
' ■?
s o S L A A P . Z I E L S V E R M O G E N S .
de LEVER, d e m i l t , de n i e r e n , d e blaas , e n z .
d i e a lle e n o n s n o o d i g z y n t e r a f f c h e id in g e d e r
v o g te n , e n t o t a n d e r e d ie n s t e n .
V. Nu gy my gezegd hebt , hoe w y gevoed
worden , voeg er nu ook by , hoe wy verkwikt
en herfteld worden, als wy onze kragten door
den arbeid verlooren hebben.
A . Door den aangenaamen slaap , dien w y ,
op Gods beftelling, in zyne aanvallen niet lang
kunnen weerftaan , om dat w y zonder denzelven
iiiet kunnen leeven.
, .V., En na den Slaap ?
, A . Na den Slaap vindt de Ziel het Lichaam
verwonderlyk verfrischt, en voert er dan door
uit haaren wil met nieuwen moed.
V . Aan de Ziel hebben w y noch niet gedacht.
A . Z y munt egter uit zeer verre boven het
Lichaam door haaren geestelyken onfterflyken aart
en verdere Vermögens. Z y beiden verfchillen
veel van elkanderen, en God doet ze egtbr verwonderlyk
zamenwoonen.
V. Welke z y n die Ve rm ö g e n s ?
A . Z y beftaan in het begrypen , denken , verbeelden
, gehengenis hebben, redeneeren , oordeelen
, en willen : in het voelen der aangenaame
Driften van Genoegen, Biydfchap , L ie fd e , Vro-
lykheid , Begeerte , Hoop , Vertrouwen , Yv er ,
Roem, enz. ------ en in de onaangenaame aandoenlngen
van Droefheid , Medelyden , Haat, N y d ,
Berouw , Schaamte , Vrees, Wanhoop , Verfchrik-
Idng, Toorn , Verontwaardiging , Wraakgierigheid,
enz.
V. Zyn de Driften ons nuttig?
A . De goeden alleen ; want zy brengen ons in
b e -
l i
D R ' I F T B N. S T. E R V E N. 5 1
beweging tot het uitvoereil vän voortreffelyke
zaaken: en eenige van de laatsten, by voorbeeld,
de Droefheid, de Schaamte, en het Berouw ont-
"dekken zieh by de bekering der Ziel ten haaren
nutte. ,
, V. En hoe worden de kwaade , als H a a t,
Nyd , Vrees , Wanhoop , Toom , en Wraakgierigheid
overwonnen?
A . Door den Godsdienst, die ons het middel
daartoe zeer diiidelyk leert.
V . Wat blyft dan voor onze rekening?»
A . Aandagtig te worden, het verftand te ver-
ryken , het oordeel te fclierpen , den wil te buigen
, de verbeeldiiig wél te gebruiken , en het
geheugen te verfterken. '
Y . Waardoor gefchiedt het laatfte?
A . Door te tragten , om het geen men hoort
o f leest wél te verftaan, in goede orde te
fchikken , en dikwils te herdenken.
y. Maar , elk Mensch , lioe heerlyk van L ic haam,
hoe uitmuntend van Ziel , moet eens s t e r -
VEM ! welk een jammer !
A . Waarom heeft hy zieh dat kwaäd door de
zonde gebrouwen ? Hy klaage niet , want Gods-
dient e n . Eeuwigheid troosteu den Geloovigen.
V. Zü verliest egter deeze fchoone Waereld
tejkens zyne Inwooners?
. A . Ik lees hierin eene verbaazende Vöorziehig-
heid , dat er meer gebooren worden'dan er fterven
, om dat de heele Waereld noch niet bevolkt
is en bewoond wordt : fterven er byna ses//g
Menfchen in ¿¿ne minuut, meer dan zesfig Worden
daartegen gebooren.
D 2 V. Zou
*
>1
- ,
• u ,