
I
./ I
.
■ l¥
'i i
?M
; ■? 'ir
i ill
■¿
5 2 G E B O O R T E . A A N G R O E I .
. V . Zou Gods Voorzienigheid zo narivvkeurig
zyn ?
A . Naauwkeuriger dan iemant denkt.
V. Kan men dit verder bewyzen?
A , Ja ! Als er honderd Meisjes gebooren worden
, komeu er honderd en vyf Jongens ter waereld
: doch wyl da laatften meer in de vroegé
jaaren fterven dan de eerften , ftaat het getal vaii
beiden gelyk op het twintigße jaar , om dat elk
Jongman eene Vrouw zou kunnen vinden.
V. Welke lange tyd en hoe groote moeite
zyn er noodig tot hunnen wasdom en opvoeding?
de Dieren zyn fpoedig volwasfen !
A . ' De Dieren zyn tot zulke , groote einden niet
beflemd , als de Mensch ! Onze edele Vermögens
hebben langer tyd noodig tot ontwikkeling en aan-
groei , des ons Lichaam traag mag aanwasfen.
V. Is er eene bepaaling gefteld omtrent den
GROEI der Leden onzes Lichaams?
A . Zekerlyk ! Alle ' Leden krjrgen hunne maat,
en dan noemt men het Lichaam fchoon , by voorbeeld
, een volwasfen Man moet agt zyner Hoof,
den lang zyn ; groeiende het Lichaam altyd meer
uit naar onderen , dan naar boven.
V . Hoe komt h e t , dat de Armen niet tot den
grond uitgroeien ; o f dat een Arm o f Been niet
langer wordt dan het ander?.
A . M y is gezegd , dat niemant dit w e e t : het
behoort derhalven tot de geheimen in de Godlyke
formeering en onderhouding.
V . Hoe nooddruftig is de Mensch , en hoe
veel heeft hy al niet noodig vóóiffea na zynen
volwasfen ftaat! . ■
V. Men
V O E D S E L. S T E R V E Ñ.
' A . Men moet daartegen flelleh den overvloed
van vo ed fel, welken de Dieren , Vogelen , Visfchen
, Akkers en Tuinen ' hem verfchaffen , het
geheele jaar door , tot opgroei en in ftand biyven.
V. Kan h y , door. dat onderhoud gezond leeven
in de heele Waereld ? ' ■ '
A . Ja w e l! mids, hy niet lui o f ledig leeft,
maar zieh veel b ew e eg t, dikwils fchoon* linnen
aantj-ekt, de ( koude meer dan de ■ wärmte bemint ,
en vooraLde:zuivere Lucht zoekt. <*
V. Al geeft arbeiden de meeste gezondheid-;
-Smerteii, Krankbeden en Dood voigen egter.
A . God handelt altyd w e l l Pynen. doéh' ons
aanftonds op geneesmiddelen denken.) eer het- kwaad
inkankert : ook, wordt dikwerf eene Ziekte Boor
eene andere Ziekte'geneezen , o f de R u s t , de
-Slaap , de; Beweging, en andere, middelen redden
ons. - . ■ -
- V . De Mensch Bezwykt egter eindelyk.'
- .A .-M o e t liy de vrucht der zonde niet finäa-
ken , en plaats voor zyne Kinderen in de Waereld
inruimen?
V . Maar , dit s t e r v e n valt zeer ongelyk?
A . Men heeft my geleerd , dat dit valsch zy.!
God heeft eene vaste bepaaling, gemaakt , doch
waarom weet ik n ie t , hoe veel Menfchen' er
zullen fterven in het eerfte jaar lev en s , in het
yyfde , zeveude, tiende , en zo vervolgens.
V . En als wy dit zien gebeuten?
A . Dan krygen w y een nieuw bewys voor de
zekerheid eeijer Godlyke Voorzienigheid An de
Waereld.
, D 3 V . Ster»
* m
' Ii
-■i
L
4 «I