T WE D E DEEL.
C A % <^-s C H V L L I .
47- A f t e k e n i n g e .
Sft AM-Sibum,de derde foort van M Ê M
kK . * Tl ___ n T? Aft ll- CZliftaU • is ccn
bruinblaauwe topje™ , ^ " “ “ ^ ^ e e e S .
van den hals ingeplant ayn , (rroencbol!ctdun
en witachtig draadien j£|jpj9 b- ; B c tk o - '
je welk het begin van ‘% “ dhmsJ<™ ‘ „ c t e r c ,
h u jm beftaat uitvier bladeren, H M E
e èrftln H
derhand blaanw wordende. De i t t m j 1
groen, met een houtige en • _piiet;ens verten
houtig middelfchot in twe celletJens, ^
a i* » leggen , die bitteracht.g van fmaalc zyn.
R f n T t llcè„gr S g e g e ^ i k t venioed
t f " ; * “ naamd
gelegd , maakt defelve ryp en open Het at
f e d f l van de M M fct. f rv7 Ö b yPfcdaan
wanneer daar een weinig ry - Kujk in- ilPSiiSSssï " i S .L L o l tS n e leden te verdunnen.
, MABStlJUUl, o e u c iu v iu v . .'“ - ■ -
? in het Bramans, Ea»»-S«»*, « « n
? doornige Heeftergroeljendem fandi-
\ ge gronden-, heeft een vefehge, ha>-
rige en witachtige m r t i l die naderj
p j l i i d k efn weinig na beneden omgebogen zyn, en
tw é aan twe , met de fpitfenomleeg, te voor-
fchvnkomen. De WW«».kooien benedenaan
herbegin der doornen, klein,
een weinig langwerpig, « « t l ^ g -
voornamefvk op de ve&eerdedijde, b.tterachng
en enigfints fcherp van fmaak, wild van « u it ,
de iJdAclrïb fteekt uit op de verkeerde fijde , fo
doen ook de overige adertjens , ™ ' ° ° nend
alle op de rechter fijde hare ,ke“ 4 ? X e n uit
l io e m i komen boven het begin der “ “ “ r? ° “
t.pr midden van de twe doornen op leer Korte
dtAAdjetis met langwerpige , recht opftaande,
j a af t e k e n i n ge.
ïÉMHBIÉW^5^rF:!^ réden kan fien, waarom fy van onle J.cn y r krachtcn 1
word gevoegd, alfo fy noch in gedaante, noen m *
<p A I H V L L I.
A f t e k e n i n g EdwerlTe,
Aina-Schutli, de vierde foort van sdiwlji» j f ^ ^ y ^ ' w d k meT fijfbo v en ile deel
n drtnmipe Heefter groeijende in lan gw rp g _ fl-v fen d ik , en van binnen met
« i f e È ^ i i i Ë s p s
harde, ',? n B f
anderen overftaan e begin der door-
" " k°mS ‘nVtwet aaS'korte en nentweaantweaan W nd<ik koefoleockltwjeenlgs,e zeyln
»aft, f tv f '\ ,$ r aan de kanten met drie
groen, 'v“ “ c 2?t fe „ , die overhands na de
doornige f t P Iyn faarogetrokken. De
rechte en verkeerde ijae y 6 „ c.
achtig en blinkende lonaer^nig^* ^“. . ^ en
^ ^ iS Ê s B Ê met dichte, twé on malkanderen;
doornen, leggende twe ™ d pdraadjen| b o-
tuilchen welke e^n uitfteekt, gelprotenuit
ven in t '™ . S c f ' „ i[n welk het beginfelvan