Van de MALABAARSE KRUIDHOF. 29
i e cene by na tweemaal fo breed als de andere en vruchten zyn net even eens. D e bladeren ge-
ronder van kant is , voor fijn fy fpits, op de rech-I wreven en gefloten en niet Careca , dat
ter Jijde bruin groen, maar als fy jong zyn lever
coleur, g ro f van w eeffel, qualik riekende. De
ribbetjens fteken aan de averechtfe fijde uit.De bloemen
zyn van fatfoen aljde eerfte ; maar hebben
y y f ingefnedene bladeren, dok zyn de bladeren
veel dikker, vofer, en aan de rand liairig en wollig.
Hebben alleen vier bloemblaadjens, ftaan-
is , met de MjrabolanaCyinna geweekt, worden
van de inwoonders gebruikt , om het linnen
fwart te maken,welk fy in hare uytvaardcn dragen.
De seortel gefloten, in olie gek oo kt, en tot een
fmeringe g eb ru ik t, verdryrt de pyn in het hooft,
verdunt de finkingen en flymachtige vochten die
het hooft ontftellen en fwaar maken. Het af-
fiedfel van de baft ontdoed alle gefwellen. De
baft en bladeren te famen g ek o o k t, is een goed
middel om alle puiften en fwceren te genefen,
wamieer het lichaam daar mede word geftrekenj
de twe aan twe met witachtige topjens. Het
kokertje is als met een dikke en flymerige melk I
befet, gelyk ook de buiten fijde van de bloemen3 I
die mede quaad en Hinkende van reuk zyn. D e J
44. A F T E K
Aiïb dele boom van de andere niet als in het fatfoen en ftand
der bladeren > en eenigfints in bloem verlchild, maariri de
yrucht en Eet zaad overeenkomt .daarom zal fy byonszynde
T A
45'. A F T E
a E VuU heeft vier foorten, Pala; c ürutu
E N I N G E.
Arbirfiliqmfa Malabarica, folio majort mueronato, fenfin njer.U
tn», oblongo, plano, femint membrdnacti.
L A.
K E N I N G Ei
maar fwaar van reuk, die finkingen eh een fwaar
hooft maken , wa aromfybydeinwoondersge-
fchuwd worden. Hebben v y f bloemdraadjens die
dun en met witte hairen befet zyn , met géle topjens
Pata } Códaga Pala j Caicotten Pala. De
Pala noemen de Bramans Santemt, is een
geweldige hoge boom met wijt uitgefpreide takk
en , beminnende een fandachtige grond. De
wortel fchiet diep in de aarde en maakt vele fijd
wortelen, hebbende een donker géle o f roflche
ba ft, die melkachtig en boven maten bitter is.
D e ftam is twe drie vadem dik, het hout licht, de
baft afchgraauw en melkachtig s de oude takken
geven meeft altyd uit hare knoppen drie o f vier
jongefpruiten. De bladeren fitten drie, vier en
y y f t e gelyk op den top van de jonge fpruiten in
het rond, van,fatfoen langwerpig rond, voorl
rond en fpits, aan de fteel dicht en tongsgewy !
fe in een getrokken, vaft en dicht van weeffel,
vol me lk, glad, effen en facht, aan de rechter
fijde bruin groen en blinkende , aan de andere
bleekgroen en doof. De Middelrib, die ook op
de rechter fijde een weinig, en op de andere hoog
uitftcekt, heeft vele dwerffe adert jen s , die na de
rand in malkanderen lopen en aldaar een foom-
maken ; zyn bitter van fmaak. De bloemen komen
trosgewys op de knoppige, en groene Iprui-
ten, v y f o f meerder te g e ly k , zyn bleek groen en
hebben v y f ronde bladeren, die aan de beneden-
fte eindetjens fmal zyn, aan de kanten met ploit-
jens gekruld, fonder adertjens 3 fy fitten op een
witachtig fteeltjen,welk onder en boven dikft is,
in een naauw kokertje van vier bladeren, in de
navel met hairtjens omfet j aangenaam en fterk,
: het tongetje is dun en witachtig met een
geel knopjen, komende uit een groen hoofdjen
welk het beginfel van de vrucht is. D e knoppen
der bloemen zyn langwerpig rond tuflehen het
fteeltjen in een nauwe kring gefloten. D e vruchten
die veel by een aan hare fteeltjens hangen,
zyn lange,fmalle,platte,groene hauwen, van binnen
vol melk,in fich befluitende véle kleine, platte
z ad e n , leggende in d e lan g te , geven uit haar
bovenfte en onderfte oog een deel dichte by een
I ftaande filvere vefeltjens, felve zijn fy groen geel
en rofch. Dele boom, gelyk ook de andere
foorten, is in het geheel melkachtig. Bloeid
eenmaal des Jaars in Januarius.- De baft geftoo-
ten en gekookt is bequaam ‘om den buik te ver-
fachten, de maag te Herken, de winden te vcf-
dryvén en de hitte van de lever te matigen > met
een weinig fouts en pepers ingedronken,verfterkc
fy de maag.: gefloten en enkel met warm water
ingenomen geneeft fy de koude koortfen en dood
de wormen met water gefloten en op de fwéren
g ele gd , geneeft en fuiverdfydefelve, als ook de
leden pyn. Gekookt en vóór een ftovinge g e bruikt
ftiït fyalle pynen. Met het zaad van de
Cu d a -P ariti in olie gekookt en in de oor en g eileken
doed fy alle ruiflehingen en tuitingen ver-»
dwynen.
4*. A F T E K E N I N G E.
Waarom defe planten, die ouder den naam van Pala v o o rt-l hebben lulks mogelik gedaan, óm dat ly lagen, dat fyalle op
komen, onder een foort worden gebragt, kan ik naauwliks delelvc wyfe melk geven j wy zullen hem noemen ArborMa-
begrypèn. alfofy geheel en al van den anderen verlchillen, ge-1 labarica Sentaphyüos, lafiejeens, Jiliquit anguflis, Imgtfjimii.
ly k u it de bladeren, bloem, en het zaad blykt 5 de inlanders I.
H C ¥ •