14 MALABAARSE KRUIDHOF .
ecftoten en nefmeert doen de jeukte over het I en op de fweringen gelegd genefen defelve als
Schaam vergaan. Het affiedfel van de blidnm | ook de bloedvinnen. De u t a te vcel mgcno-
en vruchten met olie vermengd en gebruikt als vo- men doen geweldig flapen, ayn gevarebk ja doren
, verfacht de pynen van het- lichaam. De delik. Defe plant is uitnemender in kracht als
i ruebun geftoten en gewreven fonder de zaden, de voorgaande.
t ïM V D E L A -W J L A-H V sfM s5M ATV.
5 0 . A f t e k e n i n g e .
■ E derde foort Mudela-Nila-Hummata,
in het Bramans Valli-Datire, verfchild j
niet van de Nila-Hutnmatu , als in de ,
bloemen. Want die zyn langwerpige
klokken twe o f drie uit malkanderen
fchietende, komende elk beneden uit een ruim
langwerpig rond kokertje; de twe buitenfte zyn
in de langte met drie kleine een weinig uitfteken-
de zenuwtjens gcftreept,en de binnenfte aan yder
fpits meteenzenuweentweadertjens, ook zyn
fy van buiten even eens gecoleurd als die van de
jü iU -ü um m a tu , maar van binnen als fy noch klein
zyn doof w i t , en beneden geelachtig uit den
witten 3 ouder geworden zynde ook een weinig
purperachtig, maar fo hoog niet. In defeklok-
I ken , zyn ook langwerpig fmalle bladertjens, die
fommige van boven, fommigevan beneden uit-
fpruiten, fittende feer vaft aan de binnenfte klok,
van buiten hoog purper, van binnen witachtig.
Ook hebben fy even fulke bloemdraadjens, benenden
vierkant, geftreept,, hayrig en w it , met
een geheel purper tongetjen, welk boven dikft is ,
en een langwerpig fwartagtig. topjen heeft» Is
buiten gebruik in de medicync.
E % I C V.
31. A f t e k e n i n g e .
a An de Ericu, in het Bramans Roej,
is noch een andere foort, die Bel-Rricu
word genaamd 3 de eerfte is een Hee-
fter in het geheel melkig, v y f of-fes
voeten ho og, groeijende in fandige
gronden en het gehéle jaar door bloeijende:
heeft een vefelige en rosachtige wo rtel, met
een melkige baft die van binnen wit is. De jtam-
men zyn niet feer houtig, melkig en groen en
als met meel beftrooid. D e bladeren komen twe
aan twe op ko rte , dikke, bleekgroene fteeltjens
aan de buiten kant rond, aan de binnen p la t: als
defpruiten hoger uitfehieten vallen de beneden-
fte bladeren a f , en komen fteets wederom andere
in de plaats. Defelve zyn langwerpig rond,
voor o f rond o f fpits, fa cht, vol melk, dik en
brofch, brandende van fmaak, gemeen groen,
op de avereehtfe fijdé als met meel beftrooid,
fwaar van reuk. De tniddelrib geeft van fich
enige dwerfle en op de avereehtfe fijde hoog uit-
ftekende ribben. De bloemen komen kroons-
gewyfe en veel by een aan lange d ikke, ronde,
ftyve en rechtopftaande ftelen 'op de kruin van de
jonge fpruiten , ftersgewys, met vyf fpitfe bladeren
, flap en niet onaangenaam van reuk, by
na als de lelien, zyndik-en evenals verdubbeld
en ftyf, dicht aan de fpits gevooird, met hare
kanten en fpits buitenwaarts omgebogen, purperrood
uit den witten, aan de koker witter en
fo rood niet, buiten onder de randen bleker en
witter. In het midden dragen fy een rond en
bleekpurper mgetjtn met v y f fteeltjens die rondom
het tongetjen tegen over de hoeken der bladeren
ftaan , defelve zyn plat, boven rond van
verdubbelde vliefen, aan de kanten dikker en
violet purper, beneden alderdikft en bleek purper,
rand en omgebogen, boven met twe hoornen1
uitftekende, beneden gedraaid, beftaande uit
in het midden dunft en-witachtig : het
tongetjen draagd op fijn kruin een rond ftersgewys
bolletjen met v y f punten, onder aan de
grond fitten twe ronde , groene bolletjens die
het beginfel van de vrucht zyn 3 yder heefteen
witachtig bloemdraadjen , die boven laamge-
voegd worden. • Het kokertjen beftaat uit v y f
rondachtig, fpitfe, dikke en witachtige bladeren
3 de gehele bloem is melkig infbnderheid
in het tongetjen en de fteeltjens. De bloem•
knoppen zyn enigfints fpits en vyfkantig, na beneden
plat boven tot v y f uitpuilende hoeken
faamgetrokken. De vruebten fitten op dikke,
ftyve en gedraaide ftélen» dikwils, twe byden
anderen, zyn langwerpig rond en fpits, aan de
éne fijde rond 'met een naad, aan de andere platt
e r , hier .cn daar met groeven en oneffen 5 haar
fchil is groen van binnen melkig 3 van binnen
hebben fy een langwerpig zaadhuisjen, met een
ftyve, harde, dikke groene bo lfte r, van buiten
met bleekgroene, lange, en onder malkander
verwerde draadjens doorweven. -De zwaden
zyn bovenmaten p la t , rondachtig , fchobsge-
wyfe tot malkanderen leggende, na binnen eni-
germaten omgekromd, eerft bleek groen met
een witachtige foom, daar na geler wordende,
aan de kant die na de fpits van de bloem gelegen
is , hebben fy een o o g , uit welk een bundeltje
van filver witte , dunne draadjens fteektj die
wanneer de vrucht noch onryp i s , in langachtige
witte vhefige huisjens fitten, uit welke
fy naderhand te voorfchyn komen. Het af*
! fiédfel met olie gemengd en tot een fmeringe gebruikt
geneeft de jicht. D e wortel gekookt en.
g e .
Imm