rige eerfte zoorten, inaar de Biaaden zyn niet zoo van elkander
g ed e elt; heeft ook geen D o om s , en de Bloemen
zyn groo ter, rood-agtig, en zeet welruikende; dog de
Vrugt word b y ons zelden ryp.
§ 3.
De eerfte zoort groeit veel in Hoog-duitfchland, Frankryk,
Engeland, Braband, e n z ., in de Heggen en Stn iik en , op
Bergagiige plaatzen. De tweede en derde zoort groeit mede
aldaar, dog zeldzaamer, en de derde zoort hooftzakelyk
in de ruwe Gebergten. De vierde zoort is uit America uit
’c Landfchap Canada tot onzent overgebragt.
Z e willen alle in allerlei goede vette gronden en die wel be-
arbeid z y n , zeer wel groeijen , beminnen liefft een wat fcha-
duw-agcige niet al te heete plaats, en verdragen de Vorft
en andere Winterfche ongemakken zeer gewillig, Dezelve
worden door de Uiclopers o f VVortel-lpruiten gemaklyk voort-
gezet.
S 5. ,
Men plantze Rey-wyze hier o f daar in de Moes-Tuinen,
o f elders, op een afgezonderde plaats, ’t z y in enkele Rei-
jen ; o f 2 Reijen op een Bed , van 4 ^ 5 Voeten b re ed ,
de R e ijen , en de Struiken in de Reijen , 3 ä 4 Voeten van
malkander. Dus worden ze ook wel in de Moes-Tuinen
Rey-wyze langs de Staketten o f Muuren aan Paaltjes, op
die w y ze als de Wyngaard in Duitfchland geplaatft , 3 -k 4
Voeten van ’t Staket, en 6 ä 8 Voeten van elkander, op
welke w y ze ze zeer wel tieren , en aan dc Efpalier bomen
geen hinder doen.
Men zerze ook wel op de Noordzyde der Staketten ,
waar dog anders niets wel tieren en ryp worden w i l ( i D e e l,
§ 0 8 4 .) , en daar ze zeer wei aarden en r yp en ; maar zoo
fmakelyk niec worden als op een beeter plaats.
5 5 .
D e Framhofen fpruiten alle Jaren veel nieuwe Loten o f
Spruiten, van 4 , 5 ä 6 Voeten hoogte uit de W ortel, welke
het volgende Jaar Vrugten geven cn dan verfterven , derhalven
moeten deze verftorvcne Loten jaarlyks in de Winter o f
in het vroege Voorjaar, digt b y de Wortel weg gefnoeit worden
, öokTnoeitmen dan de overvloedige jonge Loten w e g ,
op 4 , 5 ä 6 n a , die men behoud en op 3 ä 4 Voeten , naar
maate dat ze fterk gegroeit zyn ■, in k o r t , dewelke vervolgens
aan een bygeftokene Paal met willige Tienen aangebonden
worden. D i e , welke in Reijen digt b y malkanderen
geplant ftaan , kan men ook H e g s -w yze , aan een dwars Lat-
werk vaft bind en, dat aan eenige Paaltjes, i j ä 2 Voeten
boven de A a rd e , langs de geheele R e y , vaft gefpykert is..
% 7-
Men plant doorgaans 2 ii 3 jonge Spruiten b y elkander,
om te eer goede Boffchen te verkrygen : Wyders moet men
bezorgt we zen, om de Struiken jaarlyks, o f t e n minften om
de twee Jaren, in de Herfft o f vroege Voorjaars-tyt, met
goede oude vergane Meft te bemeften, waar door ze meer
en grooter Vrugten gev en; wordende de M e f t , maar even
met de boven grond wat omgeroert. Ook moet men bedagt
w e z en , om , wanneer deeze Struiken 5 ^ 6 Jaren geftaan
hebb en, andere jonge te planten, d ew yi de oude na die
tyt verminderen en flegter Vrugten geven.
D e Wortels der Vramhofen loopen ver in de g r o n d e n
fpruiten dikwyls ver van de Struik; dog welke Spruiten, indien
ze hinderlyk zyn , ligtelyk door middel van affteeking
der W o r te l, o fu itfte k in g , kunnen verdelgc worden.
D e Framhofen zyn eene zeer aangename V r u g t , om rauw
uit de band te eeten, en dc T afe l daar raede te vercieren ,
hebbende een bezondere lieflyke g e u r , die aan haar allen
eigen
eigen i s , en ze verkoelen z e e r , niaiir men moet zorg dta-
gen dat dezeive net op iiaat tyd van Rypte geplukt worden,
want cen dag langer hangende, worden ze onfmakelyk;
befchimmelen en rotten, inzonderheid als 'e vogtig w e it is;
ook willen ’et b y heet en droog weer ligtelyk Wotmen in
groeijen.
S 9.
D e Framiofe« worden ook heel geconfyt, ’t welk beft gefchied
op deeze wy ze. Neemt een goed gedeelte uitgeperft
Sap van Ftantbofon, laat het een paar dagen ftaan en doet
dan ’t dunne van ’t zap boven a f ; vervolgens doet by dit zap
twee deelen znik er, kookt het op ’t vnnr, fchnimt en eh r i.
ß eee,t he t, en laat het verders kooken tot dat het een Syroop '
zo dik als dnnne Honig word; daar na giet deze Syroop over
verfche, b e lle , nitgezogte Frantiozen, en bewaart ze dns wei
toegemaakt; en als de Syroop na eenige tyd komt waterig te
w o rd en , zo moet men dezelve afgieten, o p ’t nieuw tot ge-
nielde dikte ko oken, en dan weer over de gieten.
Daar word ook een Jiooi o l Gelee van ’t Sap gemaakt, dog
zelden daar van alleen, maar in vermenging met rode Aa l.
t e f ie - S .,, weshalven ik de befehryving daar van zalfpaaren'
tot de volgende verhandeling van de Aalbezien. Zal alleen
nog zeggen , dat deeze Confituuren zeer dienftig zyn om zieke
menfchen te laaven en te verfterken; ze vetkoelen zeer
in heete koortzen, en vermeerderen de kragten.
§ 10.
W ilt je een aangename Uqueur bereiden, zo neemt rype
Framlozen, doet die in een Flefch met goede Spiritus Fini o f
Brandewyn, laat dit in de z o n , o f op een andere lauwe plaats
een tyt lang ftaan digereren , ’t zal dan zeer aangenaam we zen,
wilmen ’er wat zniker, eenige Kruid-nagels en een weinig kan-
neel by vo egen, het z a l't niet bederven, maar geuriger maken.
Men maakt dit Liqueur ook wel met vermenging van
M m lle-K er zen , dat ook aangenaam word, en indien men ’t
• 'S
heel hclder cn klaar begeert, zo moet men het door cen Vloei-
papier laten ioopen.
S II.
Ult deeze Vrngten word ook een Eßntieei z o u t tn thm M ,
dat, behalven andere Medicinale g eb r ifken , zeer verkoelende
en dorft-verllaande by Koorfzen en in heete tvden, wsar van
raen z ig in het bezonder met veel nuttigheid bedienen kan op
Reyzen in de Zoomerdagen, als men dikwyls geen andere
Drank danwaterverkrygen kan, zyndevoornamelykzeer goed
en fmakelyk als het op de volgende wyze veimengd word.
R . Sal. ejfent. Rub. Id. 2 one.
Tart. ppt. i one.
Cinnam.
Sem. Foenicul.
Flaved, Ptm. dir. aa. | one.
Sachar alb 12 one.
M. F. pulvis fubuliffimiis.
Van dit Poeijer doet men een Lepe l vol o fm e e r onder
r ä 2 Mengelen (dat is circa 2 k 4 pond gewigtsj goed water
, en men giet het uit een glas in het andere wel door
malkaar, zoo zal het w a te r , fchoon het ’er wat troel.cl
u itz iet, heel g en r ig , verkoelende, vetverfchende en ook
niet ongezond wezen.
§ 12.
Het zal niet onnut z y n , om de prcparatie van ’t gemelde
Zout hierby te voegen ; Perft een goede gedeelte Sap uic
rype Frambofen , filtreert ’t door Vloei-papier, en koolcc het
daar na zoo lang zagtjes tot dat ’er een Vlies op komt; zet
het dan in een koele ke ld e r, zoo zal z ig het Zout aan de
kanten van ’ t Vat aanzetten, ’c welk men moet vergaderen , ’c
overige Sap afgietende, dat men dan vervolgens weer op
vorige w y ze koken , en dan in de kelder zetten moet, zoo
zal ’er op ’c nieuw wac Zone voortkomen, ’ c welk men
F^ f^ a ten