
f q
ÿ Z S P IN N E N . V L IE G E N . M Ü G G E N .
gaan ; ea d a t , met het vergrootglas gezien , zeer
fchoon is gemaakt? '
V . Hoe is haar Webbe ?
A . Het beftaat uit net getrokken overfyne draa-
den , gemaakt uit eene ftolFe , waarmede haar agterlyf
gevuld is. Myne Moeder heeft my aange-
raaden te gaan zien , wanneer zy dat maaken.
V. Waarom dat ? • .
A. Om dat ik-dan een van de konftigfte Werken
door een Diertje zou zien maaken , o f'a ls het wat
gebrooken i s , zou zien herftellen , en tevens van'
hetzeive lesfen van verftand , oplettenheid , waak-
zaamheid, dankbaarheid en fpaarzaamheid leeren.
SALOMO z e l f , zulk een wys Vorst ; (dit zeide ook
myne waarde Moeder) gaf er acht op. De Spinnekop
grypi met de banden, en is in . de Paieizen der K o
tiingen : zy maakt eenen goeden trat Spr. XXX. 2 8 ,2 9 .
V . Zyn er veele vliegen? : , '
A . Geiyk,: er“ verfcheiden’ foorten van Spinnen
zyn , zo zyn er o o k . veele foorten van .Vliegen ;
fommigen met gouden koleuren ; anderen die onze
beesten k wellen; en eene , die door hagr'byten de
knobbeîs maakt op de Eikenbladen.
V. En gy vergeet de mugqen?
A . Muggen , in ’t water gebooren , ,zo fyn en
fraai gefchaapen , aïs fel in 't fteeken , verdienèn
ruim zo veel gekend te worden , als horssels ;
HOMMELS , en WESPEN met haare feile angels, om
zieh te kunnen verdedigen : de laatften , van de
vruchten een weinig proevende, jaagen daarvan weg
de fchaadelylte Vliegen.
V . Waarin woonen de drie laatften?
A- In verwonderlyke fraaie Nesten.,
V, Welke Diertjes le.eveu in den grond?
A. De
M I E E E N. B Y E N . 93
. A . De kloeke m ie r e n ( to t -welken Salotno de
luiaarts verwees. Spr. VI- 6 -8 .) de listige m ie r e n -
LEEUW , de geharnaste v e e n m o l ; de aartige d u i -
z e n d b e e n met zo veele pootjes ;. e n , tusfchen het
g r a s , de zingende s p e in k h a a n e n , en k r e k e l s .
V . Verdienen de r u p s e n geen aandagt?
A . Alle r u p s e n , waaronder zeer verwonderlyk
fchoonen zyn , verdienen onze aandagt te me er,
om dat zy , eenigen tyd gevoed zynde , de Huid
afleggen , in ■ Popjes veränderen, waaruit daarna
veelal overfchoone Kapellen voortkomen.
V . En welke is de nuttigfte?
A . De geene , van welker Popje men de Zyde
haspelt, te vooren door de Rups daarop gefpon-
nen , uit eene weeke iloffe , in twee buizen verborgen
in haar lichaam, die , getrokken door een
gaatje in den mond, den langen draad formeert,
welke mejv z y d e noemt.
V .‘ Vergeet gy niet noch één der voordeeligfte
Infeaen?
A . Men moet zekerlyk aan de b y e n voora!
denken, die gy meen ik , hier bedoelt.
V . Waärom?
A . Om dat er niefs vreemder is dan eeiie menigte
HOMMEL- en WERKBYEN te zien leeven eu
arbeiden in éénen korf onder de heerfchappy eener
KONiNGiN , haaren kostelyken honig en wasch te
zien- verzamelen , en ln zeshoekige celietjes, daartoe
gemaakt, te zien opleggen , o f de jongen, uit
de eitjes der Vorftin gebooren, te zien opvoeden.
V . Waartoe dienen Celietjes van zes hoeken?
A . Om dat zy daartoe de minfte ftoffe noodig
hebben , en zulken egter de grootfte en fterkfte
Celietjes in een klein beftek geeven.
V. Waar-
L* '
■ '" V
. •- fl
m