WM
T W E D E D E E L 4 9
IBl ' H l
Bi L E I N E
5\ £ D I -E % V a T -ut
55. A 1? T E K E N I N G Eé
M .
<4^ Aar is ook een kleine Nan d i-Erv atam,
dragende in het Bramans den naam
a l van Dacolo-Nandird , van de vorige al-
a g leen verfchillende, dat de bladeren
wat kleiner, de bloemen wat enkeler zyn en min^
der bladeren hebben, te weren maar v y f , even.
als de bladeren van de eerfte die aan de. buitenfte
reije zyn geplaatft.
Aanmerking op de 55. AF TEKENING
De NAnAi- Ervatam mn.r is een foort van Jafmn, geiyk . die van dc Malu,medica,en daarom kan fy genoemd worden
het fatfoen der bloemen, fulks aanwijft; en fy word door onfe I fafmmrn Malabaricum folinuiai, /luraiitu, port niveo oaoraujji-
Schry vers'van de eerfte onderfcheiden > om datfy in allendélc *>*, tot onderfcBeidmge van dc Syringa Arabic*fiks mahau-
kleiner is. Maarmijns oordeels verfchillen fymetallcn veel, j rantu vm.Cafparus Bauhmus in Pinace, om dat de bloem met
alfo de bloemen die van de Jajtnin gelijk zyn, en de bladeren 1 defegeenimts over een komr.
C A T O-êM 0 L zsf (j 0.
56. A F T E K E N 1 N G E.
■ E Cayo-MÓUgo is een onder Heefter
van drie voet ho o g , groeijende in fan-
dige gronden. De wortel is vefelach-
t ig , heeft een roflche ba ft, die feer
fcherp van {maak is , en wit hout. De
Reien en takken zyn rond , met een blinkend
groene baft, die met dunne hairen is befet, in
Eet hout fit een fachte en groene pit. De bladeren
die aan flaauwe dunne fteeltjens hangen zyn
langwerpig final en fpits, van weefTel dun, facHt,
op de réchter fijde bruin groen, op de verkeerde-
helder, met ten wederfijden uitftekende ribben,
fcherpachtig en bitterachtig van finaak. De bloemen
komen boven uit ’t begin der bladeren aan
dunne korte fteeltjens ftersgewijs met Vyf langwerpige
fpitfe bladeren die in haar midden een a-
der hebben,fonder reukjvan binnen is een hertjen
I beftaande uit opftaande, witachtige blóemdraad-
jens met bleekgroene boortjens, en tuflehen de-
felve een witachtig tongetjen voortkomende uit
het bolletjen welk het begin van de vrucht is.
Het kokerijen is gemaakt van v y f bruin groene
geftreepte bladeren, omvat de bloem eng. De
I vruchten zyn langwerpig rond, Cerft groen, daar
| na geheel goud geel: o fia ffr a n ig fe e r fcherjp en
Ibytende van finaak met een doordringende hitte:
■ voornamentlyk als'fy ryp zyn. In defelvelegd'
een groot getal zwaden door vliefige afichêidfels,
in twe. ordres verdeeld , zyn langwerpig rond,
|plat en witachtig» en droog zynde een weinig,
i gerimpeld. De peper geknaauwd en in den mond
i gehouden ftild de tandpyn; en word gefloten
zynde bequamelik toegepaft om de gefwellen te
ontdoen en los te maken.
Aanmerking op de 56. AFTEKENINGE.
Het géne hier onder den naam van Capi-Molago^ word be-
fchreven , is de Piper-lndicum filiquA fiaya vel Aursa van
CafP Bauh.in Pin. bekendonder den gemenen naam van cap-
ficJm, en met de duitfe van Brefilt-Peper, anders volgens de
Malabaarfe oaam Cafers.Peper-.wzut Molygo betekend Prprr;
Capo ot Gaprt, Moren of Caffers een Indiaans volk. Dele plant
heeft feer véle foorten.enigermaten in het fatfoen der vruchten
cn bladeren verfchillende. De feer naauwkeurige navorfleher
J,tiUru- Amfiwrum deHe.t R.'btfM. vnhald ,
plant van de naturelikke inwoonders van die landen genoemd
word Axi of Carive, enbefchryftdricfoorten van defclve.
Rtccbius in fijne Hi/lor. Nat ar. Nov, Hifpan. lib. f. cap j.
noemdhem ChiUi of Piper Mexicum, cn vertoond in deficits
befchryvinge twaalf ondcrfcheidene loorten, alsook de geleerde
Pil» , dié defelvebefchryft onder den naam van §Luiya,
of Piper Braftlicnfts. Maar Cajp. Bank field de foorten tot vyt-
en-twintig in getal. Defe plant is feer gemeen inde hoven
van de kruidkundige van ons land| alwaar fy gezaaid zynde in
hetfelfde jaar vruchten cn ryp Zaad voortbrengdt; waarom fy
onder de kruiden, en niet onder de Heeftcrs moet geplaatft
worden.
W
E Y N D E.