vande MALABAARSE KRUIDHOF o
iborten vanH Bala RbloeijHen in hiet gemeen binnen . . . *
de les maanden j maar B.ifitiH Bala niet binnen de
twaalf, de vruchten zijn na vier maanden rijp ;
een boom geeft een fteel uit de wortel en wanneer
fy rijpe vruchten heeft gedraagen fterft fy;
de.ftoelen die op nieuws wederom uit de wortel
komen, worden nieuwe bomen. De wortel
gefloten en met melk ingenomén is goed voor de
draijinge in het hoofd} het water met fuiker gemengd
en gedronken helpt de brand in de nieren
en alle pijnen in het water maken; is ook g o e d
voor die gene die quik Alver ingenomen, en onder
het eeten hair ingeflokt hebben : het pit
van de boom,namentlyk de witte fteel die vrucht
draagd, geftoten en met honing ingenometi
helpt de gebreeken der ogen, waar toe ook
dienftig is de: boter in welke de klein géfhedenè
vruchten o f vijgen gebraden zijn.
ia . i j . 14. A F T E K E N I N G E.
Ik weet niet wat C.Bauhinut heeft bewogen, dat hy dele
boom inPinac. heeft genoemd , lage Palmit met lange en brede
bladeren» daar niet alleen onfc feh rij vers, maar ook andere
ooggetuigen leggen, dat het een boom van twe mans langte
hoog is. Mogelijk heeft Gefnerus die hem Pumila noemd,
of O vi e dut, die na degelegentheid van de plaat* of leeg , of
hoog fegd aanleidinge tot dcfë'gedachte gegeven. Serapio
noemd hem in het gemeen Mufa of Nuza > de Egyptenaar!,
Maux: Alpimi, Muz. en de Meren, Gemet, na het getuigende
van Guillandinut: ook word fy van Plinlut, Pala genoemd,
en van de Bengalen , Jjfuetli, byiten twijfel de namen
ontleend hebbende van het Malabaarfe, Bala, en het
Bramanje, Kely: Van de Brafilianen, in welker land hy wcclderiggroeid,
word hy Banana en Vacobupu genoemd, gelijk
Pije verhaald.- C.Bauhinut nu is fijn lelven niet^elijk, wanneer
hy de Mufa en 'Ficus Jndiea Racevioja of Banana van den
anderen fcheid, daar het in der daad eenendefelveboomis,
alhoewel dat’er in oplicht van de vruchten, eenige onderfchei*
dingen zijn , gelijk ook onfc fchrij vers in het brede infeher-
pen. Ook hebbe ik met de laatfte fchepen uit Indien een klein
maar tierig boompjen gekregen, welk of het de koude zal können
doorftaan , de tijd leeren zal. Of nudele boom de Du-
daim is waar van in de bijbel word gefproken j of de tros-drui-
ven welke aan Mefet uit het beloofde land wierd gebracht i
of de Vijgeboom van Pharao, of de Paradijs appel, laten wy
andere oordelen.
A B A <P A ƒ A.
15T. A f t e k e n i n g e.
» An de Papaja vindmen twee foorten,
5 de Aduba P a ja en Papajdmaram ; deeer-
s fte word van de Bramans, Dadul papaja
genoemd, en is een heefterachtige
bo om, vier mans langte h o o g , waflehende in
fandachtige plaatfen. D e wortel boord recht in
de grond, heeft een witte baft, ook is het vleefch
fo , vochtig en vet en fonder hou t, fterk en olieachtig
van reu k , vet en onaangenaam van fraaak.
D e ftam is een voet dik en heeft aan de wortel in
lich een vaft, w i t , vochtig en vet v leefch, boven
is hy hol met verfcheidene vlefigè, vette, vochtige
en witte tuflchenfcheidfelen, die een dichte
groene , vette en vochtige baft hebben, met
minhoutige vefelcn doorweven, en van binnen
alwaar de ftam hol is met een dun en w it vlies
overtrocken. D e bladeren die uit de holle,groen-
achtige en witachtige ftelen, die by qa twe voet
lang en van binnen vochtig vet zijn, en aan de
binnenfte tuflchenfcheidfelen van de ftam uitbrek
en , zijn ingefneden en gekarteld, met feven
verdeelingen, die alle van voren en ter fijden
gefpitft zijn, van weeflel dun, week en facht van
buiten donker, van binnen gras groen. U it de
fteel lopen feven grote ribben o fadcrento tdeui-
terfte fpitfen van yder blad, die ook fommige
dwarflfc ribben maken. Wanneer de oude /leien
afvallen, die altijd een wit teken in de groene
baft nalaten, komen wederom nieuwe uit het
opperfte van de ftam voort. D e bloemen komen
recle tegelijk enkroons-gewijfevoort, op
dunne, ronde, bleek-groene, vocht vette fteel-
tjensj w i t , lieffelijk en aangenaam van reukj
van v ijf langwerpig ronde bladertjens, defelve
zijn vry dik,vaft van wecffel fonder aderen, buiten
aan de eene fijde blcek-groen, aan de andere
wat dikker en witachtig. In het midden fteekt
uit een geel hartje beftaande uit tien lange fpitfen
die met feer korte bloemblaadjens in twe reijen
na binnen aan de nageltjens der bladeren vaftge-
hecht en in geplant zijn. Dé knoppen der bloemen
zijn langwerpig rond, cerft groen4 daar na
geelachtig uit den witten. Heeft het gehele jaar
door bloemen} nooit vruchten. De vocht die
uit defe boom loopt wanneer hy gefneden word,
is eerft waterachtig van coleur eri uit den blaau-
w e a , maar veranderd aanftonds door de lucht,
en word d ik , fmerig en blaauwer. Het water
welk uit de bloemen word overgehaald is vet en
qualyk riekende. Onder de geneesmiddelen
word noch de bo om , noch de bladerenj noch
dc bloemen gebruikt.