TWE D E DEEL.
% V &4.<P A 3^ E L.
io. A f t e k e n i n g e .
Qij'jjr Arum-Panel, anders > Baala-Palett, in
i het 'Bramans c alb-Apocaro, de twede
\ foort van Panel, is een heefter van
f v y f o f fes voeten ho o g , maar klimt
fomtyds, wanneer fy haar aan de bomen
h e g t, wel twe o f drie mans langte hoog.
D e wortel maakt fich met lange en dikke véfelen
vaft in de aarde , de baft is fwartachtig, onder
de bovenfte korft rondachtig, van reuk fter-
ker als de baft van de Panel. De ftam en tak?
ken hebben mede een fwartachtige baft. De
bladeren die aan k orte, dikachtige en van binnen
geftreepte fteeltjens hangen , zyn langwerpig
finaller als die van de eerfte foort, met een fcher-
pe {pits, gelyk en glad } haar groen is voller en
aan de rechter fijde boven maten blinkende}
haar reuk kruidig, niet ongelyk die van deCa-
neel bladeren. De bloemen hebben doorgaans
fe s , en ook w e l, maarfelden, léven bladeren,
die met hare ronde kanten tot een (pits faamge-
trokken, dik en fty f, en uit de navel plat uitge-
ipreid, en met hare fpitfen gelykelyk binnenwaarts
ingedraaid zyn , vertonende by na het
fatfoen en maakfel van róién. In het midden van
dele bloemen fteekt uit een plat rond hoof dj en,
op welkers bovenfte deel véle geoogde en platte
knopjens dicht by den anderen ftaan} de bladeren
zyn eerftbruin groen, het middelftehoofdjen
witachtig, de uitpuilende knopjens geelacht
ig , van welke véle met een vette vocht, die uit
deoogjensuitfweet, belproeid zyn; naderhand
worden de bladeren roder en roder, ja in en uitwendig
donker bloed rood, en het hoofd jen met
deflèlfs knopjen, die geduirig fo een fmérige
vocht uitfweten, rofch en bruin u it den roflchen.
D e vruchten wanneer die noch feer teder en als
eerfte uitbottingen z yn , zyn langwerpig fmal
en als airen leggende in de geoogde knopjens}
maar als ly hare volkomene wasdom hebben, fitten
iy met lange, dunne en recht opftaande fteeltjens
op de geoogde knoppen, en ftaan k ro o n t
gewyfe om het hoofdjen, zynde van fatfoen lang-,
werpig rond, by na een duim lang en een half
breed 3 en helder groen en een weinig glimmen-
de , met de tyd g e e l, ryp zynde, rood uit den
‘géien; kruidig van reuk, maar fo fterk niet j by
na als de groene Gember. De z.aden met welke
de vruchten in het geheel zyn vervuld', zyn
plat,aan de éne kant met twe platte fijden, uitge-
fonderd die, die niet in het midden van de vrucht
fitten, welkers buitenfte fijde rondachtig is *
leggen in ordreop malkanderen met hare platte
fijden na de langte van de vrucht, door dunne
vliefen en aan de kanten door het dunne vleefch
van de vrucht van den anderen afgefcheidén,dooide
fchil van de vrucht uitpuilen dejzyn eerft door-
fchynendeen alswityvoor, geftreept met witachtig
aderen > daar na geelachtig uit den groenen
en de adertjens uit den bruinen 3 geheel
droog zynde rofchachtig. De olie die uit de
wortels o f liever der felver baften word getrokken
is dun, klaar en groenachtig, niet feer aangenaam
van reuk, vet en bitterachtig, dryftm
het overhalen boven op het water. Het affied-
fel van deie plant, wanneer het lichaam daar
mede word gewaffen, ftilt de ledenpyn. De
wortel geftoten met water gemengd en in den
mond gefineerd, geneeft de kloven j met een
weinig fuiker ingenomen helpt iy de koude
koortfen en matigd de hitte van de lever} met
zout o f zewater geftoten en opgelegd dood iy de
wormen die uit de verrottinge der vochten ont-
ftaan. D e haft van de wortel geftoten en in water
gedronken is heilfaamvoor de bruin en fluimen
, voor koortfen en een enkele buik en ook
voor de rode loop , brand van de lever en kloveft
in den mond. D e olie die uit de wortel word g e trokken
is goéd voor een hete lever, hooftpyn,
de verbranue g a l, een fwaren en Hinkenden aafi-
fem en de kloven in de mond.
Aanmerking op de 9. en 10. A F T E R E N I N . G E .
Defe twe foorten van PanèJ tot hiertoe befehreven verfchil-
len van den anderen; van welke de twede niet ongelyk is de
Nhnbo van tAcofia en ab Hort», en die van Bauhmus in Pi
Tuee word genoemd > Arbor Indica fraxino fimilit elite frtiftu:
hoewel dat’er énig onderfcheid Ichynd te zyn tufichen de twe
foorten van Panel en Nhnbo; infonderheid in de bladeren; de
Dengoedwilligen Lezer falzig niet moeten verwonderen,
dat in de aantekeningen van dele duitfe oyerfetting eenige verandering
is gemaakt en byvoech'fden zyn gedaan, ten aanflen
doen wy dit werk begonnen, ons maar een gedeelte daar af was
ter hant ge (lelt, doch naderhanl volkomen zynde, hebbe ik my
genoorfaakt gevonden , dele verandering daar by te Hellen.
'tGeen my dan tot het gevoelen van de Nimbo, in dele boom
bloemen en bladeren echter van de Ëarum-Panel zyn by na
gelyk met de bloemen en vrachten van de tiimbo; waaromme
wy meinen dat die beide een plant zyn. Want wy hebben
meermalen ondervonden dat de aftekeningen van de oudé
fchry vers geweldig gebrekkig zyn; maar. dele tonen ons doof
een meerder licht den weg tot een rolkomener kennifle.
heeft aangedrongen isgeweeft de befchryvinge van Btntius
maar dewyledeboom naderhant by ons uit zaad is voortgekomen,
is my die inisflach geopenbaart, en daarom willen wy
den CrnitbeminnendenLezer tot het vierde deel van dit werk
op Fol. 107. Tab. f z- alwaar den oprechte Nirnbo onder den
naam van Aria-bepou wert befehreven,gewefen hebben om nevens
de befchry vinge, my ne aantekeningc op defclve na te fieti.
i !
mII 11
C A*