
M S B * "
Î 4 K 0 M E E T E N.
drietige Nagten , en begimftigt dus de Reizigers ,
zo te water als te lande.
V. Somtyds valt in haar eene e c l ip s , wat is
dit?
A. Men telt *er ■ van twee foorten. Als de
Maan , tuflchen de Aarde en de Zon körnende,
het licht der laatfte onderfchept; dan ziet men
eene Eciips o f Taning in de Z o n , dat i s , meii
kan de Zon niet geheel zien ; maar fchiet de
Aarde jiiist tusfchen de Zon en de Maan iir haaren
loop , wanneer de. laatfte geen licht van de
Zon kan krygen, dan is een deel der Maane doii-
k e r , en dat noemt men eene Eclips o f Taning
in de Maan.
V. Zyn nu de Sterren , Zon en Planeeten alle
de Hemelfche Bollen ofLichaamen, die er zyn?
A. Neen ; want er zyn nog anderen , die wy
KOMEETEN o f s ta .^ r ts te r r e n hoeuien , die zieh
fomtyds ; en dan met eenen verliebten Staart vertoonen,
r
V. Wat is dezelven eigen?
A . In het wyde Uitipanfel te dwaalen , maar
eenen körten tyd voor den dag te komen , en
dan w e e r , jaaren lang, uit ons gezigt te ve rdwy
neu.
V. Wat meer?
A. In zieh zelven duister te zyn , gelyk onze
Aarde en de Pianeeten ; doch , om de Zon in
rvyde kringen Icopende, al haar licht van dezelve
te ontvangen.
V. Voorfpeüen z y , by haare verfchyning, geenen
Oorlog, Pest o f Hongersnood ?
A. Men heeft my verzekerd , dat dit niet ksn
z y n , om dat men , na haare verfchyning, dikwils
Vre-
S C H O O N E H E M E L . I S
Vrede en Overvloed heeft zien voigen, gelyk thans
ook by ons noch plaats heeft.
V. Wat zyn tocli haare lange Staarten?
A . M y is gezegd, dat niemant die zeker weet.
V. Waartoe dienen Pianeeten en Komeeten?
A . Dit is ook- onbekend ; doch men g i s t , dar
ze allen Waerelden zyn.
V. Welk befluit trekt gy uit dit alles ter lee-
ringe?
A. Dat de donkere Plemel door deeze Lichten
zeer fchoon van God is opgefierd ; dat men, uit
derzelver grootheid, los hangen en loopen in het
Uitfpanfel , kan oordeelen van ’s Heeren onbe-
gryplyke Almagt, en zo w y er iiieer yan wis-
ten , zou men ook in dezelven noch meer zyne
Wysheid en Goedheid ontdekken. De Hemelen verteilen
Gods e e r , en h^t Uitfpanfel verkündigt zyner
banden werk. Ps. XIX. 2.
D E R-
- ; Î.
i ä
w _
i v l
A f
fl