
sieve groeven; de hierdoor ontstane deeien V;oo— daarboven. Bij deze honden zelden hooger zamen-
gestoldheid der ligchaampjes dan uit 4 —8 cellen. Geen verandering in de spijsvertering na het optreden van
de sarcine. Evenzoo bij onderscheidene seoties waargenomen hij personen die in hun leven geen gchrek
in de spijsvertering hadden gehad. Onder zes gevallen van sarcine slechts één met periodieke braking. Sarcine
bij 2B0 iu het maagvocht hewaard, vertoonde geen groei of vermenigvuldiging. Over de kernen s iep a g .1 1 5 .
HELLER, Griesinger Archiv. 1 8 4 8 . I. r ef. r o b i n , p. 3 3 8 .
■Waarneming van sarcme in do uitwerpselen van een lijder aan carcinoma recti, eu in de urine van
cen Sjarig meisje.
1 8 4 9 .
SIMON, Ueber die Entwickelung d er Sarcine aus dem Hefenpilz. Virc/mo’s Archiv II . p, 3 31
tab. I fig. 1— 7.
{Aansluiting der jongste vormen met gistcelleu; cellen en kernen, zie pag. I l l , 117).
METTENius, Zur Geschicbte d er Sarcina. Henle u. Pfeujfer, Zeitschrift f a r rationelle Mediz
in , V I I , p. 355.
(Identificeert de sarcioe met Merismopoedia punctaia Meijen,)
HäGELi, Die Gattungen der Einzelligen Algen p. 2.
Rekent de sarcine, wegens haar woekeren op organische zelfstandigheden en gemis van kleurstof, tot
de Fungi, zie p. 118.
ALBERTS MENZONIDES, Bonders en Jansen, Nederlandsch L ancet, 2® serie , 5® jaa rgang. p. 64.
Waarneming van sarcine in de uitwerpselen vau oholera-lijders, niet in de uitgebraakte stoffen.
1 8 5 0 .
GRAMER, o v e r g i s t in g s p l a n t e n , d e p l a n t v o rm iu g b ij f a v u s e n d e s a r c in a . Tijdschrift der Ned.
Maaisehappij tot bevoräering der Geneeshunst 1 8 5 0 p . 2 1 9 .
(Ontwikkeiing uit gistcellen , in kunstmatige mengseis die de zamenstelling van het maagvocht naboot-
seu; zie p. 117),
LEHMANN, LehrbucJi der Physiologischen Chemie, I I , p . 128.
(Als Merism. punctata) Voorwerpen 4 , 8 , of löd ee lig ; grootte der (vierdeelige) cellen V300 — '/500’“
0 .0 0 7 = 0 ,0 0 4 5 mm.
BENNETT, Lectures en clinical Medicine, Edimb. 8®, p . 2 1 4 f ig . 8 0 , r ef. r o b in I . e .
Waarneming van sarcine in het darmkanaal en de faeces.
1 8 5 2 .
h e l l e r , Neu e Beiträge ü b e r das V o rk om m e n der sarcine als Ha rn sed im en t, Archiv, f ü r
phiysiologische und pathologische Chemie und Mikroskopie heft 1 , p. 30 taf. 1. r e f :
SCHRAKT en ZEEMAN, 1. c . 1 8 5 5 , noot p . 5 4 5 . w e l c k e r , Henle u. Pfetijfer. 3 , V,
1 9 9 .
ürien-sarcine bij spinaal-irritatie. Grootste vorm 4— 16 cellen in een vierkant, 8— 2 4 in een langwerpig
oppervlak. Urine zwak zuur, in een geval vaak alkalisch. (Vrij voorkomende sarcine op rottende
zelfstandigheden en een lichten in het donker veroorzakeiide. 2 ).
NEALE, a c a s e o f Sarcina v e n t r ic u l i. Medical Times, Ju n y 1 8 5 2 , r e f . I v ü o h e n m e i s t e r 1 8 5 5 ,
1. C. p. 16.
Sarcioe in vomita, met sporen van Fenicillium glaucum cn gistcellen.
1853.
ZENCKEH, Sarcine in der L u n g e , Henle u. Pfeuffer, Zeitschrift fü r R a i. Medizin, Neue
P o lg c , I I I , p. 117.
Sarciuo in de maag en tevens in met sereus vocht gevulde holten der long; blijkens mede aanwezige
spijsoverblijfseleu door (onopgemerkt) braken in de luchtwegen overgebragt en door de ademing tot achter
in de longen doorgedrongen. Gedeeltelijk kleurloos, gedeeltelijk licht geel of groenachtig; voorwer-
peu tot drie malen gedeeld, dus 0 4 vakken.
JENNER, Med. et Chir. Review Oct. 1 8 5 3 , ref. s c h r a n t en z e em a n 1 8 5 5 , 1. c. p. 545,
(Iu het vocht dat uit dc ventriculi cerebri genomen en 18 uren later onderzocht was).
ROBIN, Histoire nahirelle des parasites qui croissent sxtr l'homme et sur les animaux viv a n ts ,
p. 3 3 1 sqq.
(Beschrijving als Merismopoedia ventricuU) 8— 16— 64 cellen, grootste voorwerpen 0,055— 0,03 rom.
lan g. 0 ,02— 0,016 mm. breed; vorm kubiek of prismatisch, behalve de regelmatige voorwerpen ook
onregelmatige; „cellen” 0 ,0 0 8 mm. „kernen, gonidien” 0 ,0 0 2— 0,004 mm. Zie verder pag. 9.
LEBERT, waarnemingen van dezen mcdegedeeid in Robin, 1. c. p. 3 3 7 .
Längste kant 0,012— 0,015 mm., kortste 0 ,0 0 8—0,01 mm. (plaatjes) dus iedere afdeeiing 0 ,0 0 4—
0,005 mm.
WEDL, Handboek der Pathologie (vertaling enz. door Sclirant en Zeeman 1 8 5 5 ) p. 5 4 4 ,
fig. 1 8 0 , a . 'b . c.
Bij cholera-lijders. (Vrij in water dat kikvorschen omspoelde). Cellen 0 ,0 0 4— 0,005 mm. (zonder kern)
met 4 , als masimum 64 cellen in het ligchaam.
BEALE, the Microscope p . 1 76 re f: w e l c k e r in líenle u. Pfeuffer 3 , V. 1 8 5 9 , p. 199.
Waarneming in de urine, id. macka'ï , joiinsok.
LEARED, Medical Times, a Gaz. Nov. 1 8 5 4 , ref. s c h m i d t , Jahrbücher f ü r die
Medizin, Bnd. 8 6 , p. 1 5 0 , w e l c k e r in Henle u Pfeuffer 3 , V , 1 8 5 9 , p. 208.
Waarneniiug v.au eene menigte onregelmatig afgeronde halfdoorschijnende ligchaampjes, bruinachtig-
groeu, in meer of min zamenhaugende hoopeu (die Sehr, geneigd is als embryonale sarcine te beschoii-
1 8 5 5 . ^
BUDD, On the organic diseases and fu n ctio n a l disorders o f the stomach, ref. s c h m i d t , Jahrb.
f . d. gesamtnie M e d izin , Bnd. 9 3 , p. 255.
Alleen therapeutisch.
s c h r a n t e n ZEEMAN (verlalivg van Wedl, Handboek der Pathologische histologic) p. 544.
Referereu ouder anderen eene waarneming van Fobin, van sarcine in eene door extractie verwijderde
capsula lentis.
KÜCHENMEISTER, Die in und an dem Körper des lebenden Menschen vorkommenden P arasiten
2te Abtli. p. 1 3 , tab. I , fig. 2.
(Als Merismop. v cn tr.); robin- wordt iu de eerste plants gevolgd; vervolgens ook vibcho^vv, hasse enz.
I) Overblijfsels van spijzen of uiteengevallen sarcine? W. Naar aanleiding van dergelijke door mij waargenomen
aggloraeraten zou ik denken het laatste.