
cel in de drie rig tin g en , maar ook h a a r geheelen A’o rm , als uitdrukking A’an
de AA-etten die zich daarin oj^enbaren, mathematisch v o o rstellen , dan zouden,
naa st de vergelijkingen A’an al de opperv lak k en , die van hunne grenzen en
buigiiigen n a a r de vier zijden kunnen Avorden gegeven, en vo o r de hoeken,
Avaar drie kanten zamenkomen, de zamenAverking d e r drie buigingen worden
berekend. Met de gegevens, AA’a a ro v e r Avij hier kunnen beschikken, zouden
eenige functien onuitgewerkt, sommige constanten oningevuld moeten blijven,
en dus niet veel me er dan de algemeene vorm d e r u itd ru k k in g en , te n be*
hocve A’an v e rd e r onderzoek, k unnen Avorden geleverd. Ook zonde r deze uit-
Averking ziet men echter in , d a t de eenige veranderlijken in de functien zouden
zijn de p l a a t s van ieder deel in betrekking to t de an d e re en de t i j d van
zijne ontAvikkeling. !Met an d e re Avoorden, h et is duidelijk, d a t de Avet d e r
o n tA v ik k e l in g v o o r al de cellen van het ligchaam, en vo o r de enkele cel
in alle rigtingen en n a a r alle zijden, d e z e l f d e is , en d at de v e r s c h e i d
e n h e i d , die men Avaarneemt, alieenlijk h e t gCA'olg is van den verschillenden
o n tA v i k k e l i n g s t o e s t a n d d e r deelen en h unnen z a m e n h a n g met elkander.
Groei en celdeeling in de drie rigtingen volgens dezelfde AA’e t, m a a r met
een verschil van p h a s e , insnoering d e r celparen te r plaatse van h e t nieuw
gCA’ormde tussehenschot, destructie A’an de moedercehvanden n a a r mate van
hunnen ouderdom — ziedaar de g rondverschijnselen, waartoe alle verschijnselen
, die Avij in het ligchaam en de cellen d e r sarcine waarnamen, zijn te-
riiggebragt.
Wat den in houd d e r cellen b e tre ft, moet kortelijk Avorden vermeld de eigenaardige
k l e u r S t o f. In de door mij onderzochte voorAverpen Avas deze niet
zoo duidelijk geelachtig ro o d , b ru in o f ro e s tk leu rig , als zij over h e t algemeen
beschreven Avordt. H et b ru in was gemengd met een groenen tin t, die helder-
d e r Averd, Avanneer het bruin g ek leu rd e ma agvocht, bij herhaalde afgieting,
d oor gedestilleerd Avater Averd vervangen. In zu ren en alkalien zag ik de lig chaampjes
o n tk leu rd AA’o rd en , ' eA'en als d oor virchoav en an d e re Avaarneiners
Avordt opgegeven. K leu rsv e ran d e rin g en , o f an d e re verschijnselen die omtren t
de n a tu u r d e r kleurstof iets n ad e rs konden le eren , zag ik niet. Overigens her-
iimerde de tin t n ie t aan chlo ro p h y ll, ma ar aan de k le u rsto f (phycochrom) die
bij vele lagere Algen Avordt Avaargenomen.
Een tAveede, me er belangrijk p u n t, is h et al o f niet aanAA’ezig zijn van c e l k
e m e n . flie ro rn tren t loopen de gevoelens lijn reg t uiteen; doch gedeeltelijk
als gevolg van verschil in o p vatting en terminologie, zoodat h et van belang
is , de opgaven elk op zich z e lf eenigzins n ad e r te beschouAven. In den aanvang
is reeds opgemerkt, d at robin o n d er den naam van kcrnen v erm eld t de
geheele cel-inhouden, teinvijl hij, de groep van vier (8 ) ccllen als eene enkele
cel opv atten d e, A’ie r (8 ) zoodanige kernen v oor eene cel aangeeft. Zoo is het
ook met s im o n wat hij beschrijft als k ern en , zijn deze zelfde dee len; al-
leenlijk klimt bij hem h et getal in elke cel to t zestien (64), omdat hij de
geheele gro ep van zestien (64) cellen in h et ligchaam als eene enkele cel
beschouAvt. Zijne voorstelling is kortelijk deze : in eene (gist-)cel verdeelt zich
de kern ee rst in tAvee nieuAve k ern en , vervolgens nog eens of tAvee malen op
gelijke Avijze, zoodat eene cel met vier of acht kernen ontstaat. De cel w o rd t te vens
me er A’ie rk an t, cn verk rijg t in h et eerste geval den vorm van een halveri,
in h et tAveede dien van een geheelen kubus. Vervolgens plooit zich de cehvand
om de k e rn en , en u it de insnoeringen ontspringen tusschenschotten, die de
cel in v ie r, o f acht cellen, elk aanvankelijk met één kern verdeelen. Binnen
deze cellen verdeelen zich de kernen op nieuw, en deze verdeeling h e rhaa
lt zich , to t d a t in elke cel zestien k ern en van elke zijde Avorden gezien,
dus vier-en-zestig in h et geheel aanAvezig zijn. H et getal kernen v oor h et geheele
ligchaam b ed ra ag t dan 256, of, indien acht cellen aanAvezig zijn, 512.
Inmiddels zijn de cellen zelve in verhouding g ro o te r gCAvorden; de tusschenschotten
hebben zich v e rb re ed , en in tAvee lagen g esp litst, die do o r eene
intercellula ire sto f verbonden zijn. Deze groei is gepa ard gegaan met eene
sterke u itrekking d e r primaire en secundaire celmeinbranen, die van lieverlede
d u n n e r en moeijelijker zig tb aar zijn geAvorden. Eindelijk AVordt de za-
incnhang opgelost; de cellen scheiden zich van e lk an d e r, h a re AA’anden scheu-
ren en de kernen Avorden als eene korrelige ma ssa, Avelligt als kiemen voor
iiieuAve voorAverpen, u it de celholte uitgestort. De duidelijke uitdrukkingen
en de bijgevoegde figuren la ten geen tAvijfel aangaande de opvatting over.
Kennelijk is bij de Avaarnemingen eene te zwakke v ergrooting g eb ru ik t, Avaarbij
de celAvanden d e r enkele cellen en meer ande re bijzonderheden n ie t konden
Avorden onderscheiden. Verschijnselen als in fig. 7 , ziet men, Avanneer vo o rAverpen,
die op h et p u n t zijn gesplitst te Avorden, door h et dekglaasje zoo
s te rk Avorden g cd ru k t, d at niet alleen de hoofdgroepen vaneen Avorden gescheiden,
m a a r ook dc enkele cellen in deze vo o r een deel Avorden losgemaakt.
Ongeveer tegelijkertijd dat s im o n zijn eerste onderzoek in het licht gaf,
maakte k . Mü l l e r ®) gcAvag van kernligchaampjes bij de sarcine, in verband
met eenige beschouwingen over de natuur van dit voorAverp. Ofschoon hij
') Virchow's Archiv II. p. 3 3 1 eii volg. tab. I. lig. 1— 7.
■-) Disserlaiio inauguralis Halle 1 8 4 7 .
3) Botanische Zeitung 1 8 4 7 . p. 2 7 3 .