z z E E R S T E D E E L
A F T E K. E N I N G E.
Defe vierlottun , infondcrhcul verminrJ om hare gekliefde ’ heiligen Thomas. Me» geloofd dat S. Thomas op Malabar en in Zet*
bladeren, vii.d: ik niet dat van andere befchreven zyn. De la» beeft gepredikt. Maarikrekene defe bomen gcenfintsdefel*
Heer Hermant heeft my voor twe jaren een gedroogd takjen I vc te zyn met de S. Thomas boom van d'Acofla, of de Martere,
van de eerftc uit het eiland Zcilan overgefonden , met defe welkers Hiftorie te zien is, lib. giromat. Cap. ia. Maar ik
nevens gaande befehry vinge. S: Thomas Boom, op4e bloemen xyn oordele dat de eerfte bcquamelik kan genoemd worden, Arbor
bloedige grepen te tuen , gejproten uit het vergoten bloei van ien \filiquoja Malabarica, flore purpmajeente flriato.
C U 0 V A
3 3 . A F T E ]
a E twede e b o v am a Mandaru, welke
t5M A 3^ T > A % V ,
E N 1 N G E .
kleine vefeltjens vergefelfchapt, uittermatert
bleek en witachtig. Tufl'chen de bloembladeren
laat fich de knop van de haautp met fijn fteeltjen
fien. De knoppen van de bloemen zyn vyfhoekig. De
baauwen anderhalve fpan o f op het hoogfte twe
fpannen lang,een duimbreet,van fatfoen en coleur
als de voorgaande, fo zyn ook de bónen. Hy
bloeid als de eerfte. De wortel geknaauwd is
goed voor de tandpyn, gefloten en op het hoofd
gelegd verdryft fy de jichtige finkingen des
hoofds j met droge gember gefloten en gekookt,
neemd fy de heesheid weg. D e waaflèm van de
gekookte bloemen voor een ftovinge gebruikt'ftild
I depynen in het lichaam. D e bloemen in het ko-
lik gegeten, maken een gemakkelike ftoel gang.
[De b a (l , bloemen en vruchten te lamen gefloten
en met water, in welk Rys is geweekt, gemengd,
openen de gefwellen en doen defelve ryp wor-
Iden.
de twede looit van Mandaru is » is een
boom de voorgaande in hoogte,dikte,
wortel, (hm en bladeren g e ly k , hoe-
• wel die wat groter als de eerfte en
alle de andere zyn, ook is de klove voor grooter,
aan de verkeerde lyde facht» alwaar minder a-
dertjens zyn, ook gras groender. De bloemen die
met een blad, dat geel uit den groenen en roodachtig
en geplooit is , worden omlet, beftaan
ook'uit v y f o f fes bladeren, hebbende langachtige
en fmalle nageltjens, hoog purper, de vier
o f v y f van buiten en binnen purper rood, h e tc e - ;
ne binnenwaarts aan het fteeltjen en buitenwaarts
bond met witte ftreepjens tuflehen de purper-
verwige adertjens. D e bloembladen die met hare
bleekgroene en geelachtige helmpjens gebogen
zyn, fien na het bonte blad, zyn drie, vier o f
v yfin getal, aan haar begin met fes, feven o f meer
33. A F T E K E N I N G E.
Defcfoortfchijnd genoemd te moeten worden, Arborfili- J rafientejlriato.
guofa Malabarica, foltis ma jon bas bifidis, flore int e»flus purpu-
F E L V T T A-ofM A ^CJD stof
34. A f t e k e n i n g e.
8 E derde foort is de Velutta-Mandaru-, de
Bramans (eggen Davb-Mandaru, zynde
een boompjen fo hoog als een man, groei-
jende in fandachtige plaatfen. D e wortel is fo
dik n iet, Ichiet ook fo diep niet in de aarde. De
(lam heeft de dikte van een arm. D e bladeren zyn
voor in tween gekliefd» even als de voorgaande,
maar .met langer li jden en dieper ingefneden,
aan de binnen ujde donkergroen, en aan de ftre-
pen van de ribbetjens blinkende, van buiten
groen uit den gelen, en met grover zenuwen tuf-
fchen de ribben geftreept. De bloemen, die met
een groen, dun en doorlchijnend blad worden
omringd, zyn feer w i t , met vlakken, fonder
reuk , beftaande uit v y f ronde en enigfints langwerpige
bladeren, met feer fijne adertjens geftreept.
In delelve zyn tien witte bloembladen d ie
aan de eene lyde overhangen, hebbende gele
recht over endftaande helmpjens, tuflehen defel-
velaat fich de tedere Ipruit der hauwen fien, uit
welkers kruin een dikachtig vcfeltjen uit kykh
De knoppen van de bloemen zyn langwerpig rond.
De bauwen zyn kleinder als die van de andere,
vier o f v y f duim lan g , een breed, plat, in een
gedrongen en g la t, na de eene fyde een weinig
ingekort, met een ronde en brede rug. De bónen
leggen in de hauwen even als de andere, zyn
echter fo plat niet als die van de cbóvanna-Matid/ru,
en veel Ideiner, geel van coleur en niet wel fo.
rood. Hy bloeid twe o f driemaal des jaars, maar
in deregentyd heeft hy de meefte bloemen.' In
water gefoden en tot een walfchinge geb ruikt,
verbeterd hy de vochten deslichaamsj gefloten
en op wonden gele gd, geneeft defelve. D e worte
l in olie gekookt en tot een fmeringe gebruikt
geneeft de kleine puiftjens in de óren. Ook ftilt
ly de tandpijn wanneer fy geknauwt en tegens de
tanden aan word gelegd. De bloemen met peper
gefloten en op het voor hoofd g e le gd , zyn goed
voor de pyn in het hoofd.
34- a f -