E.
Cariate, Zie Cerifetfé.
EugeKe Hlauwe, zie Pnine d’Orleans.
Eyer-Pruim (R o d e oF Vio lette .) Rode Bonum magnum.
Rode Mügol. Imperiale rouge.
Eyer-Pruim (Bonte).
Eyer-Pruim (W itte ). Witte Bonum magnum. Witte Mo gol.
Imperiale blanche.
Eyer-Pruim (Crooie geele), zie Ileeren-Pruim.
F.
Ranfs rode Pruim, zie Rojale.
G.
f f Oadenlakenle, zie Drap d’Or.
Cruene Pruim, zie Mirabelle.
H. H Anekioten, zie Rognon de Coq.
Heeren-Pruim. Prune de Moufieur. Grote geele Eyer-Pruim,
h ius op de Jleen.
]■ IEan
hative, zie 'Cerifette.
'imperiale, zie Eyer-Pruim. '
Ile vert. Verdace. Olyi-Pruim.
Imperatrice. Keyzerin.
K.
St. J[\_Ateryne-Pmim. St. Caterine (Prune).
K e r sP ru im , zie Cenfette.
Koningtn Claudia, zie Reine Claude.
Konings Pruim, zie Rojale.
Kroos-Pruim, van verfcheide Zoorten, als blauive, geele, rode,
ÔCC., en van verfchillige grootte.
M .
zie Abn’coos-Pruim.
Alalotie, zie Ros-Pruim.
Maugercn, zie Damas.
Mirabelle (Groene dubbelde). Damas vert. Groene Damas-
Pruim. Dauphine.
Mirabelle (Groene enkelde). Petit Damas vert. Damas vert
hatvf. Bedelaars-Pruim.
Mirabelle bianche, ou jeaune. Mirabelle perlée. Witte Mirabelle.
Mirabelle noir. Mirabolane. B lauwe Mirabelle o f Mirabo-
lane.
Mogol-Pruim, z ie Eyer-Pruim.
Monfieur {Prune d e ) , zie Heere Pruim.
Morin ha ty f, ou precoce.
o.
O L y f.P r am , zie Ile vert.
Ongarifcbe ^u ets , zie Quets.
Orange (Pruine d’) . Oranje Pruim.
P.
Aarde-Pruim, zie Ros-Pruim.
ta ffe velours, zie Perdrigon.
Perdrigon violet.
Perdrigon blanc,
Perdrigon h a tyf ou precoce. Vroege Perdrigon. PaiTe-ve-
lours. Prune de Catalogne. Dubbelde Damas.
Perdrigon d'Ita lie , zie Rojale.
Prune d 'Abricot, zie Abricoté.
Pruimjools-pruim, zie Brignole.
Pruim met dubbelde Bloemen, Ondraagbaar.
Pruim met bonte Bladen,
Prune d’Orleans. Engelfe blauwe.
Prunelle, zie Brignole.
Q
V ^ U e t s (Lange). Hoogduitfche Quets. Ongartfche Quets.
Prune d’ Altefle? Damas long. Lange Damas o f
o f Damafcener Pruim.
Quets (Grote Ongarifche). Dubbelde Ongerfche Quets.
Quets (R o n d e ) . Spaanfche Quets.
R.
R Eine Claude. Koninginne Claudia,
diocbe-courbon, zie Diapreé.
R o gn on de Coq. Amandel-Pruim. Hane-Kîoteni
Rojale, Konings Pruim. Perdrigon d’ Italie. Franfche R o de .
R o s - o f Paarde-Pruim (Dubb elde). Malotte. Grote Ma-
lotte.
R o s - o f Paarde-Pruim (Enkelde). Kleine Malotte.
R o s - o f Paarde-Pruim (G rote geele).
S.
^ Lee-Pniim. Wilde Pruim.
Spilling (Geele enkelde), Was-Pruim.
Spilling (Geele dubbelde). Grote Was-Pruim.
Spilling (Blauw e).
V . Ftrdace,
V.
Erdace, zie Ile Vert.
Violette. Violet-Pruim. Grote Violette.
Virginale, z ie Abricoos Pruim.
Vroege witte, zie Cerifette.
w .
llde P ru im , zie Slee-Pruim.
JFas. Pruim, zie Spilling.
B E S C H R Y V I N G van de meeile
der gemelde P R U IM E N .
AM E L IE -P R U IM (B L A U W E ) , Is een matig grote
Pruim; van Gedaante rondagtig, en van Ko leu r blauw-
agtig-violet en word vroeg ryp ; W r V leefch is z a g t, zappig
en van een tamelyk geurige Smaak.
D e Boom maakt goed gewas en draagt wei.
AM E L IE -P R U IM (W IT T E ) . Is ook een matig g ro te ,
rondagtige Pruim; haav Koleur is geelagtig-wit, en ze komt
ook vroeg aan, dog niet zo vroeg als de voorgaande, en
•de Boom draagt wel. Het is zeer waarfchynlyk dat deze
gemelde twee zoorten op andere plaatzen in de Nederlauden
r o g andere Benamingen voeren, die ik nog niet heb kunnen
ontdekken.
A P R IC O O S -P R U IM (G E M E E N E ) . Is een v ry grote
Pruim, van grote als de dubbelde Boere W it te , haar gedaante
is eenigzints langer als rond; haar Koleur is geelagtig, en
' veeltyts met violetagtige Vlekken min o f meer gevlekt en
geftipt; haar Vleefch is z a g t , zap p ig , en van een aangename
geurige Smaak.
D e Boom draagt heel fte rk , maar laat zyn Vrugten met
het ryp worden ligtelyk vallen, inzonderheid in flegte, vogte
Jaren.
D e roode zoort is daar van niet onderfcheiden, dan dat ze
wat bleeker valt. D e bonte zoort is ineer violet gevlekt op
een geelagtig witte grond; en het onderfcheid der witte beftaat
daar in , dat ze niet o f zeer weinig gevlekt, en alleed
geelagtig-wit is. Welke veranderingen buiten twyffe! voort-
gekomeii z y n , door ’t Eiit-Plantzoen. O o k kan de Grond
en Stand-plaats veel doen, dat de Vrugten van een zelfde
Zoort meer o f min gekoleurt zyn.
A P R IC O T E , o f Franfche Apricoos-pruim, is een vry grote
Pruim, van gedaante iets langer als ron d; van Koleur geel-«
a g t ig , en met roode Stippen wat min o f meer geftipt en
gev lekt, inzonderheid aan de Zons-zyde, zo dat ze zeer wel
na een kleine Primeffe-Apricoos g elyk t, waar van ze ook de
Naam voert; haar Vleefch is z a g t, zappig, los aan de Steen,
en van een heel geurige verhevene Smaak.
D e Boom draagt fte rk, en flaagt zo wel op Stara als aan
Efpalier, dog voornamelyk aan deze laatfte ’t beft.
Men moet deze Franfche Zoort niet verwarten met de
voorgemelde Apricoos - P ru im , als zynde iets vafter van
V le e fch , e n , wel ryp z yn d e , van een geu rige r, na die der
Apricofen hellende, Smaak.
B O E R E W IT T E (D U B B E L D E ) , is een v ry grote Pruim,
rond van Gedaante , met een merkelyk diepe Naad ; haar
K o leu r is geelagtig, eenigzints na den groenen hellende;
haar Vleefch is z a g t , volzappig, vaft aan de Steen, en van
een heel aangenaame Smaak, inzonderheid aan ’t Efpalier
gegroeit zynde. Z iet Figuur 5.
De enkelde Boer» Witte verfchilt niet van de dubbelde,
dan dat ze wat kleinder en geeler van Koleur v a lt, zynde
veeltyts ook iets met rood gefpikkelc: Deze word fmakelyker
bevonden op Stara g e g ro e it , als aan ’t Efpalier; en
o ve r treft, w c l ryp z yn d e , n a a r ’t oordeel der Liefheb bers
en Kenners, dc dubbelde in de Smaak; zelfs veele houden
ze voor de fniakelykfte van alle onze Inlandfche Pruimen,
en ze word in deze Nederlanden veel geculdveert, invoegen
dat men ’er zeer veel daar van op de hlerkten ziet,
1 D e
ils
'li !