
' i
A ä
'
/■
E L F D E
Z A M E N S P R A A K
O V E R DE
E I G E N S C H A P P E N d e r V I S S C H E N .
VRAAG. Zyn nu o o k de v is s c h e n der Wateren o n z e
b e f c h o u w in g w a a r d ig ?
ANTWOORD. Daar Dieren , zo verfchiilende van
Menfchen , en Vo g e len , ook zeer onderfcheiden
van elkander, blyken waren van Gods Almagt,
dan verdienen immers de Visfchen , geheel anders*
dan aile de gemelde gefchaapen , ook wel onze
oplettenheid.
V. Wat is dan ten hunnen aànziene vreemd?
A . ’t Schynt ons toe , dat Wateren geene gepas-
te woonplaatzen voor ievendige Schepfelen z yn ;
want Mensch en Dier en Vogel verdrinkt er in :
evenwel millioenen Visfchen hebben de Wateren
tot hunne verblyfpiaats. Wy llerven , doch zy
leeven er in : en , omgekeerd , zy ilerven , en wy
leeven daar buitén.
V. Wat leert men daaruit?
A . Dat alleen door Gods vermögen duizend
dingen ongeiooflyk kunnen / en ook indedaad verfchillen.
V . Hoe
l e d e n d ' e r v i s s c h e n , Bi
V , Hoe is het l ic h a a m der Visfchen gemaakt?
A . Een glad , lang , final Lichaam , voor dik,
agter langzaam dünner afloopende , zonder uitpui-
leiide oogen , is het beste maakfei , oin fnel te
zwemmen , en zo zyn de Visfchen gevormd.
V. Hebben z y o o k v y f z in t u ig e n ?
A . Ja ! De fchoone Oogen kennen vt^y — —
gefluit hoorende , komen Karpers b o v en , oin
brokken broods te eeten , dus hebben zy Gehoor
de Smaak is hun eigen ; want .z y verkiezen
het een en verwerpen het ander de Neusgaateil
toonen aan, dat z y eenen Reuk hebben —
—— en ’ t Gevoel zal him niemant betwisten , dat
ongetwyfeld fyner dan het onze is , om dat z y de
veranderingen van het Weder vooruit kennen.
V . Hoe ademen zy ?
A . Niet gelyk wy ; want de lucht komt in
door den mond, en gaat uit door de kieuwen,
die verwonderlyk zyn gemaakt uit veele beenige
plaatjes.
V . Z y h e b b e n g è e h e T a n d e N ?
A . Zulken misfen geene Tanden , die dezelven
tot kaauwen noodig hebben.
V. Doch hun ontbreekt den h a l s .
A . Z y k e e r e n z ie h om z o g em a k ly k in h e t
W a te r , d a t e e n Hals o v e r t o l l ig g e r e k e n d m a g w o r d
e n ; b e h a lv e n , d a t d i e , b ew e e g b a a r z y n d e , h u n
m o e i t e in h e t fn e l zw em m e n z o u k u n n e n g e e v e n .
V . Hoe zyn ze gekleed?
A . Met .SCIIU1ÎBEN, die onbedenkelyk fchoon,
en zeer verfchillend zyu gemaakt , zittende met
punten in den Visch.
V. Met hoe veele Schiibben zyn z y bedekt?
F Â, Z y
■t'7,
:■ ■*
■ ->