
26 R E G E N B O O G .
V. Wat zyn vo um a l ien ?
A . Eene verzameling van brandflofFen, foms
groot en w i t , vliegende door de lu ch t, en in
flukken flaande zonder nadeel te doen.
V. Ook z y n e r v a l l e n d e s t e r r e n ?
A. Die men zo noemt, zyn brandlloffen in de
lu ch t, welken al brandende verteeren. De waare
Stetxen vallen nooit. Door deeze , ' als mede door
het Weerlicht en de Vuurbailen , reinigt de goede
God de lu ch t, zonder welk wy niet gezond
kunnen leeven.
V . Weet gy o o k , wat nooederlicht is?
^ A . Ik weet er niets meer van , dan dat het is
één eenpaarig lic h t , witte o f roode vlammen op-
fchietende uit eene laage wolk in ’ t Noorden,
s winters meest te z ie n , veel verlichtende de
Noordfche Volken.
V . Wat is in uw oog het fchoonfle Verfchynfel
aan den Hemel?
A. D e pragtige e e g e n e o o g met zyne heeriyke
kolem-en , veroorzaakt door het fchynen der Zon
tegen de vallende Regendroppelen : een Verfchynfel
, welk men my geleerd heeft met verrukking
aan te zien.
V . Hoe veele Koleuren zyn er in te zien?
A . Zeven voornaame ; vio/et, purper, blaaum,
groen , g e e l , oranje en rood,
V.- Hebt gy nooit twee Regenboogen te gelyk
gezien ?
A. Meer dan eens : maar dan is de tweede altoos
flaauwer, om dat hy de weerfchyn des anderen
in de dampen der lucht i s , en , de koleu-
ren flaan anders.
V. Zyn deeze alle de Boogen , die men aan
den Hemel ziet? A . Neen;
r e g e n b o o g . 2 7
A . N e en ; want men verneemt o o k , fomtyds
’s avonds, witte o f geelagtige Regenboogen tegen
over de Maan zonder koleuren , ook wel
groote ronde Kringen , ver van de Zon o f Maan
afliaande.
V. Zyn die niet fraai?
A . Z y zyn niet o f weinig gekolenrd , ten zy
z y digt by de Maan ftaan: anders is ’t nog
fraaier, gelyk fomtyds gebeu rt, meer dan eene
Zon o f Maan aan den Hemel t e zien ftaan , by-
zoNNEN en EYMAANEN gcnocmd , niet anders zynde
dan een weerfchyn der waare Zon en Maan.
V . tiebt gy wel ooit van h o o z e n op o f - digt
by Zee gehoord ?
A . Wel gelioord , maar niet gezien.
V. Wat zyn ze?
A . Een draaiende punt, heeft men my gezegd,
eener neerzakkende W o lk , van eene geweldige
t r a g t , kunnende K e rk en , Huizen , Molens en
Schepen omver flaan.
V . Kent gy ook h o u w m o u w e n ?
A . Houwmouwen o f Winddoorns zyn een Draai-
wind op het land, ook van veel g ew e ld , die
Huizen en Hooirooken kan omkeeren o f ver-
woesten.
V . Wat verftaat men door r o e d e n der Zon?
A . Straalen der ,Zon , door o f agter de Wolken
in de lucht gefcliooten , en dikwils te zien.
V . Welk Luchtverfchyiifel is verwonderlyker ?
A . De s n e e u w , om dat ze niet anders is dan
Water , door God in eene andere gedaante her-
vormd, zeer wit en zeer l ig t , dikwils beftaan-
de uit de allerfchoonfte kleine iiguurtjes, die men
zien kan.
V. Hebt