/ ' i
A
' U f
■ (i .f f .
V;- íl
96
v en een groote mecnigte Vo lks van dccze V r n g t , die ze
braadcn en eeten , ook wel Mecí van maaken en Dtood van
bskken , o f met Melk Pappen van kooken.
5 9.
Om de Kaßmjc« lang verfch te bewaaren, zoo doet men
ze in een Steenen P o t , ftrooit daar tuffchen cen weinig
Z o u t , maakt de Pot met eeu Verkens Blaas o f anders digt
t o e , zoo dat 'er geen V o gt by komen kan , daarna begraaft
men d ie , omgekeett een halve o f heele Vo et diep onder
de A a rd e , cn gebruikt in her vervolg daar van naa believen.
O f men legt zc op ecu koele drooge plaats op een
h o o p , Cl. overdekt ze dik met Z a n t , op dat ’ei geen Lugt
b y kan komen ; want de Lugt doet ze bederven.
§ 10.
Het H o u t , dat heel hard i s , word in gemelde Landen ,
daar die Boomen veel groeijen, en heel groot en dik worden
, zeer veel g e a g t , en gebruikt tot allerlei Timmeragie
en andere Huislyke dingen , als b y voorbeeld, tot Balken ,
Planken, Latten., KaiTcn, W y n - en andere V a te n , Tob-
ben , enz. D e Takken worden gebruikt , tot Hoepen om
de V a ten , en tot Wynftoks-paleu , enz.
Maar dit Hout deugt niet om te branden, want het kraakt
geduurig en de vuurige koolen vliegen om z ig heen.
§ i r .
Men zegt ook dat de Afch van dit Hout niet goed is tot
L o og om ’t Linnen fchoon te maaken , dewyl z e , in plaats
v a n ’t zelve te zu iv eren , vol Vlekken ma akt, die ’er nooit
weer uit gaan.
Van de Kaßanje Equine o f Maroniers d'lnde, zullen we
hier na in de Plantagie-Tuin fpreeken.
B E S C H R Y -