh J. A . 2. 257.
Mefpilus foliis ovatis integerrimis. Linn. H . CUff. i8 p.
Flor. fuec. 403. Roy. Prodr. 2 7 1 . Hall. Helv. 352.
2. D E L A A G E M IS P E L -B O OM , met roode Vrugten
en gezaagde Biaaden.
Cotoneafter folio oblongo ferrato. C. B . Pin. 452,
Cotoneafter forté Gefneri. Ciuf. H. 6? Pann.
Mefpilus humilis folio malo cydoniic oblongo, ferrato.
Hermau. H. L . B . 424.
3. D E L A A G E o f N A A N T JE S -M IS P E L , met zwarte
Vrugten.
Alni effigie lanato folio minor. C. B . Pin. 452.
Dyopfyriis. J . Bauh. i . 75.
Mefpi-
107
Mefpilus folio rotundiore, fruétu nigro fubdulci. Tournef.
h f l . 642. Boerh. J. A . 2. 257.
Amelanchier Gallorum. Lob.
Vitis Idæa. 3. Ciuf. H. â f Pana.
Mefpilus inermis, foliis ovatis ferratis acutis. Linn. H.
Cliff. 189. Roy. Prodr. 2 7 t .
4. D E N A P E L S CM E R I IS P E L , Azerole genoemt.
Mefpilus Apii folio laciniato. C. B , Pin. 453.
Cratægus Apü folio laciniato. Tournef. h f l . 633. Boerh.
y. A. 2 .2 4 8 .
Mefpilus Aronia veterum. J . Bauh. i . 67.
Mefpilus Aronia. Dodon. Loh.
Cratægus foliis cordatis acu tis , lacinüs acutis ferratis.
Linn. H. CUff. 187. Roy,'Prodr. 2 7 1 .
17k van Napels, Sicilien, en elders. Dezelve gelykt v e e l,
ZOO in de Biaaden als V ru gten , naar de Haag doorn, dog
die in alle deelen veel grooter zyn.
De Vnigcen koomen ook by Troffen v o o r t, en zyn , wel
ryp zynde , fchoon rood van Ko leu r, en aangenaam z o e t ,
iets rynsagtig van fmaak ; dog men vind in de gemelde G e weften
verfcheide zoorten daar van , aangaande de Vrugten.
D e eerfte zo o r t , die roode Vrugten o f Eeflen voortbrengt,
welke rraar de Haag-doorn bellen gelyken-, dog grooter z y n ,
groeit ln de Gebergtens van Heog-Dmtfcbland, Ongaricn-,
Ooßm r jk, Zwitferland, Frankryk, Zwctdcn, en elders.
D c tweede zoort fcliynt maar een verandering van de vo-
l i g c , hebbende gezaagde Biaaden, cn groeit in dezelfde'
Landftreeken, dog word minder gevonden.
D e derde z o d r t, die zwarte zoetagtige Befien draagt,
groeit ook in de Gebergtens van de gemelde Landen , dog
meer in de warmer Landen , als in Ongaricn , l ia ik n , Lan.
gedoc, Provence, enz.
D e vierde zoort groeit ook in de warme Landen van
Frankryk, en I ta lim , en inzonderheid veel in het Koning-
Aangaande de Cultuur van deeze weinig by ons bekende
Gewaifen, dezelve kunnen hier te Lande door Uitloopers
o f Inlegging (§ 500.) voortgeteelt worden : De drie eerftgemelde
( § 7 . No. I , 2 , 3 .) vevdraagen onze Winter-koude ,
op een warme plaats geplant ftaande, taamelyk w e l , inzonderheid
de twee e erfte , maar de v ie rd e , o f de Azcrok
is teederdcr; kunnende geen Vorft , zonder te vergaan ,
dootftaan, weshalven dezelve van de Liefhebbers van vteem-
de Gewalfen ln Potten o f houte Bakken gehouden w o rd ,
om ze ’sWinters in ’t Oranje-Hnis te overwinteren, e n ,
om 'er Vrugten van te bekomen, dezelve ’sZomets tot dien
einde in een Trek-kas voortzetten ; hebbende op deeze w y ze
voor deezen in Duitfchland Vrngten van gezien en ge-
proeft die heel aangenaam van aanzien en fmaak waaren.
Daar is ook nog een verandering van Azcroie die dubbelde
Bloemen geeft. D o g dit z y hier genoeg gezegt van deeze
vreenrde buitenlandfclre Gewalfen, dewyl we hooftzaakelyk
tragten te fpreeken van zoodaanige die ons Ciimaat kunnen
in de open Grond en Lngt verveelen , en daar bcneevens
tot eenig gebruik in de Tuinen en Huislionding dienen.
D d 2
B E S C H R y -
■
g ; . ;
f e