■T* -M- '
i:i
r i g . lo s
B E S C H R Y V I N G
V A N D E
H A Z E L N O T E - B O O M .
ÿ E eze Heefier-agcîge Boom, o f Heefter, word
! in verfcheide Talen genoemt : In ’t Ne-
I derduiifch , Hazel-noote-boom. Hazelaar.
I Kleine Noote-boom. Latynfch, Corylas.
Hoog-duitfch , Ilazel-nufz-baum. Hazel-ftaude. Franfch,
Noifetcier. Avelanier. Coudrier. Engelfch, Hasle-Tree.
Beenfch , Hasle-Træ. Zweedfch, Hazel.
D e V rngt zelfs heet in ’t Nederduitfch, Hazel noot. L a tynfch
, N u x avellana. N u x pontica. Nu x præneftina vel
Heracleotica. Hoog-duitfcb, Hazel-Nufz. Franfch, Noi-
fccte. Avelaine. Engcljch, Hasle-Nut. Deenfch, Hesle-
Nbd. Zweedfch, Hazel-NoJ.
B y de Botaniften voert deeze Boom de volgende Latynfche
Naamen; Corylus fylveftris. C. A . £/», 418. Tournef.
h iß . 581. Boerh. J. A , 2. 176.
Corylus. Dodonris.
Corylus fylveflris. Loh.
Corylus ftipulis ovatis obtufis. Linn. H. CUff. 44. Flor,
fuec. 787. M a i. med. 4 3 1. Roy. Prodr. 81.
5 ==•
Daar zyn ook verfcheide zoorten van dit Struik- o f Hees-
ter-agtig G ew a s , die men in ’t algemeen onderfcheid in
wilde en tamme. Onder de tamme zyn de volgende de bekendile.
I . D q Roode Lamperlynfche o i Roode Pit-noot, ook Roode
Baard ndot genaamt; deze is middelmatig groo t, v ry langvan
ftuk en geheel in de buitenfte Schil o f Bolfters b ed ekt, die
ook fterk getakkelt o f gekartelt zyn , waarom deeze Noot
Baard-noot h e e t ; Haar Pit is geheel rood van buiten , en
de Schelp, die ze b ed ek t, is ook bruin-roodagtig, en de
'S teelen en Biaaden zyn ruwer als van andere zoorten.
Daar is ook nog een verandering, van de voorige in alles gelyk
, behalven dat de Pit wit i s , ook is de Schelp in allen
zoo ros niet, wordende witte Lampertynfche en ook Ceiler-
noot g en oemt: Deeze twee zoorten worden ’c fmaakelykft
van allen geagt en worden ook ’ c eerft ryp.
2. De Zeeuwfche, o f Engelfche, ook Dubbelde Hazel-Noot
genoemt; is heel g ro o t , k o r t , rondvallig, en niec geheel
tot aan ’tuiteinde met de Bolfters overdekt; voorts zeer dik
en hard van fch e lp , dog vol van P i t , en zeer fmaakelyk, •
draagt ook w e l , en is derhalven waardig, geplant te worden.
3. D q Groote Spaanfche , Franfche o i Lionfche Hazel-Noot ,
deeze is ook heel groot en rond-vallig, gelyk de v o r ig e ,
maar doorgaans wat oneven o f k an tig , en niet zoo vol
van P i t , ook ondraagbaarder, waardoor ze van de vorige
onderfcheiden word.
4. De Tros-noot, aldus genoemt, om dat veele, Nooten
(6 , 7 , 8. en zomtyts meer) in een Tros by malkander groeijen
, daar de andere zoorten maar 2, 3, ä 4. Nooten b y elkander
hebben : Z e zyn maatig g ro o t, rondvallig, en niec
g eh e e l