22 MA LA B A A R S E K R U ID H O F .
ftaand, dik , rond en groen fleeltjen komen,
zyn pla t, met drie uitftekende ronde hoeken,
melkig en groen, naderhand tendéleroodachtig
wordende, famentrekkende van fmaak, hebben
in yder hoek een z-aad in fijn eigen huisjen,
het felve is rond en afchgraauw, van binnen wit.
A l de melk die defe Heefter geeft is branden-1
dende op de to n g , bloeid eenmaal des jaars o f
in den regentyd, o f meelt in Januarius en Fé-
bruarius. Uit de wortel met een weing A jjn fa
tida word de plaafler Hitte gemaakt diemen de
kinderen op den buik legd voor de wormen. De
baft van de wortel gefloten cn ingenomen met
water maakt kamergang. Het hout gefloten en
in water g ek oo kt, tot een flovinge gebruikt ftild
de pynen van de jicht.
Aanmerking op de 42. A
Hoe onfeker en de oude en de latere kruidkundige de ware
gedaante van de plant die de Eupborbium voortbrengd hebben
befchreven, blykt genoeg , als in Dio/corides Ub. 3. cap.96.
p liniits lib. i f . cap. 7. Seker is het dat de Gom haar leer wel
is bekend geweeft, als ook de plaats, in welke fy voortkomt,
namentlik Africa, waar van daan fy ook heden over 7-alé gevoerd
word na Barbaryen en van daar na verre van de Zee afgelegene
plaatfén. Op lbmmige jaren valt fy in fo groot een
overvloed, dat fy nauwliks de onkoftenkan goed maken, allo
hier de honderd ponden voor vier en vyf gulden zyn verkocht.
. F T E K F, N 1 N G E.
een (hik van de plant met de Gom uit Barharien is toegebracht,
cn naderhand véle zaathuisjens, bloemen en (lukken van de
plant, in de Iedere lakken tuflehen de Eupborbium hebbe gevonden
Maar wat debclchryvinge en het ware fatfoen van de
plant aangaat men moet aan onfe Schryvers die lof géven,dat fy
de cerfte defelve aan onfe kruidkenners hebben geleerd.De afte-
keninge van Dodonaus lib. 11. cao. i z . vertoond, is de ware
Buphorbium 'niet , maar een andere plant ; en met hem
hebben ook véle andere gedwaald, alfo de ware aftekeninge
en befchryvinge van niemand voor defen is gegeven. Maar
dat defe de oprechte Eupborbium is weet ik daar uit,om dat my
, die alle met de Scbadida Calli over een komen. De
Cercut Peruanus Ipino/ur fruP.it rubro nucis magnitudne van
Baubinus tn Pituu; is de Eupborbium niet, ook komt ly in
génen dele met die al hier word befchreven over een. Ook kan
de Jamacaru quinta van Pilo voor geen Eupborbium gehouden
worden, hoewel aan die laak als onieker heelt getwyfield. Op
dat ik derhalven geen andere Schryvers by brenge, die ten
minden gefchreven hebben het géne ly hebben gehoord, be-
(luit ik dat aan niemand als aan onfe Schry versdie lof toekomt,
dienu, de langdurige en verouderde duidemifle verdreven
hebbende, aan ons een klare en waarachtige kenniffe
van defe plant hebben mede gedeeld. Maar de Malabaren fchy-
nen dekennifle niet te hebben om de Gom te vergaderen, en
dat het melkachtig zap allènelikby de Geneesheeren in ge-
E L *J-t A L L I.
■ 43. A f t e k e n i n g e . E Ela-Caüt is de twéde foort van de
Calli} word in het Bramans Nivüli
genoemd, zynde een Heefter van twe
mans langte hoog , groeijende in
fandige gronden. D e dikke wortel
fchiet recht inde aarde, hiér en daar met vefe-
len, van binnen ho u tig , de buitenfle bafl is
bruin , de binnenfte wit en melkachtig. De
ftam is rond fo dik als een man met een arm kan
omvatten, als ook de takken, die en recht, en
bochtig gedraaid zyn , met een geweldig
melkigeb aft, met twé en twe tegen den anderen
overflaande harde en fcherpe doornen over
al befét j als fy noch teder zyn is de bafl bruingroen
j en dan vindmen onder defelve een wit
melkachtig vlees, maar ouder geworden zynde
zyn zy hou tig, de bafl fo groen niet maar afch-
verwig. De bladeren komen over dwers , o f j
ook wel recht over end op flyv e, dikke, kort
e , melkachtige fleeltjens, even boven de doornen
van de ftam o f de takken kroonsgewyfe om-
fe t, zyn langwerpig, van fatfoen als een to n g , j
d ik, dicht, voor rond > o f ook wel fpits rond, 1
fonder aderen o f zenuwen, voor fo veel men
fienkan, hebbende aan de buiten fijde een uit-
flekcnde r ib , die binnen een groef maakt, plat
en g lad , als zyjong zyn bruin groen, maar oud
zynde ten wederfijden helder groen : komen
altyd uit den top der takken en fpruiten; wanneer
de onderfle afvallen laten fy altyd witteen
uitpuilende lyktékens na, in welke defe plant
nooit wederom groen word , en daarom fiet-
men de bladeren altyd op de toppen der takken.
De bloemen zyn als die van de voorgaande fóort,
wanneer defelve uitkomen vallen de meefle bladeren
a f en dan fietmen die boven aan de Hélen.
De vruchten zyn als de voorgaande, gelyk
by na de gehele plant is. De baft van de wortel gefloten
, in ryswater gekookt en gedronken is
goed voor de waterfucht, en een bovenmaten
gemakkelik geneesmiddel, deflelfs melk met boter
gekookt en ingegeven maakt den buik facht
en gemakkelik week. De bladeren aan het vuur
warm gemaakt verwekkende pifTe, gekookt en
tot een flovinge gebruikt verfachten fy de pynen
en fmerten des lichaams. Het nap uit de warm
gemaakte o f even geroofle bladeren geperflenin
de óren geileken ftild alle pynen, in de ogen gedropen
verteerd het de vliefen op defelve, ja is
ook goed voor de gefwollen heimelikke leden,
wanneer defelve daar mede worden gewaffehen.
Aanmerking op de 43. A
Onfe Autheurs befchryven hier de twé Je foort EU Calli,
ofbettwede Eupha.-binm, in bloemen, zaden cn krachten
niet van de voorgaande verfchillende, die derhalven met goed '
recht nevens de Schadida-CalU, onder her felfde geflacht word
gerekend. En alhoewel altyd voor defen allénelik cenc foort
van Eupborbium bekend is gewoed, hebben echter lbmmige
gewild dat het zap of de Gom, Eupborbium genoemd, uiteen
F T E K E N I N G E .
boom voortkomt daar door (èlve betonende, da*- de plant aan
haar onbekend is geweeft: gclykcrwys Dio/corider lib.^.Cap.^6.
fchryft, dat die voortkomt uit een loort van Ferula , enz.
Het génedan defe plant Ela-Calli aangaat, men behoeft niet
tctwyffclcn,of fy brengt defelve Gom voort als de voorgaande,
en moet daarom voor de tot nog roe onbekende Eupborbium
gehouden worden.
T I-
'WSÊÊÊËÊBBêM