i8 MALABAARSE KRUIDHOF.
léven, min o f meer uitgeholde Ipitfe'hoeken, <
tufllhen welke noch andere kleinere inftaan,dik,
dicht» vlokkig, aanibeide lijden facht als die van
de Veluti 3 binnen donker groen , buiten held
e r , aan de fteeltjens en ribben, bleker groen,
maar wanneer fy jong zyn van binnen bruin purper
rood, van buiten boven maten bleek groen»
met een middelrib die verfcheidene dwerflè rib-
hen van fich g e e f t , op de verkeerde fijde uitfte-
kende en aan beide kanten met fcherpè doornen.
D e bfaenien die boven het begin der bladeren
en ook bier en daar aan de takkenjaaande
fteeltjens der bladeren komen, fiteten veel by
een op ko r te , hairige en bleekgroene fteeltjens,
ftersgewyfe Iheeuwit, m e tv yf o f fes (maar feer
felden)langwerpige fpitfe, d ik k e , vanbinnen
gladde, van buiten hairige en vlokkige bladerendie
geen reuk hebben, inde langte meteen
wit en blinkend adertjen geftreept. In haar
midden fit een geel hartje, het gene boven fpits
to elo o p t, beftaande uit vyf o f fes g e le , rcchtopftaande,
dikachtige en een weinig fpitfe, en
van buiten geftreep.ee bloemdraadjens; tuflehen
defelve fteek teen tongetje» u it, uit een groen
hairachtig bolletien, dat in het kokertjen, en
het beginfel van de vrucht is. Het kokerijen
heeft v y f fpitfe van buiten, leer bleekgroene b k -
| deren 3 ieder blad is met een ader geftreept en
j hairig. De knoppen zyn van fatfoen als de pyra-
miden, vyffydig en hairig. De vruchten die
trosgewyfe voortkomen, zyn rond, met dichte,
lange,rechtopftaande en eenigfints gekrulde hai-
ren, wit uit den géien, rondom befet, cerft groen,
naderhand g e e l, fittende feer vaft in hare koker-
jensj in defelve, leggen tuflehen het fappigc
vleefch, het géne eerft groen,. naderhand geel
is , een groot getal zaden onderfcheiden in v yf
reijen door vliefige affèhutfelss zyn p la t , met
een ronde kant , eerft witachtig , naderhand
rood uit den géien. Heeft defelve krachten als
de Scbutida,
Aanmerking op de 3 f. A
De drie volgende planten Schunda zyn (bonen van Sol*- 1
num het géne de bloemen en zaden aanwyfen. De geleerde j
Guiljelnms Pifo in'Hift. Hatur. Brafil. lib. 4. Cap. 32. befchryft
een plant Juripéba ftemina genaamd , die in velen met dele I
*~4na Chunda overeenkomt, en na dat hy de eerde heeft be-1
ichreven, vaart hy aldus vooit: «e twéde is hóger, doerniger, I
C H E 2^ V-C
36. A F T E I
SE eberu-chunda is de twéde foort
van de c h u n d a , in het Bramans, Sin.
f a r a t i , en een Heefter kleiner als de
andere, anderhalf of t wé voeten hoog,
met wyt verfpreide takken groeijen-
de in fandige gronden; heeft een vefelige en witachtige
wortel-, en een ftam en fpruiten die
met feer fijne hairen befet en groen zyn, met
een fachte pit. D e bladeren komen met die
van-de andere over e en, maar zyn veel kleiner,
hairig en een weinig rouw , ook hebben fy fó véle
en ib fpitfe uitgeholde hoeken niet. De bloemen
zyn de kleinfte van allen , van fatfoen als de
andere, behalven dat de fpitfen licht blaauw en
puperachtig zyn. Het hertjen is geel en faffraan-
achtig , beftaande uit recht opftaande e» dikke
bloemdraadjens, die by na onder en boveft even
dik zyn. Oqk is het kokertjen even eèns.De knoppen
van de bloémen zyn eerft groen, dan witach-!
Aanmerking op de 36. u
De voorteffelyke Guiljtlmus Pilo, in fijne nu djkmaals aan-
getogene Hifi. datur, Brajilian. befchryft cn vertoond de afte-
keninge van de Juripeba Mas, enhyfegd dat ook die in Bra-
£1 in fandige gronden groeit; het fatfoen daar van drukt hy
uit met dele woorden; De eerft e, en vei hef , item
weinig kleiner als het wijf)en, en fchiet nauliks een mum langte
op i heeft ook kleiner bladeren, dieniet feer doornig, maar aan de
kanton uit gehold zyn, en eenJhel die met fo veel doornen niet is be-
Jet. Op den top der takken draagi by bloempje»! ah kroonigewyje
faamgejet van coleur alt melk vermengd met een weinig blaauw, dit
F T E K E N 1 N G E .
heeft groter, beneden vlokkige en doornige, aan de kanten fpits uitgebolde
en teder groent blader m ; delelve bloem als het mannetje,
maar netter: welke woorden met de aftekeninge en befehry-
vinge van onfe Schry vers vergeleken zynde; zal men weinig
onderfcheid tuflehen defe planten vinden; en het is buiten
twyfiel een en defelve plant.
f f ü ^ » e/.
: E N I N G E .
ach tig, naderhand blaauw purper, langwerpig
en voor een weinig fpits. D e vruchten zyn boven
de andere klein, rond» g lad , fonder haften
en blinkende, vaft in haar kokertjen, eerft groen,
dan g e e l, eindelik coral rood. De z.aden zyn
even eens van fatfoen en coleur. De wortel word
gebruikt in heete koortfen 3 deflelfs affiedfel met
honig ingenomen is dienftig voor de finkingen
o f in een groote verkouwdheid, als ook voor de
koude pis j een weinig Cardamom daar by ge- ‘
daan zynde verdryfthet de winden en buikpyqen.
Het zap van de wortel o f bladeren gekookt en g e dronken
helpt de kokinge van de maag; ja het zap
fclve met futker, o f het affiedfel met honig gebruikt,
is dienftig voor die te veel flym hebben,en
een raauwe borft. Ook word het met een weinig
fuiker en kalft vermengd zynde tot een fmeerin-
g e gebruikt voor de jeukte.
A F T E K E N I N G E .
kant en net een vijfhoekig fierretjen vertonen, on fy btflaan uit een
blad infovile driehoeken gefpltft en als verdeeld-, en in het middenftaan
als'vyf opfiaande bloempjens, van verre zoudg/feggen dat
het de bloem van Rernage w/u. Tot dus verre Pifo, welke woorden
allo met dp afcpkwiflgo en befphryvinge van bnfc Schry-
vers ter degen vergeleken zynde, 't -is buiten twyffel dat dele
plant niet verfcheiden is van de Seheru Scbrmda en VUamatr
lantii, Recchi, door dien alle defe föortcn van de Jolanum Ipir
nofum poinimcfertim zyn, en wert van do gemeene man Bregjn/ie
genaam r.