4 MALABAARSE KRUIDHOR
C A % O S
i i . A f t e k e n i n g e.
Cara-Nofi, waarvan noch een andere
yfoort is met den naam vanBm-No/ï,wort
Ivan de Bramans Negunda genoemd , is
__jjjeen heefter omtrend anderhalf mans
langte hoog,groeijende in fandige gronden.Heeft
verfcheidene ftammen, die, wanneer fy oud z yn ,
nevens de geknopte fpruiten, afchgraauw en van
binnen groen, jong zynde groen en eenigfints
rofch zyn. D e bladeren komen o f een, of twe,
maar feldén, en ook doorgaans drie, maar dan
is het middelfte het grootfte,op fteeltjens die twe
aan twe uit de knoppen der fpruiten voortkomen}
zyn langwerpig } voor fpits, gelyk van
rand, middelmatig van dikte > lacht en glad, op
de rechte fijde bruin groen en glimmende, op
de andere fo donker niet en doof, bitter en fcherp
van fmaak j aangenaam van reuk, by na als de bladeren
van de Lavendel. De middelrib geeft énig
e dwerffe ribben van fich, die op de verkeerde
fijde uitftekea. De bloemen fitten op kleine fteeltjens
aan de toppen der bladerige fpruiten, vee-
le by den anderen; zyn blaauw purper, van reuk
als de bladeren, maar krachtiger, als de Laven- j
del bloemen 3 beftaan uit een blad * welk in vy ven I
is gedeeld, onder kloks gewys 3 een van de ver- j
deelde toppen ftaat recht op en is breeder, van
binnen holachtig on hairig; de vier andere zyn in
de breette uitgeftrekt en den anderen g elyk ,
behalven dat die, die dichtft aan het overend-
flaande blad z yn , breeder en ronder, de twe
andere voor een weing meer zyn ingetrokken.
In yder bloem zyn vier dunne, rechtopftaandè
blaauw purpere %aden, die met hare fwartach-
tige en gebogcne fpitsjens uitfteken} tufïchen
defelve fit een dun purperblaauw tongetje > met
een dubbele fpits na het opftaande blad gebogen
, welk uit het beginfel van de vrucht fijnen
oorfprong heeft. Het kokertje heeft v y f bleek
groenefpitfebladeren, met dunne ribbetjensin
de langte geftreept. D e knoppen van de bloemen
zyn rondachtig: in defelve fietroen vier bladeren,
de buitenfte omvangen ten dele 'het vyfde en
breetfte bloemblad. De vrachten fijn ronde,en een
weinig langwerpige befien, van defelve reuk als
de bloemen,voor het grootftegedeelte op het kokertje
fittende, en zyn aan die fijde bleek groen}
boven eerft rood en blinkende, en naderhand
wanneer fy droog zyn , fo fwart als inkt. In
haar midden is een langwerpig rond en hard
; fteentje, leggende in een groen en hard vleéfch
jingewonden, met een w it p it, die geen reuk
i heeft. De olie die uit de wortel word overgehaalds
klaar, uit den groenen, van fmaak loe t,
fcherp en doordringende, aangenaam van reuk}
komt te gelyk met het water over, en dryft daar
bovenop. De wortel gefloten, met warm w ater
gemengt en tot een waffinge gebruikt flild de
pynen van de jicht. De bladeren gefloten en met
warm water ingenom'en , genefen de koude
koortfen: de waaffem van de gekookte bladeren
verfacht de buik pynen.jCdr4-.N0/ij is té feggen
fwarte 'Nofi.'
Aanmerking op de 1 1. A F T E K E N 1 N G E .
De Cara-Nofi is de fruEtus Jlriatus piptri fimilis van C. ken kan. Menmoet echter geenfints twyffcleuofhet ïsde-
- ’ Pinttc. lib. 1. fiS. 3. Gardes ab Hort o lib. z. Cap.%. I lélfde Heefter, alfó dele onfè ook in de Bramanfè taal Rtgun-
L----J> A.-a- i— ------- i.r . — 1— j— I fa WOrd genoemd; ondcrtuflchen zyn wy verfekerd dat deië
aftekeninge volkomener is als de hare. In Balagata word fy
Sambuli genoemd, in het Malabaars Noch., in het Portugees
Norehila, van die van de éanarife eilanden Nlergundi, in
Decum-Bach en van de Turken styt.
en ChriflopboTus tf/OcoJta belchryven defe bomen onder den
naam van Nigunda, en onderlcheiden die in mannetjen en
wyfjen, en fchynen allenel ik in de eerftc te verlchil len, bci-
deeenftemmiglik léggende, dat de bladeren een weing feags-
gewyfe zyn ingelheden: het gene men noch uit de aftekeninge
noch uit de befchryvinge van onlé fchry vers lien of mer-
S E 0 S /.
i i . A f t e k e n i n g e .
» E Bem-Nofi o f witte Nofi, want Bem\ fijde helderder zyn. D e bloemen en vruchten
is w i t , alfo genoemd om dat deflèlfs zyn defelve. Het affiedfel van de wortel inge-*
bladeren helderder zyn als die van de nomen neemt de gefwellen w e g , doodde wor-*
Cara-Nofi, is de twede foort van No/ï, men in den buik en verdroogd de waterige voch-
en een heefter die met de voorgaan- ten. De waaflèm van de geknaauwde bladeren
gaande ten meeften dele overeenkomd; behal- nuchteren in de ogen geblafen , verdryft de
ven dat de bladeren van defe drie en doorgaans fchemeringe envliefen. De bladeren met de k}*i~
v y f op hare fteeltjens voortkomen, langwerpi- ne wortel in rys water gefloten en op de fwe-
ger fmal, voor fpitfer , aan de fleel ronder en ren gelegd, genefen defelve. D e tedere o f jon-*
alderbreeft, vooreen weinig meer o f min faags-l ge bladeren met peper gefloten, tot pillen ge-
gewys , fo bruin groen niet, en op de rechter'maakt, en twe otdriedaarvanin deverhcffinge