
I
,1 3 4 SOOR T EN V AN BOOMEN.
mee hunne vasthoudende wortelen den grond te-
gen het uitkabbeleii te bewaaren.
V. Verdienen de w il o e n ook eenen naam?
A. Schoon zy een voos hout leveren , verdienen
zy veel agting ; want met de gedroogde
Schors geneest men verfcheiden’ Ziekten’ : van de
Knotwilgen hakt men Ryferen voor de Erweten ;
van de hoog opgefchooteii’ maakt men verwar-
mende Klowpen.
V. Wat is opmerkiyk in deezen Boom?
A. Dat hy , ( waarvan hy mogelyk den
naam van Wilg draagt) in allerleie gronden wil
cvasfen; en dat hy in leven bly ft, en Ryferen le-
vert , ill zyn alié zyne Ingewanden vergaan , alls
er niets meer van hem overig als een deel
der Schors.
V. Van Welk nut zyn de l in d e n ?
A . Men gebruikt ze meest tot fraaie Laanen ,
om eene digte lommer te hebben.
V . Waartoe dient het p a p e n h o u t ?
A . Om harde pinnen voor Schoenen te maaken,
V . E n .d e jW Y G E N der Ryswaarden?
A. Om Korven en Manden te krygen. <.
V, Komt ons ook het w e r v e l e n h o u t te pas ?
A. Ja 1 als men Sporten in ladders, o f Manden
wil maaken. '
V. Is o o k het h o e p h o u t nuttig?
A. Zeer nuttig voor den Kuiper, om Hoepels,
voor tonnen en vaten te fnyden.
V. Wy hebben , behalven de opgenoemdeu,
ook nog den flegten j e n e v e r b o o m ?
A. Is h y zo l ie g t , als zyne Besfen , met
Graanen in water g e floo k t, eeneu drank levöl
ren.
SOORTEN VAN B O o 'm eN . 135
ren , nuttig voor fommige zieken , doch vooral
voor dorstige , vermoeide , koude o f bezweete
lieden, mids zy er weinig van neemen?
V . Maar wil men hem veel en geduurig
drinken?
A , Dan vindt men in hem den dood , die
fpoedig op alle oDmaatigheden , vooral in de jonk-
heid begaan , volgt , het geen de fchuid en de
onzinnigheid der Menfchen en niet des Booms is.
V, G y moogt zulkeii drank dan niet drinken?
A . Myn Vader gaf my gisteren deeze lesfen
„ Drink nimmer fterke dranken in uwe jeiigd ,
ook niet dan by noodzaake in den volgenden
leeftyd, en zelfs met maate in den ouderdom —
Onthoudt U nu van den wyn , en als gy hem
tot. verkwikking begint te drinken , doe het dam
ook zeer maatig Drink , bezweet z yn d e , wel
eenen warmen, maar nimmer eenen kouden drank,
vooral g e en . Karnemelk : men heeft gevallen ,
waarin dit doodelyk was — Eet weinig vleesch,
veele groenten ; eet ’ s middags uw genoegen,
doch zyt ’s avonds fober, enz.
V . Nu heb ik U hiervan genoeg gevraagd:
zeg my , welk gevolg moet men uit deeze Be-,
fchouwing der Boomen trekken?
A . Wy . moeten , de menigte onzer nooddruf-
ten ziende , verbaasd ftaan over de Magt , Wysheid
en poedheid van God , die in alles, ook
door de Boomen, zo gunftig heeft willen voorzien
; en daarom moet onze dankbaarheid aaa
Hem altoos groot z y n , en beftendig biyven dnu*
ren.
T W E E .
m
>1