4 E E R S T
de pijne der ógen: het zap der bladeren gekookt
met olie van Cocos is een goed middel voor de
ipénen 3 de bloemen met fuiker gegeten drijven
de pis en alle flijmerigheid en etter uit de nieren j
het zap uit de bloemen met melk ingènomen is
goed voor een druipert 3 het huisjen van de
bloemen gefloten en met olie g ek o o k t, helpt de
fweren die uit verbrandheid ontftaan: het zap
uit de tedei e vrucht neemt weg alle pijnen en
imerten der ogen1: het water van Lansje met de
i . 2. 3. 4. A F T
Dat 'er verfcheidene foorten van Palmit bómen worden
gevonden , is aan y der bekend die maar een weinig inde ken-
niflè der kruiden is ervaren. C. Bankhuis in Pinace teld feven-
en-veertig foorten op , en deie eerft, ónder de Palmiten die
Noten dragen, met den naam van Paima India Coccifira, Jm -
f t a tM i dat is, Nucis lndtca Aviccnna. Maar alfo die in de
meefte^plaatfèn van Ooft en Weftindien, infonderheid in de
Zceplaatfcn in groten overvloed worden gevonden; daarom
worden fy ook van veele Schry vers in het bréde befchréven:
en infonderheid van Garzias ab Hort o, en van Clufiut o7er
hem. Der fel ver krachten en gebruiken'worden wijdlopig
verhaald van Hcmandus en Recc'hius,Plant ar: Mexicanar: bijhor:
lib. 3 j alwaar fy verfekeren dat delen boom van de inwoon-
ders Cayelli word genoemd, en dat men in nieuw Spanjen
verfcheidene foorten van defelve vind. Maar luft iemand een
fecr nette befchry vinge van defen boom en deficits eigenfehap-
C A V
5 . 6 . 7 . 8 . A f t
SAutiga , in het Malabaars , Madi, is
een boom fo hoog als de Tenga, groei-
jende in fandagtige gronden.De wortel
is fwart en langachtig, een Ipan d ik,
van fich gevende w it en rofchagtigë* W orteltjens,
die van binnen houtige vezelen hebben. De (lam
iseenfpan d ik , aan de wortel dikft , boven dunner
met een helder groene baft. De takken die
uit-de ftam voortkomen, fpruiten kruisgewijs
. twe aan twe uit malkanderen voort, met haar
onderfte deel,het opperfte van de ftam even als,
een fchede o f ronde en geflotene doos omvattende
, de buitenfte omletten de binnenfte, en
maken te lamen een dik hoofd in den to p , Welk
dikker is als de benedenfte ftam felve j de büi-
tenfte takken vallen na den anderen, wanneer
haar voet o f onderfte deel is gekliefd o f g e -
fcheurd, by beurten a f : het onderfte deel o f de
voet der takken is van buiten, donker groen,
van binnen witachtig, van maakfel by na als leer,
in haar binnenfte deel geftreept, met houtige,
lachte, lange vefelen, overtrokken met een wit
en glimmend vlies, welk vaft en dik van weefTel
i s : hetbovenfte deel der takken , is onderaan
de voet breder, loopt allengskens fmaldertoe,
van buiten rond, vanbinnen een weinig hol en
na boven tot een Ipitlè rib uitpuilende, ten we-
derfijdenvanderib met vlakke randen omfchré-
v e n , aan delelve ftaan de bladeren recht tegen
over den anderen van buiten en binnen groen,
aan de voet een weinig geelachtig, en van binnen
met houtige lachte draden en vofc vleeligc
vefelen doorweven 3 zijn langwerpig fmal, ter
langte van drie o f vier voeten en rer breedte van ‘
E D E E L
bloemen gedronken , verkoelt de hitte van dc
lever, wanneer het hoofd daar mede word ge-
wafchen vergaan de rode ógen 3 het pit van de
cocos geknaauwt geneeft dc barften in de mond j
de olie uit de pit geparft neemt weg alle puiften
des hoofds 3 ook is defelve feer goed voor de
fpénen 3 de peer met rij ft gebraden is goed voor
de drooge hoeft: uit de baft van den boom word
een olie geparft , waar mede alle huidfiektens
die- uit wormen zijn ontftaan, worden genefen.
B K E N I N G E.
pen te fien, die fla na G. Pijen. Hi/lor. Nadir. India, welke
getuigd dat iy van de inwoonders van Brazil Inafagua fuiba
word genoemd, en yder blad by na ièftien voeten lang is: van
welken echter onfe Schrijvers niet verfchillen, wanneer die
feggen dat defelve maar dardchalfvoet lang zijn: allo dat het
gene onfe Schrijvers een tak, van Tif» een blad, en hetgene
iy een blad noemen, van hem de vleugel van het blad word
genoemd. Maar behalven dereetsvan andere opgehaalde gebruiken
welke dele Palmit boom ten nutte van het menfehe-
likkegeilachte verfchaft, heeft fy noch daar en boven eenby-
fondere harde; die my inditjaaruitCcylon, het befte eiland
van de wereld is overgefonden ; fy beftaat uit ftdkken die een
halve vinger breed zyn, fosachtig en doorfchijnendevan co-
leur, taai en leer vet van imaak: maar wat krachten defelve
heeft hebbe ik tot noch toe niet konnen ondervinden, noch
van andere vernemen.
K . 9 4-
E K E N I N G E *
vier duimen , een weinig meer o f min, even als
1 y*aÜers mec drie, v ier, jafomtijds v ijf vouwen,
j in de hoeken van de vouwen hebben fy uitfte-
kende helder groene ribben, binnenwaarts inde
langte geftreept, rouw van maakfèl, boven glad,
ten wederfijden donkergroen en blinkende.
Boven aan de top uit de grond der bladerige
takken komen de kokers gewijfe huisjens in
welke de riften der takken en lpruiten met de
bloemen en vruchten-gefloten leggen , Zijn omtrent
vier fpannen lan g , aan de eene Zijde met
welke fy tegens de buitenfte grond aanleggen
rond, aan de andere fijdë met welke fy de binnenfte
voet o f grond omhelfen, van een hollen
omtrek, van buiten glad en effen, boven in het
midden van het holle deel met een groefj om-
trend welke fy opbreken, van buiten eerft bleek
groen een weinig uit den witten en géien, naderhand
gelei-wordende, vanbinnen fuiverwit:
wanneer het buitenfte huisje aangroeid word de
buitenfte tak met geweld afgeftoten; de riften
der takken en lpruitcn die in de huisjens zijn ingefloten
hebben een vlakke voet met welke fy
deti top van de ftam omfetten, en zijn in de dikkere
takken met tedere vruchten voorfien, en
op de dunne fpruitjens, die beneden de grond
van de vruchten u itbreken, alleen met ayren o f
knoppen van de bloemen omfet J zijn eerft witachtig
o f wit uit den géien , naderhand bleek
groen , maar ouder geworden zijnde donker
groen en hard.
De apen der bloemen zyn klein, hoekig en wit-
achtig , openen haar met drie ruige fpitfe en
dikagtige bladeren, hebben in het midden negen
wit