
C H Ë N O P O D I U M g 1 a li c U riU
Zeegroene Ganze-voet.
Hoogd. Graner ganse-fuss.
Engelsch. Oak-'leaved goose-foot«
jBloeit in Oogstmaand, 0 .
1 1 — ■■ 1 ■■ - .......-
, P e n t a n d r i a , D ig y n i a ; Vijf m a n n ig e u , T w e e wij v .igeii.
Natuurlijke Rang volgens Linn. X I I j Oleraceae , Moesgewassen.
G e s l a c h t s K e nm e rk e n . Caïyx ^«pbyllus, 5-gonns; Kelk van 5 Blaadjes , ö-hoekig. CoroÏÏa ÖJ
geene Bloemkrans. Senien i , lenticulare, superum j één Z a a d , Uns vormig, in den Kelk rijpende.
S o o r t. K e n jn . JEoliis .ovato-oblongis, repandis, met eirond-langwerpige, uitgeschulpte Bladert}
ilacemis iiudis , simplicibus, glomeratis j naakte, eenvoudige, gekluwde Takken%
'Een Bloemtakje a. Het Z a a d b. Beide veel vergroot. — B e TVortel vezelig. B e , Stèngen dik'j
ge sleuf.d, glad. De Bladen gesteeld, zeer wijd uitgeschulpt, de bovenzijde ligtgroen, ' dé.
onderzijde als met een zeegroen meel gedekt', uitloópende in den Bladsteel , allen bijnd
gelijkvormig. Be korte Bloemtakjes in de Oksels en aan den Top zijn korter; dan de Bladerti
B e Zaden in het midden êvén uitgehold. De Plant groeit ter hoogte van 3 pdlmén.
G r o e ip l a a t s e n . In vruchtbare gronden, vooral aan mesthoopen.
In Vriesland, bij Zwol, digt bij Beventér, bij Amsterdam, te Muiderbérg, bij Utrecht, digt bij deÜ
vaarlschen Rijn, en elders.
H u i s h o u d e l i jk g e b r u i k , is hiervan nog niet bekend.