IO E E R S T E D E E L
T T A f A «5Vf A $ £ 4 éM.
15. A f t e k e n i n g
j Ë twcdé foort is Papajamaram, dc
| Bramans feggen Papaja, een boom., f die ib hoog en fo dik van ftam niet is ,
gverfchillende van de voorgaande in
bloemen, als ook daar in dat hy vruchten
draagd. D c bloemen uit welker midden de
vruchten uitbreken, komen met hare vruchten
hier en daar uit de ftam voort op kleine ftceltjCns,
beftaande uit vijf langachtigc bladeren, die fich
voor tot een fpits toe trekken, fy zijn rouw , dik,
enva ft, londer aderen, na buiten met haaf Ipits
omgebogen. De koker, op welke fy ftaan > be-
ftaat uit v ijf korte fpitfen, hy omvat dc vrucht
beneden wanneer de bladeren der bloemen afgevallen
zijn. De vruchten, hebben geen o f een
feer dunne fch il, een dicht vaft envet-vochtig
vleefch 5 welk wanneer de vruchten onrijp zijn
witachtig, vet enfamentrekkendevan fmaakisj
uit defelve druipt een waterachtige, witachtige
en blaauwachtige v och t, die dik word : ook
word het vleefch wanneer de vruchten volkomen
rijp zijn van binnen g ed a ch tig , en is dan niet
onaangenaam van fmaak, foetvet; van binnen
hebben fy een grote holligheid, die in dc langte
in v ijf ronde lijden uitloopt, befetmet een voos
vlcefch. D e zaden leggen in een groot getal en
v ijf reijen tuflehen het voi'e vleefch, welke in het
midden van de ronde zijden van malkanderen af-
gefcheiden zijn, en het zijn ronde, gehoekte,
oneffene enfwartefteentjens, yder in fijn eigen
w it vlees ingewonden , we lk doorfchijnend, en
blinkend is , de pit van binnen is wit. Draagd
het gehele jaar door, én is buiten gebruik in dc
Medicijne.
5 5 - A F T E K E N I N G E .
plaatlen, af fonderlijk en . vensftaat, het gene ook van Rocheftrt word beveiligd Fa-
• ---- -------gefteld. I bias Colurma in fijne uïtUgginge- over Rteebius maakt ook ge.
Defe bomen worden ook op
met verfcheiden namen rari C. i , ~
Eerft lik. si. SeB. y. Cap. de Platano. Daar na hb. sij. SeB. v
C„p. de Ficu. Is in Ooft en Weftindien een gemene en bekende
Boom: Bmtius noemd hem de Meloendragende boom of Ja-
paüo; Pilt, Pinoguacu, feggende en dat het mannetje en het
wijfje vruchten dragen, anders als Clufius en onfe Schrijvers
leggen, hoewel kleinder en langer , en dat het valfchis, dat
het wijfje geen vrucht draagd, ten zy het mannetje daar newag
v
defenboom, onder dennaamvan Papaijo Orientalis
’Peponis c^Srborejcentis, en hy getuigd dat hy het zaad daar
van met een feer naauwkeurige befchrijvinge van de plant,
van dien fo beroemden Petrus de Vatte heeft gekregen, wanneer
hy van fijn twaalfjarige reifewederquam. Ook is het
aan my uit Weftindien gefonden, en quam wel op, maar
konnende de koude niet verdragen, ging het uit.
I L Y.
l 6. A F T E K E N 1 N G E.
k L j , in de Bramanfe taal Vafi, in de
| Nederduitfe Bambu, is een boom
* waflehende in fandigeplaatfenenho-
* ger als de Tenga opfehietende. D em r -
* tel en ftam verfchillen by na niets van
den anderen, behalven dat de wortel witachtig
en met vele vefelen o f kleine worteltjes bekleed
is } is ook door vele leden onderfcheiden , uit
welke wederom andere gelede botten voortfprui-
te n , en defe maken wederom andere uit welke
als uit nieuwe wortelen vele ftelen te gelijk uit-
fpruiten; defelve zijn rond, .groen van baft ,
hard en geleed, in de geledingen felve met een,
tw e , ja dikwils meerder lange, rouwe, fchérpe
doornen be fe t, van binnen hol. De flammen,
die uit de worteffelve oprijfen, worden wel drie
mans langte h o o g , eer fy eenige fijdc takken ver-
fpreiden, en by na een fpan d ik : wanneer dc
ftammen en takken noch jong en teder z ijn, zijn
fy b y na d ich t, van buiten donker groen, hebbende
alleen in het midden een kleine doorgaande
openinge, en een wittek en; ouder geworden
zijnde zijn fy van binnen h o l, aan de geleden
door een houtig tuflchenfchcidfel gefloten, en
van binnen met een dun w it vlies overtrokken 3
hebben ook houtige, harde , witte vefelen, van
buiten wit uit den gelen en blinkende, fonder
baft : D e ftammen wanneer die oud worden,
krijgen in hare holligheid een fckere fbort van
kalk , die,, een groot gebruik in de geneeskunft
heeft. D e bladeren die met feer korte fteeltjens
op dc ftelen van de geleringen fitten zijp een
fpan lang, onder een vinger breed, boven al-
lengskens fmaller toelopende, in de langte met
aderen geftreept, hebben van buiten in het midden
een zenuwc, ten wederfijden gras groen.
-De bloemen komen op defchilverachtigeairen,
die veel by een op de geleden van de ftclen fitten,
en hangen met feer dunne draatjens uit de geopende
airen, binnen welke ly haar naderhand
verfchuilen als de bloemen van de rijs , en dan
zijn fy even als de airen van de tarruWe, behalven
dat fy kleinder z ijn: defc boom, foo men fe gd,
draagd cerft bloemen in het leftigfte jaar na dat
hy gezaaid is , by na een maand voor fijn bloci-
l jen, vallen alle deflelfs bladeren eerft a f , en als
j hy uitgebloeid heeft , fterft hy. Het affied-
fel van de kaft en bladeren is goed om het bloed