s MALABAARSE KRUIDHOF.
rond en dikachtig kokertjen, w elk uit vier o f vy f
kleine, fmalle en hairige bladertjens beftaac.
D e knoppen der bloemen zyn langwerpig uitmakende
een v yf hoekig bolletje, welk eerft groen
naderhand geelachtig is , en eindelik meer en
meer w it word. De vruchten zyn langwerpig
rond en met kleine hairtjens befet, jong zyndc
groen, naderhand na den géien trekkende •, haar
vleefchisvaft, groen, famentrekkendeenfuur-
achtig van fmaak. In defelve leggen een grote
menigte van kleine zaden, even als kuit van
v ifch, die door,een witmiddenvlies invierrei-
jen zyn verdeeld, en alsmen die fo liet leggen
vertonen zy haar groen ; maar uitgenomen zyn-
de en alleen, bleekgroen, witachtig en door*
t fchynende even als zandjens, ryp zynde zyn fy
I fwart. Boven uitfommige vruchten fpruit een
I langwerpig blad , welk leer wit , voor fpits,
! dun, en hairig i s , wild van reuk. D e wortel
gekookt en gedronken verkoeld de lever, en
luiverd de flymaige vochten uit. Met water
gefloten, ftild fy de pynen deslichaams en
verteerd de ontflekingen der ogen $ geweekt en
in olie gekookt wordfy aan de kinderen ingegeven
voor de puiften in den mond., De waaflem
der gekookte bladeren, ftilt alle pynen van de
uiterlikke delen j het zap van de bladeren en
vruchten te famen uitgeperft', verdryft de fche-
meringe, en verteerd de vliWen op de o-
gen.
Aa nm e rk in g op de 18. A F T E K £ N 1 N G E—
De natuur fpeeld wonderlik in defeHeefter, in opficht van
de verfcheidenheïd der coleuren in de blommen, fommige
van die zyn leer ichoon rood: fommige feerwit; welke witte
bloemen by de Indianen fo gemeen gegeten worden als by
ons de beet. Dusdanig een veranderinge van verfcheidene coleuren
van bloemen op een lieel lïen wyinde Solanum Mexiconum
fiere Maguo C. Bauh. in Pmac. of inde admirabilii Peruviana
j welkers bloemen fommige geel, fommige rood,
fommige wit, fommige verfcheiden of twe kleurig zyn, niet
anders als in defc Belilla. Indien de zaden niet verfchilden,
zy zoude voor een Jpeeiii arbore/cent gerekend können worden.
Wcrtby dcCingalefen Mujfenda geheten.
éM 0 D E A-C A L
19. A.F T E K E N I N G E.
& E Modera-canni is een ryfigeHeefter
V om trend twe mans langte hoog
M groeijende in fandige gronden. De
®|Sg‘ wortel is d ik , de baft geel of rofch,
overtogen met een mélige o f kalkige
f to f , het hout bruin rofch , zynde. lieffelik en
kruidig van reuk. D e bafl van de takken is
algraauw, hier en daar met dwers tegen den
anderen overftaande doornen. De bladeren komen
aan de korte Ipruiten die ten wederfijden
een houtige en gekrulde baard hebben > fo wel
onder als boven die baard, zyn langwerpig rond
voor rond toelopende, aan de fteel ingetrokken
, helder Maigroen en op de rechter lij de een
weinig blinkende • de midelrib, die op beide
de fijden uitfteekt, maar meeft op de verkeerde
, geeft van fich enige Ichuins opgaande dwerf-
fe ribben, die aan haar begin met twe fpitfc
fmalle bladerens even als-.oorkens vergefelfchapt
zyn. De bloemen fitten-twe of drie te zamemn
een groen geelachtig kskfttjen van v y f fpitfe
bladeren , zyn geel en een weinig blinkende
en beftaan uit v y f dunne langwerpig'ronde, en
in de lengte met adertjens geftreepte bladeren j
hebben in haar midden tien geelachtige bloem-
draadjens met geel rode topjens, zyn na bene*
den w itachtig, en nevens defelve noch vyf ande-
ie kleine geelachtige bloemdraadjensmet groene
topjens, die uit de kruin van het ronde, witachtige
bolletjen voortkomen, De kpnm der
blo'mn, zyn fes in g e ta l, op haar kruin hoog
geel. D e muhttn ronde b e ien , die eerftgroen
glad en blinkende, daar na geel en roodachtig
zijn, haar vleefch is donker rood, dicht, vochtig
fonder fmaak. In haar midden fit een witachtig!
hard, en in de langte met aderen geftreept fteen-
tjen, met een feerkleinepit. De geheleplant
word gekookt en tot een waffinge gebruikt om
de vochten uit te lokken. D e m m l gefloten
en op de ontflekingen gelegd ftilt de pynen en
ontdoed de gefwellen: ook is fy een deftig middel
voor de venynige beten der huisflangen“ maar
meeft word fy gebruikt voor kinderen die de
koorts hebben, voor buikpynen en om de wormen
te doden, is fweet en pisdry vende, verfter-
kende de ledematen. U it de Ufl van de mrttl
word een tegengift gemaakt tegens de veny-
Aa nm e rk in g o p de 19. A F T E K E N I N G E.
De Modern- Canni
37 Aftekening« ___ ______ t
naamvan Mtdira om de gelykheid der knevels die aan hare
looit van Cantram befchreven in de j takken fitten. Want het woord Modira betekend in deN
het eerfte deel van de Bomen. Heeft zyn | baarfè taai knevels.
Die defe vrucht wel onderfoekt fal bevinden dat defelve feer bitter van fmaak is, fo dat daar een miflach in de befchry ving i»